EXCURSIE B - DRENTSCHE AA EN EELDE Commentaar VROM EN EZ erbij betrekken juni 1997 Heemschut 3 Gasopslag van de NAM bij Langelo. Foto's Harry Cock. U zult de dienstwoningen voor alle rangen en standen zien en de hoeves waar gevangenen te werk werden gesteld. U rijdt langs de werk plaatsen, de kerken, het oude hospitaal, de begraafplaats. Veenhuizen, een monument om zuinig op te zijn. Elders in dit nummer vindt u een artikel over de stand van zaken met betrekking tot de bescherming van dit opmerkelijke monument. Langeloo Na Veenhuizen gaat de tocht verder via Westervelde naar Norg. Onderweg komt u langs de gasopslag-locatie van de NAM bij Langeloo, waar Heemschut indertijd tevergeefs tegen geprotesteerd heeft. Als u de plek ziet, zult u onze vrees van destijds voor zo'n 'high tech' element in deze kleinschalige omgeving van het Grote Diep met zijn unieke coulissen- landschap beslist kunnen begrijpen. Mensinge De lunch wordt in Norg gebruikt, waarna een busrondrit volgt door het stroomgebied van het Grote Diep met boerendorpjes als Lieveren. U komt in het levendige dorp Roden waar een bezoek op het programma staat aan de havezate Mensinge. De oudste geschiedenis van het huis is voor een groot deel in de nevelen van de geschiedenis gehuld. Omstreeks 1335 was er in de registers van het Domkapittel van Utrecht sprake van een 'domus' in Roden. Pas in 13 81 werd het 'Mensinge-goet' met name genoemd. In de eeuwen die erop volgden, wisselde het huis regelmatig van eigenaar en werd het regel matig geplunderd door rondtrekkende troepen. De geschiedenis van Mensinge is illustratief voor de verhoudingen in Drenthe. De Drentse adel was boerenadel en een havezate was eerder een herenboerderij dan een kasteel. Sinds 1985 is de gemeente Roden eigenaar van de havezate en ontstond er een uniek museum waar u nog iets kunt proeven van de sfeer van een huishou den van de Drentse landadel in de 18de eeuw. Na Mensinge krijgt u nog de gelegenheid wat in Roden zelf rond te neuzen. Op oude kaarten van Drenthe lopen tientallen beken als een soort bloedvatenstelsel over het nog vrijwel ongeschonden veld. Waterloopjes verenigen zich tot beken, beken vloeien samen tot diepjes. Steeds kronkelend hun weg zoekend naar de laagste plaats aan de rand van het Drentse plateau. Tijdens de excursie maakt u kennis met dit unieke Drentse landschap. Samen met het bouwland op de es en de einde loze heidevelden vormden de groenlanden in de beekdalen sinds mensenheugenis de drieëen- heid van de Drentse boereneconomie. De groenlanden zorgden voor de wintervoorraad hooi en de koejongens brachten er het vee naar toe om het er te laten grazen. Sinds de jaren '60 heeft het Stroomdallandschap van de Drentsche Aa zich ontwikkeld tot een van de belangrijkste beekdalreservaten in Nederland. Het meest bijzondere is dat het nog zo compleet is. Vaak is elders bijvoorbeeld door ontginning de oorspronkelijke bovenloop verd wenen of is de benedenloop gekanaliseerd. De betekenis van het stroomdal van de Drentsche Aa blijkt onder andere uit het feit dat er 3 3 zeldzame en 3 3 zeer zeldzame soorten van de Nederlandse flora worden aangetroffen. Kenners omschrijven het gebied dan ook zonder aarzeling als een 'botanisch paradijs'. Dorpskerkje Vanuit Assen maakt u via de dorpen Rolde en Anderen kennis met het Stroomdallandschap van de Drentsche Aa. De bus voert u kris-kras In een brief aan de Vaste Kamercommissie voor OCenW over het nieuwe restauratie subsidiebesluit noemt staatssecretaris Nuis van Cultuur de verlaging van het subsidie percentage met 10 procent een wezenlijk element in de aanpak van de restauratieach terstand. Op het eerste gezicht een merk waardige uitspraak. De staatssecretaris bedoelt echter, dat juist door die verlaging een groter aantal monumenteigenaren de mogelijkheid wordt geboden voor subsidie in aanmerking te komen. Bovendien kun je die verlaging compenseren doordat het subsdiegeld, anders dan op dit moment, direct beschikbaar komt. Ook bestaan er voor de reguliere subsidiegelden goede voor financieringsmogelijkheden tegen een rente, die onder de marktrente ligt en kan ook de eigen bijdrage gefinancierd worden onder de martktrente. Dit alles via het veelgepre zen Nationaal Restauratiefonds. Toch is de staatssecretaris er zich blijkens zijn brief van bewust, dat desondanks organisaties voor Stadsherstel in de problemen kunnen komen als zich echte krepeergevallen in de restauratiesfeer voordoen. Hij wijst er dan op, dat via de begroting van VROM 200 miljoen beschikbaar komt voor de histori sche woonomgeving bij (woonhuis)monu- menten. Deze gelden worden via de stads vernieuwingsfondsen beschikbaar gesteld. Instellingen voor Stadsherstel hebben in het verleden veel gebruik gemaakt van die mogelijkheid. Samen met de NRF zal hij de particuliere instellingen gaan informeren over al deze mogelijkheden. Op een overleg op 26 juni is er in Hoevelaken bij de NRF een overleg over deze zaak. Het is te hopen, dat staatssecretaris Nuis ook het zustermi- nisterie VROM hierbij betrekt. Het is op zichzelf zeer verheugend, dat VROM weer gaat meebetalen aan monumentenzorg, nadat eerder minister d'Ancona de bijdrage van VROM aan de monumentenzorg onge daan had gemaakt. Het zou trouwens een goede zaak zijn als ook het ministerie van Economische Zaken geïnteresseerd wordt. Immers uit opeenvolgende onderzoeken blijkt steeds weer, hoe belangrijk een goed onder houden monumentenbezit is voor het vesti gingsklimaat in onze steden. Ook veel buiten landse ondernemingen hebben veel oog voor een fraaie monumentale binnenstad. Ze zijn het aan hun status en hun werknemers ver plicht gevestigd te zijn in een stad met een leefbaar werk- en woonklimaat. Om nog maar te zwijgen van het enorme economische belang van het cultuurhistorisch toerisme. Jaap Kamerling

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 5