Heemschut
grond verklaart, waarop ten tweede male de gemeente
verzoekt om opheffing der schorsing hetgeen ditmaal
wordt ingewilligd. Daarop tekent profmr. W. Duk voor
Heemschut beroep aan tegen de bouwvergunning en
vraagt in voorlopige voorziening deze op te schorten
[opschorting van een bouwvergunning is niet automa
tisch maar moet speciaal gevraagd worden], daarnaast
wordt in een afzonderlijke voorlopige voorziening
heroplegging gevraagd van de opschorting krachtens de
monumentenwet. De voorzitter beslist dienovereen
komstig aangezien in redelijkheid niet valt te verwach
ten dat de beschikking in stand zal blijven gelet op de
nieuw aangevoerde feiten; er ligt een negatief advies
van de Monumentenraad en de plannen worden
afgewezen door de diverse deskundigen,die door
Heemschut zijn geraadpleegd: ing. M.D. Dicke,
prof. dr. C.J.A.C. Peeters, prof. ir. L.C. Röling, prof. dr.
Hde Schepper, ir. A. van Drunen, prof. drs. H.L. Janssen
en prof.dr.ir.C.L. Temminck Groll. De laatste drie vormen
hierna de zogeheten commissie Temminck Groll. Hier
nu blijkt het cruciaal belang van de voorlopige voorzie
ning, want met de heroplegging van de schorsing is de
procedure in feite beslist. De gemeente geeft opdracht
tot een ander plan. Als zekerheid bestaat over de
uitvoering daarvan trekt Heemschut de bodemproce
dures in.
Schrijverskapel na restaura
tie, doorbraak gepland in
muur juist ter plaatse van
sarcofaagdeksel, geheel
rechts nog net zichtbaar
de steen van Berck
februari 1997
29