Flinterdunne kwetsbaarheid Leo van derMeule Het belang van historisch behang zichtbaar gemaakt. Ongelooflijk wat je in deze stad nog aan middeleeuwen aantreft', Ik loop met Bert Maes, bioloog maar ook bouwhistoricus, door de Utrechtse binnenstad. We zijn op weg naar het Pandhuis, Zwaansteeg 11, het middeleeuwse huis waar de indrukwekkende verzameling historische behangsels bewaard wordt, die voorna melijk door Bert is bijeengebracht. Hoe belangrijk behang kan zijn. Hoe het wordt gemaakt, gebruikt, vervangen, weggegooid en tegelijkertijd nog overal verborgen zit in oude huizen. Dat wordt het onderwerp van ons gesprek. 6 Heemschut Bert Maes. 'Hoe komt een bioloog in vredesnaam in de historische behangsels terecht?' 'Dat is niet zo raar als het lijkt. Ik ben, natuur lijk in de eerste plaats bioloog, onderzoeker en speurder als ik geluk heb ontdekker en daarna verzamelaar, indeler en analyticus. Dat zijn in feite zo ongeveer dezelfde basiseigenschappen van een goed bouwhistoricus. Ik was in 1974 samen met Bart Klück, nog tijdens onze studie aan het werk in het huis Korte Louwerstraat 3 2 Het ging om een afstudeeronderzoek naar de verbanden tussen het natuurlijk milieu en de bouw- en wooncultuur. In dat huis zat al het behang nog op de muren. Dertig lagen! Met hier en daar een krant ertussen, nooit weg als Neogotisch imitatieleerbehang (1910, Utrecht). tenminste ruw dateringsmiddel. Ik nam het pakket mee naar huis, peuterde de zaak uit elkaar en de verzameling was geboren.) We lopen langs het Duitse Huis aan de Springweg. Ik kan het niet laten, terloops wijs ik ernaar en zeg trots: 'Heemschut' 'Oh ja joh, dat ook al?' 'Nou en of!' Later bied ik aan in ons tijdschrift de oproep te plaatsen aan de lezers om oude behangresten, op de muur aangetroffen of als restje van een rol op zolder, niet te snel weg te gooien. Als Heemschut lezers denken iets te hebben dat voor de verza meling van belang kan zijn, wordt hen verzocht zich met de Stichting, die de collectie beheert, in verbinding te stellen. En oud behang is al snel waardevol'. Er gaan veel te veel waarde volle oude behangsels ongemerkt verloren. Doordat mensen toch zo eens in de tien, vijf tien jaar hun behang vervangen is het al een hele vondst als ik behang uit, zeg 1965, aantref stelt Bert Maes. Behangsel museum In Duitsland schijnt het helemaal erg te zijn. Dr. Mik, conservator van het volgens Bert echt prachtige behangselmuseum in Kassei, heeft uitgelegd waardoor dat komt. Adolf Hider beval de Duitsers hun zolders leeg te ruimen en de zolder vloer te bedekken met zand, als brand werende laag in geval van bombardementen. Dat deed men vervolgens en een enorme hoeveelheid nog onverwerkt behang verdween in de kachel of de vuilnisbak. Een krüimelzonde vergeleken bij al het andere dat de grootste schurk aller tijden op zijn geweten heeft maar toch... Oorlogsbehang 'Wel eens van oorlogsbehang gehoord?' 'Nee, wat is dat in vredesnaam?'Je gelooft het bijna niet, je zou zo denken dat de mensen wel wat anders aan hun hoofd hadden in die dagen. Maar nee hoor, er werden kranten op de muur geplakt, geschilderd en met een stoffer, in de verf gedoopt, van rode spikkels voorzien, een soort spettertechniek. Wat ik ook uit die tijd heb aangetroffen is bruin pakpapier afgezet met stroken afgedankte beddetijk.' Plantenspuit Werd in de eerste tijd gewoon rondgesnuffeld op bouwwerken, tijdens restauraties in de vuil containers van aannemers, later ging Bert Maes toch iets meer vooruitlopend op de zaken te werk. In de gaten houden wat leeg komt voor afgaand aan een restauratie en erop af! 'Hoe krijg je dat behang nou los?' Hoe het komt, komt het, maar een stoomapparaat is hiervoor onbruikbaar. Er komen dan alleen kleine stukjes los. Soms, want je bent en blijft natuurlijk bioloog, doe ik een greep uit mijn verzameling scalpels, flinterdunne, vlijmscherpe ontleed mesjes en zet die tussen twee behangsellagen april 1997

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 8