Literatuur: Waterleidingmuseum Pompinstallatie in de Oudheidkamer van het Pompstation (foto J.Boelhouwer). toch bij het grondwater te kunnen komen, heeft men het terrein eerst voor een deel afgegraven. Het gebouw heeft een T-vormige plattegrond. De langgerekte voor gevel is symmetrisch. Links en rechts van de licht risaliserende ingangspartij bevinden zich twee ramen. Het middenrisaliet wordt bekroond met een topgevel. In de topgevel is een rosetvenster aangebracht en hieronder staat de naam van de 'Utrechtsche Waterleidingmaatschappij', nu opge nomen in het Waterleidingbedrijf Midden-Nederland. Aan weerszijden van de topgevel bevinden zich twee uitgekraagde pinakels. Op de top is een windvaan geplaatst met het bouw jaar 1902. Het gebouw is eenvoudig maar smaak vol gedetailleerd: penanten tussen de vensters, een tandlijst onder de goot- lijst, hardstenen banden en zandstenen blokken en sluitstenen. Utiliteitsbouw volgens de toen heersende mode: de neo-renaissancestijl; gebouwd voor de eeuwigheid in een tijd van revolutio naire veranderingen. Achter de voorgevel bevindt zich de machinekamer. Het dak wordt gedra gen door zes stalen driescharniervak- werkspanten van het Polonceau-type. De wanden zijn versierd met pilasters, een omlopende kroonlijst en een lambrizering van geglazuurde tegels. Oorspronkelijk stond in deze ruimte natuurlijk de stoommachine. Het pompstation heeft nu gedeeltelijk een museumfunctie. In deze ruimte zijn twee grote dieselpompen tentoonge steld, een uit 1932, de ander gebouwd in 1935; slechts drie jaar na elkaar gemaakt, maar een wereld van verschil in ontwerp. De oudste pomp heeft nog het uiterlijk van een stoommachine terwijl de jongere machine al veel lijkt op een moderne dieselmoter. De vacuümketel die in deze ruimte opgesteld staat is nog origineel. Vergaderen in Art Nouveau sfeer Achter de machinekamer bevindt zich de ketelruimte. In deze ruimte zijn dezelfde vakwerkspanten gebruikt als in de machinekamer. Het is een mooie grote zaal die nu dienst doet als ontvangstruimte. In deze fraaie entourage wordt de Algemene Ledenvergadering van Heemschut gehouden. Eén wand van de ketel ruimte wordt helemaal in beslag genomen door een grote Art Nouveau bibliotheek. De kasten zijn afkomstig uit het kantoor van de Utrechtse verzekeringsmaatschappij 'De Utrecht'. 'De Utrecht' van architect J. Verheul is zoals bekend gesloopt maar de biblio theek, ontworpen door dezelfde archi tect, is gespaard gebleven. De kasten zijn lange tijd opgeslagen geweest en hebben sinds kort hier een uitstekende bestemming gevonden. Voor de biblio theek staat een grote vergadertafel die ook uit 'De Utrecht' afkomstig is. De tafel is pas opnieuw bekleed maar het Algemeen Bestuur van Heemschut mag, bij hoge uitzondering, het genoegen smaken om voorafgaand aan de Ledenvergadering aan deze tafel te vergaderen. De laatste ruimte van het pompstation is het kolenhok, dit deel vormt een groot contrast met de rest van het gebouw. De twee andere zalen zouden gebouwd kunnen zijn voor de meest uiteenlopende functies. Voor deze ruimte kun je slechts één gebruik bedenken: steenkoolopslag; zwart, vies en zwaar. Geen stalen vakwerkspanten maar gebinten opgebouwd uit zware balken dragen het dak. Achter het kolenhok heeft het maaiveld nog de oorspronkelijke hoogte. Hier liep vroeger een spoorlijntje. Het dak kon open en de kolen werden vanuit de wagon zo het kolenhok in gekiept. Het kolenhok is in hout opgetrokken maar een van de wanden bestaat uit een schuin aflopende bakstenen muur. De steenkool rolde zo vanzelf naar beneden en kon gemakkelijk opge schept worden. Enkele jaren geleden is het pompstation geheel gerestaureerd. Tegelijkertijd is er een deel bij aangebouwd. Deze nieuwbouw is in ongeveer dezelfde stijl opgetrokken. Toen ik er, in gezel schap van algemeen directeur B. Duim,el op bezoek was, moesten we allebei minstens twee keer kijken voordat we zeker wisten dat dit deel inderdaad nieuw gebouwd was. Normaal gesproken ben ik zeker geen voorstander van aange paste nieuwbouw, maar ik moet zeggen dat dit hier erg smaakvol is gedaan. De verdere aankleding is weer heel modem: glanzende stalen leuningen buitenom en in het interieur bijvoorbeeld fraai vormgegeven moderne trappen. B.J.M. Duimel en ik werden die dag ontvangen door M. deMunck, chef afdeling Algemene Zaken van de N.V. Waterleidingbedrijf Midden- Nederland. Het is niet in de laatste plaats aan zijn enthousiasme te danken dat het pompstation zo zorgvuldig is gerestaureerd. Opmerkelijk is zijn aandacht voor het detail. Hij heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat in de bestrating de ligging van de oude spoorlijn is weergegeven. En een ander voorbeeld: vlak bij het pompsta tion is een put waar oude waterleidin gen bij elkaar komen. Het meest voor de hand had gelegen dat deze leidin gen verkocht waren geweest aan de locale oudijzerhandelaar. Maar nee, op de put is een glazen huisje geplaatst zodat nu nog steeds zichtbaar is hoe het water vroeger naar het pompsta tion werd geleid. Het is ook aan de Muncks enthousiasme te danken dat de bibliotheek van 'De Utrecht' een waardige bestemming gevonden heeft. Dit is zorg voor het erfgoed zoals het hoort: de historische waarde van je bezit weten te waarderen en daar dus zorgvuldig mee omgaan. Daar kan geen Heemschut tegenop. Jord den Hollander. Ooit gesloopt Nederland. Amsterdam 1985. Gids Waterleidingmuseum Utrecht. Wandelroute Open Monumentendag Gemeente Soest 10 september 1994. Documentatie Monumenten inventarisatie Gemeente Soest. Math Berkers is geograaf te Raalte Dit nummer is op 24 april officieel uitgereikt in het Waterleidingmuseum in de oude watertoren uit 1895 aan Lauwerhof 29 te Utrecht. Dit museum is geopend woensdag middag van 13.30-16.00 uur of-voor groepen- op andere tijden via telefoni sche afspraak tel. 030-2487211. 9

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 9