Noodmaatregel voor besteding extra geld Commentaar JAAP KAMERLING Op 1 augustus zal een Algemene maatregel van bestuur van kracht worden, waarin de criteria zijn vastgelegd voor de besteding van de eerste tranche van de extra middelen voor de monumentenzorg, die al in 1996 beschikbaar zijn en f25 miljoen bedragen. Deze regeling kent een korte levensduur: een 'Nood-Amvb'. Reële behoefte Tot uiterlijk 1 september van dit jaar kunnen aanvragen worden ingediend in het kader van deze regelingen. Alleen rijksmonumenten die in een zodanig slechte staat verkeren dat zij acuut in hun voortbestaan bedreigd worden, komen in aanmerking. In tweede instantie kunnen, naast de technische staat, andere selectiecrite ria een rol spelen: bestemming, sprei ding over categorieën monumenten en over het land, alsmede investerin- gensaspecten. Overigens ligt nu reeds voor meer dan f350 miljoen aan aanvragen op de plank bij de Rijksdienst. Er zal zeer streng geselec teerd worden. De werkzaamheden aan de projecten die gehonoreerd worden, moeten reeds vóór 1 december 1996 aanvangen. Op 1 mei 1997 zal de 'definitieve' nieuwe Algemene maatregel van bestuur in werking treden. In die rege ling zal vastgelegd worden hoe de reguliere middelen en de extra gelden die in de periode '97-2000 beschikbaar komen, verdeeld gaan worden. Op 1 november 1997 zal voor het eerst een budget worden toegekend op grond van deze nieuwe regeling. Uitgangspunt is dat de toedeling geschiedt op basis van werkelijke restauratie-behoefte en niet op grond van aantallen monumenten, zoals nu gebeurt. Gemeenten zullen hun restauratie-behoefte aangeven door middel van de zogenoemde 'Behoefteraming', die het huidige meerjarenprogramma zal vervangen. Een dergelijke raming zal volgens de planning voor het eerst moeten worden ingediend voor 1 juli 1997. Dat is twee maanden na de inwerkingtreding van de nieuwe regeling wat erg kort is. Op grond van de behoefteramingen worden budgetten berekend per gemeente. Voor een aantal gemeen ten, naar verwachting 37, wordt een gemeentelijk budget gereserveerd. Voor de overige gemeenten worden de berekende budgetten samenge voegd in een provinciaal budget. De provincies zullen binnen dat budget prioriteiten in de tijd kunnen stellen, op basis van de door de betreffende gemeenten opgestelde behoeftera mingen. Binnen die behoefteramin gen zal overigens een onderscheid worden gemaakt naar drie catego rieën: woonhuizen en boerderijen, kerken en overige categorieën. In de prioriteitsstelling van de provincie zal de behoefte binnen deze drie catego rieën ook moeten doorklinken. Op grond van de nieuwe regelingen zullen lagere subsidiepercentages worden gehanteerd dan in het huidige BRRM het geval is. Dat is verant woord volgens staatssecretaris Nuis, omdat er voor de eigenaar een aantal voordelen tegenover staat. Ten eerste zal er minder voorgefinancierd hoeven worden en dat scheelt rente. En ten tweede zal het nog aantrekkelijker zijn om de totale restauratie te financieren doordat het Rijk zich garant stelt voor het Nationaal Restauratiefonds (zie ook het artikel over de achterborg op pag. 34). De behoefteraming is een nieuw instrument, waarmee de gemeenten zullen moeten werken. Nuis wil er alles aan doen om de gemeenten daarbij te helpen, onder meer door het organise ren van een intensieve instructie per provincie. Gelet op de korte tijd tussen de inwerkingtreding van de nieuwe Amvb en de indieningstermijn voor de eerste behoefteraming, zal daarmee reeds begonnen worden vóór de regeling van kracht wordt. In oktober van dit jaar zal de methodiek bekend gemaakt worden en in novem ber zal begonnen worden met de instructie. In kringen van stadsherstelorgani- saties is men weinig gelukkig met deze nood-Amvb. Het ging, zo zegt Jaap Hulscher van Stadsherstel Amsterdam, omnoodrestauraties in 1996. Maar de toedeling van het extra geld is inmiddels uitgesteld tot 1 oktober. Op z'n vroegst kun je dan eind november met een restauratie beginnen, als het plan tenminste direct klaar ligt. Dat is een heel ongunstig tijdstip want de winter valt dan in en dat is niet best als het om krepeer-gevallen gaat met lekkende daken. In de wandelgangen leeft boven dien de vrees, dat het leeuwendeel van de extra middelen naar restau ratie van grotere projecten gaat zoals de kerken van Hulst en Muiden en het stadhuis van Gouda. Voor woonhuisrestaura ties lijkt er althans in 1996 weinig in het vat te zitten. Hulscher hoopt, dat de beloofde spreiding over categorieën monu menten de volgende jaren meer tot zijn recht zal komen. Bij woon huismonumenten signaleert hij in elk geval de grootste achterstand. Als er echt sprake zal zijn van reële behoefteraming zullen daarom juist de woonhuismonumenten prioriteit moeten krijgen. De beperking tot Rijksmonument vindt Hulscher niet juist. Nota bene juist de Rijksdienst legt al tijd zoveel nadruk op het monument en zijn omgeving. Beeldbepalende panden konden tot voor kort nog door de stadsherstellen 'meegeno men' worden dankzij de stadsver- nieuwingsgelden maar nu die bron opdroogt komen deze panden op de tocht te staan. Jaap Kamerling

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 5