Martinuskerk te Geulle. op. Deze resteert nog van de oude Willibrorduskerk uit 1828. Twee voorgangers van deze kerk waren door rampen verwoest (een Maasoverstroming in 1643 en een dorpsbrand in 1825, waaraan een gedenksteen herinnert). Toen men in 1984 besloot de oude kerk te slopen, bleef de toren gespaard. Sinds 1985 bevindt zich hierin een Willibrorduskapel. Voordat men vanuit Obbicht het dorp Grevenbicht binnengaat, passeert men een oude Romeinse grafheuvel, die nadien als jodenbegraafplaats dienst deed. Voor deze zogeheten 'Jodenberg' ziet men een in het dorp gevonden Romeinse putrand, die vroeger in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden heeft gestaan. In het dorp zelf kan men, achter de Maasdijk, een onlangs gerestaureerde 17de-eeuwse watermolen bezoeken. Langs de gehuchtjes Illikhoven en Visserweert - in de 16de eeuw woon- en schuilplaatsen van Wederdopers - komt men in Roosteren. Afgezien van de oude boerderijen, die men in al deze Maasdorpen nog in overvloed aantreft, zijn hier twee kastelen de moeite waard. Van kasteel Eyckholt, waarin tegenwoordig een restaurant is gevestigd, zijn nog delen uit de 17de eeuw bewaard (muurwerk en toren). Toen het in 1878 werd ingericht als kapelanie en schoolgebouw, zorgde deze nieuwe functie voor ingrijpende wijzigingen van het oorspronkelijke gebouw. Kasteel Ter Borch werd in de vorige eeuw gebouwd door de aanzienlijke familie Barbou de Roosteren. Het gebouw werd in 1972 door brand getroffen en is onlangs gerestaureerd. Het 'eiland in de Maas' Het meest noordelijke deel van het gebied tussen Maas en kanaal wordt gevormd door het 'eiland in de Maas'. De dorpen Ohé en Laak en Stevensweert lagen vroeger op een eiland en deze oude situatie werd nagenoeg weer hersteld, toen het Julianakanaal in de de jaren '30 de plaatsjes weer afzonderde van de omringende dorpen. In Ohé en Laak ligt kasteel Hasselholt, ook wel 't Geutje geheten. Het kasteeltje is door de ijver van baron van Hövell tot Westerflier vanaf 1969 geheel geres taureerd. Het hoofdgebouw toont aan drie zijden laat-gotische gevels in mergel (1544-1548); de oostzijde werd in 1651 in Maaslandse renaissance stjl opgetrokken (baksteen met natuurste nen raamomlijstingen). Het econo miegebouw, waarvan één zijde nog vakwerkbouw vertoont, werd in 1629 verbouwd en als woning ingericht. Van het kasteel van Stevensweert resten nog delen van de ronde bakste nen toren. Toen het dorpje in 1633 door de Spanjaarden omgebouwd werd tot vestingstadje, kreeg het voor- Kasteel 'Hasselholt' ('t Geutje) te Ohé en Laak. malige kasteel de functie van gouver nement. Graaf Herman Frederik van den Bergh liet toen langs de Maas een nieuw landgoed aanleggen en noemde dit naar zijn vrouw Walburgis: de Walburg. Sinds het begin van deze eeuw is dit complex geleidelijkaan vervallen en uiteindelijk viel de ruïne ten prooi aan de ontgrinding; een maquette ervan kan men bewonderen in het Streekmuseum van Stevensweert, dat in het zomerseizoen in het weekend geopend is van 14 tot 17 uur. In het vestingstadje vindt men een hervormde kerk uit 1819 en de katholieke Stephanuskerkuit 1781 met gebrand schilderde ramen van Charles Eyck. Een curieus detail bij dit laatse gebouw: de bouwmeester Peter Rutten heeft zijn naam achtergelaten op de deurknop in de vorm van een chrono gram en in één van de kerkbanken treft men als inlegwerk zijn initialen met timmermansgereedschap aan. Hopelijk inspireert het voorgaande de lezer om evenals de deelnemers aan de excursie tussen Maasbracht en Maastricht even de autosnelweg te verlaten en een kijkje te gaan nemen aan de andere zijde van het Julianakanaal. A.M.P.P. Janssen Heemschut Limburg 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 15