De Teekenschool in oude glorie hersteld Yvonne de Vries en Frank Hovens Pronkjuweel van Roermond Na vijftien lange jaren van leegstand en verval is de beroemde Roermondse Teekenschool aan de Godsweerdersingel gerestau reerd. Het Cuypers Genootschap, onder de bezielende leiding van dr. Bernadette van Hellenberg Hubar, heeft ervoor gezorgd dat het Roermondse publiek werd wakker geschud. Inzet was het behoud en, wellicht nog belangrijker, het vinden van een passende bestemming. De Bond Heemschut, en met name de afdeling Limburg onder aanvoering van voorzitter mr. Jo Matti, heeft ondersteuning gegeven op ieder moment dat dit nodig was. 14 Heemschut Fraaie gang in de Teekenschool. Ofschoon het ontwerp van de hand van Van Lokhorst en Van der Schuit is, mag de uit 1905 stammende Teekenschool als een product van de vermaarde architect Pierre Cuypers (Roermond, 1827-1921) worden beschouwd. De visie van architect Cuypers Met zijn werken heeft Pierre Cuypers, onder meer in zijn hoedanigheid van Rijksbouwmeester, mede het aanzien bepaald van de jonge Nederlandse staat. Zijn vele neogotische kerken, en het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam mogen met recht, ook vandaag de dag, gezichtsbepalend voor ons land worde"n genoemd. Cuypers' ideeën over ambacht en kunst werden geïnspireerd door de Arts en Crafts Movement van de Engelsman William Morris. In de 19de eeuw zocht men in artistieke kringen naar een antwoord op de toenemende industrialisatie. Niet alleen zag men de voortschrijdende mechanisering als een aantasting van het 'schone' en het ambachtelijke, maar ook als een bedreiging van de maatschappelijke eenheid. In dit licht moeten we ook de rol zien die Cuypers als voortrekker binnen het Katholiek Réveil heeft gespeeld. Zijn streven naar emancipatie behelsde ook een verlangen naar behoud van sociale cohesie. Als toonbeeld van een organi sche maatschappij golden in de 19de eeuw de middeleeuwse steden met hun gildes. Volgens mensen als Cuypers was voor de kunst ook een opvoedkundige taak weggelegd. In alle openbare ruimtes die de Roermondenaar maakte moesten de mensen mooie dingen kunnen aanschouwen. Mooie produkten konden volgens Cuypers evenwel alleen door geïnspireerde en goed opgeleide vaklieden worden gemaakt. Hij achtte het een van zijn belangrijkste taken om zijn inzichten en vaar digheden aan een jongere generatie over te dragen. Kruisribgewelf Cuypers geldt als de herontdekker van het kruisribgewelf. Hij was ook een van de eersten die de esthetische kwaliteit van baksteen onder kende. Cuypers vond dat men de binnencon- structie van een gebouw ook van buiten moest kunnen zien. De bouwmeester was tevens een fenomenaal tekenaar. Zijn ingekleurde ontwerp-aquarellen zijn zonder meer een lust voor het oog te noemen. Cuypers' kleurige decoraties die de constructie van een gebouw benadrukken en er een 'Gesamtkunstwerk' van maken, waren baanbrekend voor Nederland. Cuypers' opvattingen sloten aan bij de visie van een man als Victor de Stuers. Deze maakte duidelijk dat een volk niet zonder musea en monumenten kan. Verder hield De Stuers met Molkenboer een pleidooi voor een gedegen opleiding tot ontwerper. De belabberde presentatie van Nederland op de wereldten toonstellingen van 1851 en 1873 in Londen en Wenen had volgens hen op pijnlijke wijze aangetoond dat ook de industriële productie niet zonder vakmanschap kan. Met de komst van de Fransen in 1795 waren niet alleen de gildes verdwenen, maar daarmee ook de ambachtelijke opleidingen. Aangezien de Nederlandse regering, geheel volgens haar liberale principes, het tekenonderwijs niet wilde subsidiëren, werd in de behoefte aan een degelijke opleiding niet voorzien. Ten einde raad werden er door particulieren spoedcursus sen tot tekenleraar opgezet. Deze 'wandellera ren' werden ingezet om overal in het land tekenonderwijs te geven. Ook Cuypers speelde in deze een rol: bij het Rijksmuseum richtte hij in 1879 een speciale tekenschool, de Quellinusschool, op. Het gebouw In de Teekenschool van Roermond kunnen we alle aspecten van Cuypers' visie terugvinden. In de bisschopsstad werd al vroeg een opleiding voor ambachtslieden gestart. In de Stadsteekenschool in de Munsterstraat leerden de ambachtslieden meer over kunstgeschiede nis, iconografie, kleurenleer en symboliek. De opleiding was zo populair dat het gebouw al gauw te klein werd. In 1882 werd er al een reorganisatie doorgevoerd. Er werden toen reeds plannen gemaakt voor een nieuw school gebouw, die uiteindelijk resulteerden in de oprichting van de tegenwoordige Teekenschool. Men was van mening dat het nieuwe gebouw een staalkaart moest zijn van april 1997

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 16