Stationsgebouw van Van der Vlugt, weinig bekend monument en goed voorbeeld van het Nieuwe Bouwen. Foto's W.Burgers. Naast het stationsgebouw verrees een hangar met daarbij een motorwerk plaats. Ook kwam een portierswoning tot stand. Met man en macht werd gewerkt aan de totstandkoming van het vliegveld. Na minder dan een half jaar vond in augustus 1936 de officiële opening plaats. Pas in mei 1937 waren de werkzaamheden echter geheel voltooid. Opening in 1936 Bij de opening op 29 augustus 1936 zei jhr. Van Lith dejeude, destijds minister van Waterstaat: 'Ypenburg is de eerste luchthaven, waar sportvliegers heer en meester zijn.' De bewindsman kon toen niet voorzien dat de heerschappij van de sportvliegerij van korte duur zou zijn. Vanwege de oorlogsdreiging werden op Ypenburg jachtvliegers op geleid. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Ypenburg definitief de status van militaire vliegbasis. In 1939 werd een apart gebouw tussen Modern trappehuis stationsgebouw. het stationsgebouw en de hangar ge plaatst voor de Nationale Luchtvaart School, die steeds meer activiteiten ontplooide. Het kreeg dezelfde gebogen vorm als het stationsgebouw. Duitse inval Bij de Duitse inval werd het vliegveld complex nauwelijks beschadigd. De Duitsers noemden Ypenburg de Flug- platz Den Haag. Overigens beleefde de bezetter weinig plezier aan het vlieg veld dat nogal kwetsbaar bleek voor de bombardementen van de Britten. In 1943 maakten de Duitsers het vlieg veld onbruikbaar. In het laatste oor logsjaar werden vanaf het vliegveld V-1's en V-2's gelanceerd. Van 29 april tot 9 mei 1945 vonden hier voed- seldroppings plaats ten behoeve van de hongerende Residentie. Bij de bevrijding brandde het stations gebouw goeddeels uit. Het werd her bouwd, maar kreeg een ander interieur. De geallieerde en later de Koninklijke Luchtmacht ging er nadien de scepter zwaaien. Dat hield ook in dat er betrekkelijk weinig aan de bestaande luchthavengebouwen veranderde. Er werd alleen bijgebouwd. Luchtvaartshows In de jaren vijftig en zestig kreeg het vliegveld ook bekendheid door de internationale luchtvaartshows Ypen burg (ILSY), die er werden gehouden. In 1967 kwam daaraan een abrupt einde: de vliegfestijnen veroorzaakten teveel geluidsoverlast en verkeers problemen. In die jaren was Ypenburg regelmatig in het nieuws als aankomst- en vertrek punt voor gasten van de regering en het Koninklijk Huis: een soort voor portaal van de Residentie. Tegen het eind van 1990 werden grote aantallen Amerikaanse militairen en materieel via Ypenburg vanuit Duits land naar de Golf vervoerd. Het waren de laatste toestellen, die hier kwamen. Eind 1990 werd Ypenburg voor alle vliegverkeer gesloten en enkele maan den later was de definitieve sluiting een feit. Stationsgebouw rijksmonument Belangrijk is het gegeven dat het stationsgebouw ('een zeer gaaf voor beeld van luchthavenarchitectuur uit de jaren dertig') in 1994 de status van rijksmonument heeft gekregen. De Historische Vereniging Rijswijk had daartoe in 1993 een aanvraag inge diend. De gemeenteraad van Rijswijk sprak zich daarover positief uit en zo verkregen het stationsgebouw, de hangar en de portierswoning het predikaat rijksmonument. De bestemming van het stationsgebouw staat nog niet vast. Het mooiste zou natuurlijk zijn als het gebouw, waarin nu het projectbureau Ypenburg zetelt, een bestemming zou krijgen, die verband houdt met de luchtvaart. De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de Luchtvaart (KNVvL) heeft reeds interesse aan de dag gelegd. Maar er zijn ook andere belang stellenden. Minder optimisme bestaat er over de toekomst van de hangar met een bijzondere rolconstructie die het mogelijk maakt dat de lange zijde met roldeuren geheel kan worden geopend zonder hinder te ondervinden van kolommen. Deze hangar maakt nu deel uit van de fabriek van Fokker. De oorspronkelijke staalconstructie en de roldeuren zijn nog intact. Overigens zal er in de toekomst naast het stationsgebouw nog betrekkelijk veel herinneren aan het vliegveld. Zo is het de bedoeling accessoires van het vliegterrein, zoals het verkeerstoren tje, landingslichten, windvanen e.d. een nieuwe decoratieve rol te geven in de te bouwen tuinstad. Wibo Burgers, medewerker industriële archeologie van Heemschut.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 20