De taaie strijd van comité Redt Duikers Cineac Rijksmonument wordt filiaal van restaurantketen BERT FRANSSEN Planet Hollywood Liever heritage centre Toekomstig eigenaar Caransa vond Duikers Cineac een verschrikkelijk lelijk gebouw.Was dat nu een rijksmonument? Het was in de loop der jaren dan ook ernstig verminkt, alleen cultureel geschoolden bekeken het met bijzondere interesse. De mensen van het comité Redt Duikers Cineac bijvoorbeeld. Met niet aflatende ijver proberen ze sinds enkele jaren te redden water te redden valt. Met succes, ook nu het pand wordt gerestaureerd en verbouwd tot restaurant. We moeten alles doen om deze restauratie naar een goed resultaat te leiden Architecten worden gauw lyrisch bij het beschrijven van Duikers gebouwen, die uniek en vernieuwend heten, ontworpen in een bijna niet te beschrij ven trefzekere en verfijnde vormen taal. Maar ze hebben het moeilijk in deze tijd. Ze zijn aan restauratie toe en moeten op zoek naar hergebruikers, terwijl monumentenzorgers voorlopig nog meer affiniteit hebben met gebou wen van vóór 1850. Een beetje extra steun is dus wel nodig. De Cineac aan de Amsterdamse Reguliersbreestraat mag zich verheugen in de bijzondere belangstelling van een groep Amsterdammers, afkomstig uit de architectuur-, kunsthistorische, monumenten-, kunst, en mediawe reld. Zij richtten in de zomer van 1994 het comité Redt Duikers Cineac op. Er viel en valt namelijk wat te redden. Niet dat er ooit plannen voor afbraak hebben bestaan, maar wel is het rijks monument ernstig verminkt en uiter ste waakzaamheid is geboden bij de huidige plannen om er een restaurant van te maken. De Cineac is een monument in de filmhistorie. Het in 1934 gereedgeko men theater met ruim 500 plaatsen was niet zomaar een bioscoop, maar draaide, tot ver na de tweede wereld oorlog, volgens de formule van de doorlopende voorstelling: een uur lang waren niets anders dan nieuws beelden uit de hele wereld te zien. Na de komst van de tv-journaals moest het deze functie wel verliezen. De bioscoop werd een 'gewoon' tweede rangs theater, want goedkoop moest het blijven, en alle pogingen om het nieuw leven in te blazen - het kreeg een 'intiem' jasje en fungeerde vorig jaar nog als riksbioscoop - liepen op niets uit. Wie nu de Cineac passeert, krijgt de indruk dat het monument dan toch het loodje heeft moeten leggen. De gevel is ontmanteld, het puin ligt opgetast. Maar dat is schijn. De gevel zal door architect Cees Dam zelfs weer in haar oorspronkelijke staat worden terugge bracht, en dat is winst, want in de loop der jaren is er nogal wat veranderd. Er is nu tenminste een plan: er komt een vestiging van restaurantketen Planet Hollywood in, een over de hele wereld uitzaaiende onderneming, opgericht door een groep filmsterren. Het is een veredelde hamburgerketen, ingericht met filmdecors en authen tieke rekwisieten; een drukke bedoe ning, volstrekt in tegenstelling met het bewust sobere interieur van Duiker. Er komt wel bediening in het restau rant. En dan mag het van de gemeente, blijkens een bestemmings plannetje, speciaal voor dit gebouw ontworpen. Een van de toegestane functies is horeca drie: restaurant met bediening. Fastfood met zelfbediening mag niet; daar zijn er trouwens genoeg van in de Reguliersbreestraat. Het interieur wordt spoedig door de eigen architect van Planet Hollywood voor het hergebruik geschikt gemaakt. Redt Duikers Cineac bestaat uit zes tot acht mensen, die om de drie weken bij elkaar komen -er zijn al 28 bijeen komsten geweest. Het is een zeer actieve groep die allerlei activiteiten op zijn naam heeft staan. Een stand op een Restauratiebeurs, een tentoonstel ling, een informatie-avond, een lijst met honderden adhesiebetuigingen, en veel, heel veel research.... De laatste weken gaan leden van de groep meerdere malen per week naar de Cineac om extra informatie te verza melen en foto's te nemen. Er is veel contact met het Bureau Monumentenzorg van de gemeente. Comitélid Klaas Visser: 'Monumentenzorg wordt overstelpt met werk, waar het eigenlijk te weinig mensen voor heeft. Het loopt daarom vaak achter de feiten aan. Het had aanvankelijk ook minder affiniteit met deze wijze van bouwen en met nieu were monumenten in het algemeen.' 'Voor ons was het gebouw heel erg belangrijk,' zegt Kees Alberts, een ander lid van het comité. 'Sinds begin jaren zestig is er een grote belangstel ling voor Duiker gegroeid. Er is ook veel over Duiker gedocumenteerd. Voor architecten is het een figuur die alles in zich verenigt: een echte ontwerper, ook iemand die goed nadenkt, het belang ziet van bouw fysische aspecten, zoals akoestische problemen, verwarming en ventilatie, en alles inzet wat de techniek op het moment kan leveren. Het is een voor beeldig bouwkundig ingenieur. De Cineac is één van de eerste bioscoop zalen die een complete luchtbehande lingsinstallatie had, er zijn diverse verwarmingswijzen, ook de luifel was verwarmd - die hebben we weer terug gevonden. Wat er nu gebeurt, is dus niet zomaar een restauratie. 'We moeten alles doen om haar tot een goed resultaat te leiden.' Intensief heeft Redt Duikers Cineac zich met de vraag naar het hergebruik bezig gehouden. Coördinator van het comité, de bouwkundige Bonny Alberts: 'Het liefst wilden we een gebouw waarin films getoond werden. Maar we zijn tot de conclusie gekomen dat een gebouw met alleen maar film, bijvoorbeeld een besloten filmhuis, in deze tijd niet haalbaar is.' Die inschatting lijkt juist. Pal tegen over de Cineac komt een megabioscoop van Pathé Cinemas met in totaal 21 zalen (zie kader). Meer levenskansen leek het idee van een heritage centre te hebben. Een toeristisch centrum waar de gast in vogelvlucht een audiovisueel visite kaartje van de stad krijgt voorgescho teld, met nadruk op het architectoni sche en culturele erfgoed. In steden als Londen en Parijs bestaan dergelijke centra. Wat zou er leuker zijn dan dat toeristen per boot over de Arnstel naar het heritage centre vervoerd worden? Bonny Alberts: 'Wij dachten dat het gebouw er geschikt voor was. In Amsterdam ontbreekt zoiets. Wij hebben daarvoor gepleit en men wil

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 28