Heemschut 11 Deventer, Bergschild. Speelgoedmuseum. Dat er ondanks de oorlo gen en andere bedreigingen nog zoveel gave panden uit de Middeleeuwen overeind staan, dankt de stad aan zijn economisch verval na de bloeiperiode in de Hanzetijd. Er wordt wel gezegd dat de stad zo arm werd dat haar burgers geen geld hadden om de huizen te vernieuwen en aan te passen aan de verande rende bouwstijlen. Zo zou dus dankzij de armoe het stadsschoon behouden zijn. Het stratenpa- troon ziet er trouwens grotendeels nog net zo uit als vroeger. Pak maar een stadsplattegrond uit de 17de eeuw: dan zie je datje aan de hand van die oude kaart nog redelijk de weg kan vinden in de stad. Open monumenten Op 21 en 22 maart wordt speciaal voor de leden van de Bond Heemschut een groot aantal histo rische panden opengesteld. Een geliefde trek pleister voor bezoekers is het uit ongeveer 1130 stammende woonhuis aan de Sandrasteeg nummer 8. De naam Sandrasteeg roept wellicht allerlei romantische bijgedachten op aan een fraaie jonkvrouw die Sandra heette, maar zo is het niet. De steeg is genoemd naar Hendrik de Sandra die tussen 1676 en 1690 mili tair stadscommandant van Deventer was. Als er één plaats is in Deventer waar de eeuwen letter lijk op je neerkijken, dan is 't wel de Sandrasteeg. Het is zo'n beetje de bakermat van Deventer. Toen in 1992 werd begonnen met de restauratie van het huis op nummer 8, bleek dat het pand veel ouder was dan werd gedacht. Omdat bij de bouw tufsteen is gebruikt en er resten van Romaanse vensters zichtbaar waren situeerde men het bouwjaar voor 1250. Met behulp van de modernste technieken werd vastgesteld dat het huis zo in de buurt van 1130 moet zijn gebouwd. Het pand werd na opleve ring bewoond door de proost van Utrecht, de plaatsvervanger van de bisschop als die niet in Deventer was. Voorzover nu bekend is de proosdij aan de Sandrasteeg het oudste nog bewoonde stenen huis van Nederland. Inmiddels kwamen er vanuit Dordrecht veront rustende berichten als zou men daar nu een optrekje hebben ontdekt dat nog ouder is dan de proosdij, maar daar lacht iedere welden kende Deventenaar om. Overigens schijnen in de loop der tijden ook de hertog van Alva (in 1568) en prins Maurits (in 1591) in het huis aan de Sandrasteeg geslapen te hebben. Van Marlepand Aan de Polstraat staat op nummer 18 het Van Marlepand. Het huis dankt zijn naam aan het feit dat burgemeester Van Marle er tegen het eind van de 19de eeuw in woonde. Het huis stamt uit 1664, het heeft een brede pilasterge vel, gesierd met ionische pilasters, bekroond door een uitspringende kroonlijst en een timpaan. Toen de NV Bergkwartier in 1996 eindelijk aan de restauratie van het zwaar vervallen huis kon beginnen, was het niet veel meer dan een ruïne. De wanden van de zalen op de begane grond waren ooit bedekt met schitte rend beschilderd textielbehang terwijl de plafonds bijzonder mooi waren gestuct. Nog net op tijd konden behang en stucwerk van de ondergang gered en tijdelijk veilig opgeborgen worden. Inmiddels is de restauratie voor 95 procent gereed, stucwerk en behang (volgens kenners is er in heel Nederland geen tweede huis met zo'n authentieke wandbekleding) zijn weer op hun plaats gebracht. Het Van Marlepand is ook een van de huizen die op 21 en 22 maart open zijn voor bezoekers. Op de lijst van die twee dagen geopende monu menten staan verder nog het grootste monu ment van Overijssel, de Lebuinuskerk, de Bergkerk, de voormalige synagoge, de februari 1998

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 13