Rentokil GEEFT ZEKERHEID, NU ÉN STRAKS Toorenburg B.V. Begraafplaatsen Rentokil is een wijdvertakte, internationale organisatie met vestigingen in meer dan 40 landen. Rentokil heeft specialisten op alle gebieden: houtbescherming, vochtwering, bestrijding van knaagdieren, preventieve maatregelen tegen duiven, ongedierte- bestrijding, bestrijding van zwammen, houtworm en wat dies meer zij. B.V. Rentokil Services Volmerlaan 9, 2288 GD Rijswijk Postbus 52 2280 AB Rijswijk Telefoon: 070-3996564 Telefax: 070-3191097 Telex: 32440 rtkil ALS KWALITEIT EEN VOORWAARDE IS LEIDEKKERSBEDRIJF Zilverstraat 52 - 2544 EL Den Haag Tel. 070-3457975/3297110/3657624 Fax 070-3299059 Gespecialiseerd in: Natuurleien Lood-, koper- en zinkwerk Leipannen zijn de plaats, functie en vorm of stand van het onderdeel. Dit leidt soms tot Nederlands waar je tong van dubbel slaat maar taalkundige schoonheid was sowieso geen hoofddoel. In de op de inleiding volgende hoofd stukken worden achtereenvolgens de diverse gebinten, kapspanten en kappen zonder spanten beschreven. Iedere voor het eerst gehanteerde 'kunstterm' wordt gecursiveerd weergegeven en gevolgd door een cijfer tussen haakjes. Dit getal verwijst naar het nummer van de term dan wel definitie in hoofdstuk 5 en daarmee kan tevens de plaats van het onderdeel in de daar weer op volgende doorsnedetekeningen worden teruggevonden. Hier bewijzen de 'kunsttermen' hun juistheid en bruikbaarheid. De 'gebintkoppelbalkschoor' ondersteunt, schoort, inderdaad de balk die twee gebinten, achter elkaar opgesteld in de lengterichting van de boerderij, aan elkaar koppelt. Een constructie bestaat per definitie uit meerdere onderdelen. Van door slaggevend belang voor de uiteindelijke draag- of spankracht en de soepelheid danwel stijfheid van de constructie is de wijze waarop de samenstellende delen worden verbonden. Het laatste hoofdstuk is dan ook gewijd aan de houtverbindingen en wordt veelbete kenend afgesloten met het oudste middel om constructies af te schermen tegen weer en wind: beschietingen en beplankingen. Een literatuuropgave, register, samenvatting in Nederlands, Duits en Engels, een eveneens drie talig glossarium en verantwoording ronden het boek af. Geen boek voor leken in de eerste plaats, maar door zijn opzet zeker voor iedereen te begrijpen. Verplichte kost voor bouwhistorici, aannemers en architecten betrokken bij (boerderij)restauraties. Ook gemeen ten, hun ambtenaren en monumen tencommissies, die (veel) landelijke bouwkunst op hun grondgebied hebben staan, horen dit boek op de plank te hebben èn regelmatig ter hand te nemen. Kan in naamgeving de regionale verscheidenheid soms aanleiding zijn tot misverstanden en irritaties, in constructie, vormgeving en detail is zij ongemeen boeiend en verdient zij het tijdig opgemerkt en behouden te worden. Dat deze uitgave en de soms wat omslachtige kunstter men van Berends daarin een positieve rol kunnen gaan spelen, mag duidelijk zijn. Leo van derMeule G. Berends, Historische houtconstructies in Nederland, Arnhem, Stichting Historisch Boerderij Onderzoek, 1996, 142 blz. In de Stichtse Monumentenreeks verscheen als deel 7 'Begraafplaatsen' door Edwin Maes; eindredactie Ronald Blijdenstijn. De laatste jaren is de inte resse voor de begraafplaats, ons fune raire erfgoed, steeds toegenomen. Aanleiding voor deze uitgave vormt de afronding van een onderzoek naar waardevolle monumenten op Utrechtse begraafplaatsen door de Stichting Stichtse Geschiedenis en de V ereniging T erebinth Het boekje geeft eerst een historisch overzicht van begraven en begraaf plaatsen in de provincie Utrecht. Daarna worden verschillende verschijnselen als aanleg, de gebou wen, bijzondere beplanting en graf monumenten beschreven. De 32 mooiste begraafplaatsen uit de provin cie komen aan bod en op bijzondere aspecten wordt gewezen. De foto's zijn van Henk Bol. Tot slot bevat het boekje een alfabeti sche lijst van begraafplaatsen met enkele gegevens. Utrecht, Matrijs, 1996. 64p. ISBN90.5345.091.2. Prijsf 19,95 AMtC HOUTWORM? w DUIVEN? m ZWAM? is 37

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 37