Nieuwe uitgaven Anne-Marie ten Cate 24 Heemschut april 1997 Interieurs In een nummer gewijd aan histori sche binnenruimten mag de vermelding van het vorig jaar verschenen boek ''Van neorenais- sance tot postmodernisme; honderd- vijfentwintig jaar Nederlandse inte rieurs 1870-1995niet ontbreken. Ook al beschrijft dit boek in feite de binnenhuisarchitectuur en niet de interieurs. De redactie was in handen van Ellinoor Bergvelt, Frans van Burkom en Karin Caillard. Over de ontwikkeling van het eigentijdse interieur was tot op heden nog geen studie versche nen, terwijl het een onderwerp is dat menigeen aanspreekt. Het is een lijvig boekwerk geworden met een groot aantal afbeeldingen, waarop menigeen veel zal herken nen. 'Dit boek is geboren uit het huwelijk van fascinatie en woede.' zeggen de inleiders '...en het zou namelijk weinig moeite kosten deze inleiding op een boek over 19de en 20ste eeuwse interieur vormgeving tot een moderne variant te maken van Victor de Stuers' aanklacht tegen het verkwanselen van nationaal erfgoed en het gebrek aan cultu reel bewustzijn... winzucht en desinteresse blijven de trefwoor den' aldus de inleiders.,Kortom er gaat te veel verloren en er is te weinig aandacht voor het (histori sche) interieur. In landen als Frankrijk, Italië, België of Duitsland is er veel meer aandacht voor historische binnenruimten en hun meubilair. Waarom hier niet? In Nederland is 'thuis te veel privé' en dat wordt mede als oorzaak gezien. Een bewijs hiervan is het gegeven dat boeken en tijdschriften vol met mooie plaatjes van interieurs, zoals die bijvoorbeeld in Engeland verschijnen, hier in Nederland op een hand te tellen zijn. In de inleiding wordt gezocht naar de (sociale) oorzaken van deze geringe aandacht. De rest van het boek, waarin de verschillende stijlen worden beschreven is louter (kunsthistorisch benaderd: het interieur als artistiek gegeven. Het boek is opgedeeld in drie perioden te weten 1870-1915, 1915-1940 en 1945 tot heden. In dertien hoofdstukken van verschillende auteurs worden de ontwikkelingen van de binnenhuisarchitectuur en verschillende stijlrichtingen beschreven. Dit boek heeft een pionierend karakter; de samenstellers wijzen erop dat er nog veel onderzoek te verrichten is. Bekijken we de bijschriften bij de foto's dan wordt bijna altijd naar foto-collecties verwezen. Hoeveel interessante interieurs in Nederland nog in situ zijn (uitge zonderd dan de meest recente) is de vraag. Eigenlijk zou er een meldkamer moeten zijn, maar deze zou het sterk gekoesterde privé te veel aantasten. Een indrukwekkend stuk pioniers werk, dat menig kijk- en leesple zier verschaft... en menig 'Aha Erlebnis'. Rotterdam,, uitgeverij 010, 1996. 3 76p. ISBN 90.64502490.8 Prijs 115,-. Bouwkunst Bloemendaal In het Gemeentehuis van Bloemendaal werd op 9 maart een tentoonstelling geopend in verband met het verschijnen van het boekje Bouwen aan Bloemendaal; architectuur en bouwhistorie vanaf 1883'door WimPost. Post, Bloemendaal-kenner bij uitstek, spitte een groot aantal dossiers van Publieke Werken door en vond daarin een schat aan gegevens, waaruit een beeld werd geschetst van het ontstaan van de bebouwing van het dorp. Indrukwekkend zijn de vele zorgvuldig getekende presentatietekeningen, die op de tentoonstelling getoond worden en in het boek zijn afgebeeld en die lange tijd in de archieven verborgen lagen. Tot 1883 was Bloemendaal een rustig, lommerrijk en dunbevolkt dorp. Na die tijd kwamen als gevolg van de verkaveling van buitens als Duin en Daal, Duinlustpark en Hartenlust de bebouwing en het eerste villapark tot stand. Vanaf 1920 nam de bebouwing een enorme vlucht en nam het aantal projectonwikkelingen enorm toe. Met gevolg dat de gemeente weldra vol gebouwd was. Niet alleen met villabouw, maar ook werden door verschillende woningbouwverenigingen en - corporaties middenstands- en eengezinswoningen gerealiseerd. Opvallend is het grote aantal ontwerpen van de hand van het architectenduo J. Mulder enf.A. van Asdonk (ruimt 400), die vanaf 1909 tot 1963 gezamenlijk verant woordelijk zijn voor een groot aantal bouwwerken en dus voor het huidige beeld van Bloemendaal. Behalve leven en werk van Mulder en Van Asdonk beschrijft Post ook werken van Gerrit Rietveld, Wijdeveld, de Van der Steurs, W. van Kempen en anderen. En omdat dit een speciaal interieur nummer is, mag de geheime lade, die Rietveld ontwierp voor de Stradivarius van de violist en componist Zoltdn Székely, niet onvermeld blijven (p. 101). Maar of deze lade nog aanwezig is vertelt het boek niet. Rietveld, oorspronkelijk meubelmaker, ontwierp overigens het gehele interieur voor de Hongaarse violist. Na de publikatie 'Villaparken in Nederland door Jannes de Haan uit 1986 (eveneens uitgegeven bij Schuyt Co), waarin het villa park Duin en Daal uitvoerig wordt beschreven, is met de uitgave van dit boek weer een deel van de Bloemendaalse architectuur in kaart gebracht. De tentoonstelling duurt tot 6 april. Haarlem, Schuyt Co, 1997. 160p. ISBN90.6097.441.7 Prijs f35,-. St.-Willibrordus te Hulst In het boek 'De St.-Willibrorduskerk te Hulst in nieuwe luister; na restitu tie en restauratie 1806-1958' wordt met de huidige restauratie een terugblik op de aard, de omvang en achtergronden van vorige restauraties actueel. Het is dan ook een verslag van anderhalve eeuw restauratiegeschiedenis. Het boek is gebaseerd op een uitgebreid archiefonderzoek en geschreven door Dr Ineke Pey. In het boek wordt de nadruk gelegd op de (kunsthistorische aspecten van restauratie. Centraal staan de ideeën, plannen en wensen van de opdrachtgevers, kunstenaars en de subsidiërende overheid, de monu mentenzorg. Veel aandacht voor de prijsvraag voor de nieuwe vieringtoren en de moderne torenbekroning van beton naar ontwerp vmjan Brouwer (1916-1979) in samen werking met de beeldhouwer Willem Reijers uit de jaren vijftig. Hiervoor werden de particuliere archieven ingezien. De moderne torenbekroning bleek voor velen een schok. Zelfs architect Oud reageerde met de volgende woorden '...iets nieuws waaraan men moet wennen' in een schrij ven aan Brouwer. En dat geldt in feite nog steeds, want de menin gen zijn nog altijd verdeeld. Nijmegen, Uitgeverij KUNijmegen, 1996.126p. ISBN90.5710.006.1 •s Aanzicht van nieuwe torenspits uit 1956 met engelenbeelden en kruis.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 26