Onderhoudsregeling broodnodig Heemschut NOG Persprijs nuf 10.000 Een onderhoudsregeling voor woonhuismonumenten is broodnodig. Vanaf 1961 zijn er continu pogingen geweest om op rijksniveau te komen tot zo'n regeling. Tevergeefs. En daarom was het langzamerhand tijd voor een studiemiddag over dit onderwerp, georganiseerd door het Nationaal Restauratie Centrum en de stichting Nationaal Contact Monumenten. Plaats van samenkomst: de prachtig gerestaureerde synagoge in de Uilenburgerstraat (bij de Jodenbreestraat) te Amsterdam, waarin de NRC Nog steeds geen echte onderhouds regeling voor woonhuismonumenten. Hoe komt dat nu? vroeg directeur Mr. W.M.N. Eggenkamp van de Amsterdamse Maatschappij tot Stads herstel zich af. Hij had een vermoeden: 'Beleidsmakers hebben geen idee wat exploitatie van een monument inhoudt. Het moet "zakelijker" en "economischer", horen we steeds. Maar we zetten al veertig jaar alles op alles om tot een zo zakelijk en econo misch mogelijke exploitatie te komen.' Er is nog iets anders. De subsidie-situ atie voor restaurerende instellingen, betoogde Eggenkamp, is de laatste twintig jaar steeds slechter geworden. Op beleidsniveau realiseert men zich niet wat dat betekent. Werd vroeger 50% van de investeringskosten van restauraties gesubsidieerd, tegenwoor dig is dat nog maar 25%. Het is een heel gezoek om nog zo veel mogelijk restauraties voor elkaar te krijgen. Het gevolg is echter dat het onderhoud er bij inschiet. Aldus Eggenkamp. Stadsherstel zelf trekt 16,74% van haar huuropbrengsten uit voor onder houd. Dat is weinig, vindt de spreker. Dat zou 30% moeten zijn. Ter illus tratie: voor nieuwbouw besteden woningbouwverenigingen liefst 18% van de huuropbrengsten aan onder houd. Het gevolg is dat er een achter stand in onderhoud wordt opge bouwd. Slechts één restaurerende instelling, in Zutphen, komt aan die 30%, de rest niet. Hoeveel zou het staatssecretaris Nuis kosten, zo'n onderhoudsregeling? vroeg Eggenkamp zich af. Hij was aan het rekenen geslagen en kwam tot een jaarlijks bedrag van ongeveer 10 W2 miljoen gulden, uitgaand van 50% subsidie en inclusief meerjarenplan nen en inspectie. 'Slechts' IOV2 miljoen, omdat vele eigenaren-bewo ners niet onder de regeling hoeven te vallen, aangezien zij de onderhouds kosten van de belasting kunnen aftrek ken, en daarom al niet meer dan 50% zelf betalen. Van de/275 miljoen (met rente/320 miljoen) die staatssecretaris Nuis extra voor monumenten heeft uitgetrokken, is 7 5 miljoen gereserveerd voor onderhoud. Dat moet dan uitgesmeerd Zandhoek 13 (naast café), in 1959 gerestaureerd door Stadsherstel Amsterdam. Het interieur kreeg dit jaar een opknapbeurt. Foto Yvonne Cleber. worden over een periode tot en met 2007. Daaruit blijkt dat onderhoud nog steeds ondergeschikt wordt gesteld aan restauratie. Geld, besteed aan onder houd, is echter beter besteed dan aan restauraties, vindt/. W. van Beusekom,, hoofd monumentenbeleid van de stichting Nationaal Contact Monumenten (NCM): Een hogere onderhoudsbij drage leidt tot een efficiënter gebruik van restauratiegelden. Op termijn is minder geld voor restauraties nodig.' Hoe staan de huidige woonhuis monumenten er op dit moment bij? In Amsterdam heeft de gemeenteraad een onderzoek laten uitvoeren naar de technische toestand van vooral het woonhuisbestand. De resultaten daar van zijn geruststellend. Het bleek dat een zeer groot deel (82 van de eige naren bereid is tot planmatig perio diek onderhoud. Voor 29% van de eigenaren echter moet een stimule ringsbeleid worden ontwikkeld. 18% wil namelijk geen periodiek onder houd uitvoeren, 11 wil het wel, maar is er niet toe is staat. Overigens hebben eigenaren veel behoefte aan onder steuning en begeleiding bij onderhoud. B.F. vervolgpag. 5 Engeland, waar men minder rigide is bij het hanteren van leeftijdsgrenzen. Het merkwaardige argument in Nederland, dat de eigen generatie niet zou mogen oordelen over wat tijdgenoten tot stand brengen is niet erg steekhoudend. En de monumen tenbescherming is er al helemaal niet bij gebaat, gezien de vele gevallen van acute bedreiging van wederopbouwar chitectuur. Jaap Kamerling De Heemschut Persprijs krijgt een nieuwe frisse opzet en zal voortaan Heemschut NOG Persprijs heten. Na een overgangsjaar, waarin NOG- verzekeringen te Amsterdam de kosten voor de prijs reeds gedeeltelijk op zich nam, zal NOG de Persprijs drie jaar lang gaan sponsoren. Sinds de instel ling van de prijs in 1986 werd zij gesponsord door VNU te Haarlem. De NOG heeft de prijs verhoogd van f2500,- naar f 10.000,-waarmee de Persprijs belangrijk aan betekenis kan gaan winnen. Bovendien zal de feeste lijke uitreiking voortaan meer cachet krijgen. Komend voorjaar zal de jury weer inzendingen beoordelen, die in aanmerking komen voor de prijs. De jury roept daarom kandidaten op werk van hun hand in te zenden. Het gaat om geschreven artikelen en series of radio/tv-producties over (de bescher ming van) cultuurmonumenten, die in 1996 zijn verschenen of uitgezonden. Onder cultuurmonumenten verstaat de jury niet alleen monumentale of karakteristieke gebouwen, al dan niet beschermd, maar ook waardevolle landschappen en objecten in de bebouwde of landschappelijke omge ving. Inzendingen moeten vóór 1 maart 1997 worden toegestuurd, een journalistiek karakter dragen en toegankelijk zijn voor een breed publiek. Zuiver vakgerichte publica ties komen niet in aanmerking. Ze moeten voldoen aan eisen van zowel leesbaarheid als deskundigheid, in het nederlands zijn gesteld en in de neder- landstalige pers zijn verschenen of uitgezonden. Vooral inzendingen met een kritisch en signalerend karakter zijn welkom. Men kan ook attenderen op kanshebbers voor de prijs. Naast de prijs worden ook eervolle vermeldingen toegekend. Inzendingen vóór 1 maart 1997 naar Bond Heemschut, Nieuwezijds Kolk 28,1012 PV Amsterdam. Inlichtingen: Jaap Kamerling, 020-6225292.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 4