Wiete Buma: 'Je moet overtuigen op basis van argumenten' Mr. W.W Hopperus Buma was tien jaar lid van het Dagelijks Bestuur van Heemschut en bijna 22jaar lid van het Algemeen Bestuur. Op de jaarvergadering (ljuni) in de oude waterpompruimte in Soestduinen werd hij feestelijk uitgeluid. Buma kreeg uit handen van voorzitter Franssen de Ton Kootpenning uitgereikt, een eer die ook ir. P. Reijenga ('het architectonisch geweten van de Stad Groningen) te beurt viel. Op deze pagina's een interview met de op 29juni 70jaar geworden mr. Wiardus Willem, ('Wiete'voor intimi) Hopperus Buma. Een Heemschutterpur sang, die nooit de confrontatie zoekt, maar op een aimabele manier probeert te overtuigen op basis van argumenten. Buma: 'Je vangt nu eenmaal meer vliegen met honing dan met azijn. ROBLUREMAN Wiet Buma (geheel rechts op foto) na de uitreiking van de Ton Koot-penning in Pompstation Soestduinen. Naast hem voorzitter J.Franssen met aan diens rechterzijde Piet Reijenga, die ook een Ton Koot-penning ontving. Links alg.directeur Bernard Duimel. Foto Abele Reitsma. De naam Dwingeloo valt tijdens het gesprek bij herhaling. Ook Wiete Buma ontkomt niet aan z'n roots. Als hij weer eens in Drenthe is, kan hij het nooit laten om even in Dwingeloo aan te wippen, de gemeente waar hij van 1958 tot '73 burgemeester was. 'En dan gebeurt het nog weieens dat de mensen me aanklampen. "Door u is die Brink zo mooi gebleven", zeggen ze dan. Dat geeft me voldoening. Het klinkt wat bekakt om dat van jezelf te zeggen, maar ik heb in mijn burge meestersperiode stevig achter de bescherming van het dorpsgezicht van Dwingeloo aangezeten. Wat dat betreft wist ik dat toenmalig CdK Cramer achter mij stond. Die zei in 1958 bij mijn installatie "Wees alsje blieft zuinig op die dorpsbrink". Het interview heeft plaats in zijn smaakvol ingerichte, fraai in het bomengroen gesitueerde villa, die tot 1983 ambtswoning was voor de burge meesters van Warnsveld. 'Toen we wisten dat we hier zouden blijven en de gelegenheid zich voordeed, hebben we het pand gekocht.' De in Elspeet geboren en in Diepenveen opge groeide bestuurder heeft altijd een voorkeur gehad voor de kleinschalig heid van plattelandsgemeenten en voor het Oosten des lands. 'Ik ben iemand van de persoonlijke schaal, van de menselijke contacten. In dat opzicht spreekt de mentaliteit in Oost- en Noord-Nederland me aan', zegt de man die na Dwingeloo achttien jaar burgemeester (tot 1991) was van het al even landelijke Warnsveld. Conditie Over zijn afscheid van het algemeen en dagelijks bestuur bij Heemschut is hij kort, maar krachtig. 'Je kunt beter terugtreden als je nog lekker in condi tie bent dan dat je om gezondheids redenen moet vertrekken.' Die stelregel is ook van toepassing op zijn voorzitterschap van de provinciale commissie Gelderland. Het eind is na 22 jaar in zicht. Als een geschikte opvolger is gevonden, is ook die functie verleden tijd. 'Ik wil eindelijk eens wat dingen gaan doen waar ik nooit aan toegekomen ben, ik was voor Heemschut nogal vaak weg. Zo heb ik de kinderen beloofd meer over m'n jeugd en familie op te schrijven. En ik wil thuis wat meer zaken ordenen. Als je een keer kleiner moet gaan wonen moetje niet tot het laatste moment wachten met opruimen. Maar ik blijf voorlopig wel graag gewoon lid van de provinciale commissie', laat hij er op volgen, 'daarvoor is de betrokkenheid te groot.' Omdat hij het rustiger aan wil doen heeft hij eveneens bedankt voor de Monumentenraad van Deventer. 'Ik was ook daar voorzitter, dat betekent immers datje altijd aanwezig moet zijn.' Zijn interesse voor cultuur en cultuur historie dateert van de tijd dat hij als nieuwsgierig jongetje achter de dorps kerkvan Diepenveen (een restant van een middeleeuws klooster) aan het graven was. 'In die tijd mocht dat nog', zegt hij met een lichte verontschuldi ging in zijn stem. Heemschut heeft veel aan de ontwikkeling van z'n cultuur historische belangstelling bijgedragen en op zijn beurt probeert Buma die kennis weer over te dragen aan derden. 'Het boeiende met het erfgoed is dat je steeds meer ontdekt en steeds meer vragen beantwoord krijgt, maar nooit uitgestudeerd raakt. Wat dat betreft is er toch een verschil met de natuurbe scherming. Je hoeft een beuk niet van een eik te kunnen onderscheiden om van het bomengroen te genieten. Bij monumenten ligt dat anders. Een monument hoeft niet altijd mooi te zijn. Neem een oude sluis, een grens paal of een bunker. Je moet achter bepaalde zaken leren kijken. Dat kan je van pas komen als er wat gered moet worden. Een dichtgetimmerd pand is daarvoor het treffendste voorbeeld. De mensen die zeggen dat het plat moet, zien niet de fraaie metselver- banden, de bogen, de ornamenten. Dat is inzicht dat moet groeien en dat kan alleen als je enige kennis hebt. Kunst is dan ook de mensen die voor afbraak zijn op een beminnelijke manier te overtuigen dat er ook een andere kant is. Namelijk een fraai opgeknapt pand dat weer een passende 25

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 25