Kolonisatie in Land van Maas en Waal: de ruilverkaveling van 1949-1962 L. PRINS Ruilverkaveling heeft grote gevolgen voor de inrichting van het landschap. Hieronder beschrijft Lammert Prins van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg hoe zorgvuldig de ruilverkaveling en nieuwbouw in het Land van Maas en Waal werd aangepakt en hoe daar bij de huidige herinrichting rekening mee wordt gehouden. Fragment van het komgebied in het Land van Maas en Waal; Topografische kaart 1:50.000, ca. 1840. bedrijfsvoering onmogelijk werd. Komgronden waren 'lege' gebieden, die niet werden bewoond. Bebouwing kwam er dan ook nauwelijks voor, op een enkel tolhuis na: aan een van de schaarse doorgaande wegen in de kom. Niet alleen bebouwing ontbrak, ook waren de kommen schaars voor zien van beplanting. Bomen en strui ken kwamen alleen voor bij de eendenkooien in het gebied. Het leven in het rivierengebied speelde zich af op de zogeheten oeverwallen, de Tot na de Tweede Wereldoorlog lag een aanzienlijk oppervlak land in het gebied tussen de grote rivieren er verlaten bij. Het betrof hier de laagst- gelegen delen, de zogeheten kom gronden, die een gebrekkige afwate ring kenden en daardoor een groot deel van het jaar te vochtig waren voor agrarisch gebruik. De aanleiding van de ruilverkaveling De komgronden dienden als hooiland met maar één, hooguit twee oogsten per jaar. Voorts was de verkavelings- en eigendomssituatie in de loop van de tijd meestal hopeloos ingewikkeld geworden waardoor een gezonde hoger gelegen gronden die tussen de kommen en de rivieren in lagen; daar waren ook de dorpen gesitueerd. Het ging alleen al in het rivieren gebied om tienduizenden hectare komgrond, waar bovenstaande karak teristiek op van toepassing was. Hier en daar gingen al voor de Tweede Wereldoorlog stemmen op om in deze toestand verandering te brengen: met een verbeterde ontwatering en nieuwe inzichten op het vlak van bodemver betering zou van de kom een meer produktief gebied kunnen worden gemaakt. Dit denken kreeg een extra impuls toen men na de Tweede Wereldoorlog moest constateren dat vele boerenzonen in Canada of Nieuw-Zeeland een nieuw agrarisch bestaan gingen opbouwen terwijl er in Nederland zelf nog zoveel onder benutte grond lag. Het omzetten van deze ideeën in plannen was geen gemakkelijke opgave, aangezien de boeren in het gebied zich moeilijk lieten overtuigen en lang bleven vasthouden aan hun traditionele negatief beeld over de bruikbaarheid van komgrond. Maar uiteindelijk kwamen er toch projecten van de grond, financieel ondersteund door gelden uit de na oorlogse Marshall-hulp. De ruilver kaveling Land van Maas en Waal was daarbij het eerste project waarbij op grootschalige wijze een nieuw land schap werd ontworpen. De komgronden in dit gebied zijn tussen 1949-1962 heringericht. Deze ruilverkaveling werd destijds aange merkt als een ruilverkaveling 'nieuwe stijl', waarvan de doelstelling ruimer lag dan alleen de verbetering van de kwaliteit van de grond en een verbete ring van de eigendomssituatie. Ook de aanleg van waterleiding, elektriciteit en krotopruiming in de dorpen op de oeverwallen van Waal en Maas viel binnen de doelstelling. Er vond tevens een intensieve maatschappelijke bege leiding plaats van bevolkingsgroepen voor de op handen zijnde 'kolonisatie' van het komgebied, zoals de ontgin ning van de kom in die tijd wel werd aangeduid. Gaandeweg de uitwerking van die doelstellingen werd het plan tot een veel ingrijpender project ontwikkeld, namelijk de vestiging van dertig be drijven in het laagste en meest verlaten deel van de kom. Daarnaast zouden nog eens ongeveer zestig bedrijven op vrijwillige basis van de oeverwallen naar de kom dienen te verhuizen. Uit- 21

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 21