Het Nijsinghhuis en museum
De Buitenplaats te Eelde
Sjoerdjantzen
Vlakbij de hervormde kerk in Eelde ligt het Museum voor figura
tieve kunst De Buitenplaats. Het museum is gehuisvest in twee
gebouwen die wat bouwgeschiedenis betreft een kleine drie en
een halve eeuw uit elkaar liggen. Het oudste gebouwhet
Nijsinghhuis, dateert uit het midden van de 17de eeuw, het eigen
lijke museum de Buitenplaats is pas vorig jaar gereedgekomen.
Het zeventiende-eeuwse Nijsinghhuis in het
centrum van Eelde.
Nijsingh
In het Nijsinghhuis liggen de wortels van het
museum. Dit fraai gerestaureerde pand met
dubbele kap en zijtopgevels is waarschijnlijk in
1654opnieuw opgetrokken op het in 1619
afgebrande schuitenhuis. In de 18de eeuw
werd de oostelijke zijmuur van het gebouw
vernieuwd en werd onder ander een houten pui
in LodewijkXV-stijl aangebracht en de topge
vel met zandstenen vleugelstukken verbreed.
Zijn naam ontleent het huis aan de advocaat en
landschrijver van de Landschap Drenthe, Jan
Nijsingh. De Nijsingh's hielden het pand in
bezit tot het jaar 1769. Daarna werd het betrok
ken door verschillende andere families. Na
1810 werd het verhuurd aan opeenvolgende
burgemeesters.
Gemeentehuis
In 1893 werd het Nijsinghhuis door de
gemeente Eelde op een openbare veiling
aangekocht voor 3428,50 met de bedoeling
het tot gemeentehuis in te richten. Omdat de
toenmalige burgemeester het pand nog steeds
(voor 200,- per jaar) huurde, kon het gemeen
tehuis er pas na zijn dood in 1896 in gevestigd
worden.
In de loop der jaren verslechterde de bouwkun
dige kwaliteit van het gemeentehuis en begon
het hoe langer hoe minder aan de gestelde eisen
te voldoen. Tot een verbouwing kwam het
echter niet, want Eelde besloot een geheel
nieuw gemeentehuis te bouwen in het aangren
zende Paterswolde. Toen dat nieuwe gemeen
tehuis in 1939 betrokken werd, kwam het Oud
Gemeentehuis, zoals het vanaf die tijd in de
volksmond werd genoemd, leeg te staan.
Na de oorlog vatte het gemeentebestuur het
onzalige plan op om het oude kavalje maar af te
breken maar gelukkig diende zich een nieuwe
huurder aan: de Nutsspaarbank uit Groningen.
Omdat men in Eelde zo langzamerhand toch
wel wat meer oog begon te krijgen voor de
cultuurhistorische waarden van dit voor Eelde
zo belangrijke pand werd voorzichtig gedacht
aan een of andere museale bestemming. Op
een gegeven moment klopte men zelfs bij het
Rijksmuseum in Amsterdam aan met de vraag
om in Eelde een dependance te vestigen...
De Bond Heemschut, ernstig begaan met het
lot van het Nijsinghhuis, spoorde in 1959 het
gemeentebestuur aan om nu eens eindelijk tot
restauratie van dit pand over te gaan. Het
antwoord was verrassend: 'Wij willen het pand
gaarne aan uw Bond verkopen daar wij zelf
geen middelen hebben om te restaureren.'
Dat ook onze Bond die middelen niet bezat zal
duidelijk zijn... Dit was niet de laatste keer dat
de Bond Heemschut zich het lot van het
Nijsinghhuis aantrok, zoals uit het vervolg
zal blijken.
Restauratie
Eindelijk gloorde er toch hoop voor dit inmid
dels bijna tot een bouwval geraakte pand. Op
6 september 1971 werd bij raadsbesluit vastge
steld dat het Oud Gemeentehuis voor 1,-
verkocht zou worden aanJ.J. W.P. van Groeningen
met de verplichting het huis te restaureren en
de noordelijke voorzaal twintig dagen per jaar
gratis voor exposities beschikbaar te stellen.
Vanaf dat moment werd de rehabilitatie voort
varend ter hand genomen en werd het pand in
1972-1973 onder architectuur van P. de Vrieze
uit Groningen voorbeeldig gerestaureerd.
Het echtpaar Van Groeningen-Hazenberg zat
nu wel in een pand waarvan het exterieur fraai
oogde en waarvan inmiddels ook in het interi
eur de historische elementen verantwoord
waren hersteld, maar zijn ambities reikten
verder. De kunstschilder Matthjs Röltng, een
vriend, werd uitgenodigd om het interieur te
voomen van wand- en plafondschilderingen.
Vanaf 1980 werd een begin gemaakt met de
beschildering van de wanden van de noorde
lijke voorzaal, de zogeheten Blauwe Kamer.
Successievelijk werden ook de andere ruimten
van het Nijsinghhuis onder handen genomen en
in samenwerking met een collega van Matthijs
12
Heemschut
juni 1997