Thalia iïaihifflFBSSc «55553 H1BIB8-II BB I2EBSB laitïulilll j^: H! 19S999 voor de wederopbouwarchitectuur; alhoewel de gevel ontegenzeggelijk een onderdeel vormt van de architec tuur en deze geenszins vogelvrij wordt verklaard, lijkt het nu vruchtbaarder om de constructie en het programma tot kern van de transformatie-opgave te maken'. De aanvrage aan het Stimulerings fonds, waaruit bovenstaande passage is geciteerd, maakt duidelijk welke richting het Comité op wilde. De stel- lingname zou onderzocht en op zijn waarde beproefd moeten worden. Er was weinig kennis en analyse van na oorlogse gebouwen voorhanden. Het Comité besloot vijf gebouwen, zeer verschillend in verschijnings vorm, functie en waardering, aan te wijzen tot proefproject. De start Na de toezegging van het Stimule ringsfonds om het project financieel te steunen en dankzij de bijdragen van verschillende sponsors, zijn er najaar 1995 vijf groepen gevormd, ieder bestaande uit een architect, een archi tectuurhistoricus en een architectuur student. De rol van de architectuur- historicus wordt in dit geval uiterst belangrijk geacht en heeft, wat het Comité betreft, een voorbeeldfunctie voor het omgaan met oudere gebou wen. Dat houdt in dat er niet alleen van dergelijke gebouwen een gedegen architectuurhistorische analyse wordt gemaakt, maar dat de architectuur historicus ook in het ontwerpproces partner blijft. Deze vijf groepen worden ondersteund door een ruimere kring van mensen: een constructeur, een bouwfysicus en een bouwkosten- deskundige die bereid zijn gebleken zonder beloning het project met raad en daad bij te staan. Het hoofd van de Rotterdamse dienst Bouw- en Woningtoezicht zegde toe mee te denken over potentiële vrijstellingen inzake het Bouwbesluit; bureau Monumenten en vooral wethouder monumentenzorg Herman Meijer bleken en blijken dankbare aanspreek punten. Stationspostkantoor te Rotterdam. De vijf gebouwen Vijf gebouwen koos het Comité, waarvan het merendeel min of meer bedreigd werd door leegstand, problematische ligging of functie verandering: het Stationspostkantoor (ontwerp H.M. en E.H. Kraaijvanger), bioscoop Thalia aan de Kruiskade (ontwerp Hendriks, Van der Sluys en Van den Bosch), winkelpand Huf aan de Hoogstraat (ontwerp Van den Broek en Bakema), het PTT-gebouw aan de Botersloot (ontwerp Gemeente werken, onder supervisie van Van der Steur) en schoolgebouw St. Lucia aan de Hennekijnstraat (ontwerp Leo de Jonge). Vijf gebouwen van bekende en minder bekende architecten, verguisd of gewaardeerd, stilistische en functio nele tegenpolen. De belangrijkste taak van de groepen was een ontwerp te maken, redene rend vanuit de mogelijkheden van het gebouw zelf, zoals het er staat. In de praktijk wordt immers maar al te dikwijls geredeneerd vanuit het nieuwe programma dat vervolgens met geweld een plaats in het gebouw moet vinden. Het Comité formeerde voor elk ge bouw een team dat heel precies werd geselecteerd op basis van oeuvre en reputatie. Daarmee hoopte het Comité alleen die architecten te krijgen die bereid zouden zijn zich in de geest van het gebouw te verdiepen en waarde ring hadden voor wederopbouwarchi tectuur. De opdracht aan hen was dat zij een realiseerbaar plan op het niveau van een voorlopig ontwerp moesten maken. De teams gingen voorjaar 1996 aan de slag; het project zal eind dit jaar feitelijk worden afgerond en komend voorjaar formeel beëindigd worden met een tentoonstelling in het Nederlands Architectuur Instituut. In het voorjaar is eveneens een pro jectgroep Waardestelling Wederop bouw gestart, bestaande uit onafhan kelijke deskundigen. Op initiatief van het Comité en het bureau Monumen ten worden op basis van het IPW gegevens verzameld om de wederop bouw te kunnen kwalificeren. Met deze gegevens kan er beleid worden ontwikkeld dat door het bestuur, Welstand en gemeentelijke diensten wordt uitgevoerd. Voor Thalia, een van de eerste biosco pen in het naoorlogse Rotterdam en synoniem met het sobere, maar geluk kige uitgaansleven van na de oorlog, werden de architect Rianne Makkink, de architectuurhistoricus Mariëtte Kamphuis en de videomaker Harm, te Velde ingeschakeld. Het lot van Thalia hing aan een zijden draad. Door de komst van de megabioscoop op het Schouwburgplein was Thalia overbo dig geworden. Het tegenover gelegen Luxortheater zou naar Zuid worden verplaatst en de dienst stedebouw en volkshuisvesting was doende met een algehele herkaveling van dit stukje uitgaanscentrum ter weerszijden van de Kruiskade. Er werd over gedacht Thalia te slopen en er eventueel een kantoorgebouw neer te zetten. Tijdens de opening van de mega bioscoop met champagne en toespra ken, woonden de leden van Comité Wederopbouw met een flesje fris of een ijsje de laatste voorstelling bij in de vermoeide zalen van Thalia. Er volgde een wonderbaarlijke en spannende periode van gevechten en ontdekkingen om Thalia, althans lopende het onderzoek, overeind te houden. Het Rotterdamse Ontwikke lingsbedrijf, inmiddels eigenaar van het gebouw, kon er op het nippertje van weerhouden worden de stoelen er maar vast uit te slopen. Het interieur van Thalia, hoe afgeleefd en morsig ook, bleek nog geheel in originele staat te verkeren, tot en met het vloer kleed in de foyer toe. Kamphuis' onderzoek leidde tot de ontdekking van de bouwtekeningen, die verloren gewaand waren, en tot een schat aan informatie over de opdracht en de bouw. Het ontwerp voor Thalia door Makkink verkeert in een afrondende fase; zoveel is zeker dat er voor Thalia als cultureel centrum een nieuw leven mogelijk is en dat daarvoor inmiddels ook gegadigden zijn. In elk geval hebben de werkzaamheden van het Thalia-team, de gevechten die het voerde, de gesprekken die het hield en de aandacht in de pers er toe geleid dat het belang van Thalia als Gesamt- kunstwerk meer dan voorheen wordt ingezien. Stationspostkantoor Het Stationspostkantoor, pal naast de spoorlijn, zal in de gemeentelijke plannen voor het stationsgebied (uitbreiding station, HSL, aanpak stationsplein en omgeving) zijn functie verliezen. Hoewel de waarde ring voor dit enorme en krachtige 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 15