Woelige tijden in Weesp
Hans Tulleners
Wordt authentiek meubilair raadzaal vervangen?
Op slechts 10 treinminuten van Amsterdam bevindt zich de
gemeente Weesp, gelegen aan de rivier de Vecht. Het stadje telt
18.000 inwoners en bezit 182 monumenten. Het belangrijkste
monument is misschien wel de Grote Kerk uit de 15de eeuw, die
ingewijd werd als een katholiek kerkgebouw in 1462. De prachtige
basiliek uit 1429 heeft momenteel nogal wat problemen met de
bonte knaagkever.
14
Heemschut
Lodewijk XVI-meubel: één van de bedreigde meubelen. Dia Hans Tulleners.
februari 1998
Nog niet zo lang geleden hebben er allerlei
verhalen in de kranten gestaan over de Synagoge
aan de Nieuwstraat uit 1840. De gemeente had
dit prachtige bouwwerkje bijna verkocht aan
iemand die er spijkerbroeken had willen verko
pen. Dat is gelukkig niet doorgegaan. Het
monument is onlangs opnieuw ingewijd voor
dejoodse gemeenschap van Weesp. Misschien
wel net zo belangrijk als de Grote Kerk is het
prachtige stadhuis van Weesp. Het gave
complex met een zandstenen voorgevel werd
gebouwd in 1772-1776 door bouwmeester
Jacob Otten Husly. Het verhaal gaat dat dit
prestige-object gebouwd zou zijn van gelden
van jenever- en brandenwijnstokers. Weesp is
groot geworden door deze drankindustrie. Het
stadhuis kent op de begane grond - net zoals het
grote voorbeeld in Amsterdam - een vier
schaar. Hier werd recht gesproken. Via een
bijzonder trappenhuis komen we op de hoofd
verdieping, waar net zoals in Amsterdam, zich
een Burgerzaal bevindt met fraai Lodewijk
XVI-stucwerk. Zeer bijzonder is dat sommige
onderdelen in het stucwerk verguld zijn. Boven
de deur naar de raadzaal bijvoorbeeld is door
het vergulden van de tekst heel goed te lezen
dat er staat: Audi et alteram partem (hoor ook
de andere partij). Onder deze tekst is de deur
naar de raadzaal, waar vroeger door de
Schepenen recht werd gesproken.
Meubilair raadzaal
In die Raad- en ook Trouwzaal staat momen
teel het authentieke meubilair op de tocht. Een
groot aantal van de stoelen, gemaakt van iepen
hout dateert uit de bouwperiode en het zou te
gek voor woorden zijn om die te vervangen.
Waar vind je nog in een historisch stadhuis
het authentieke meubilair?
Een ander deel van het meubilair dateert
uit de biedermeierperiode (±1830-± 1840).
Ook dit meubilair - eveneens aanwezig in de
Burgemeesterskamer - zou het stadhuis niet
mogen verlaten.
Interieur van het stadhuis en de daarbij horende
meubels zijn een 'Gesamtkunstwerk'. Ook deze
roerende goederen vormen in dit geval een deel
van het monument.
Dit zeer bijzondere stadhuis met zijn inventaris
vraagt om iets meer (monumenten) zorg dan de
huidige gemeenteraad laat zien.
De gemeenteraad heeft destijds een bedrag
beschikbaar gesteld voor vervanging danwel
restauratie van het meubilair. B en W zou meer
in vervanging zien maar als renovatie binnen
het vastgestelde bedrag zou kunnen is dat een
alternatief.
De raad moet nog definitief beslissen over
beide alternatieven.
Heemschut dringt krachtig aan op restauratie
van zowel het authentieke meubilair uit de
bouwperiode als dat uit de Biedermeierperiode.