Herbouw of nieuwbouw?
Kiezen voor zekerheid
In een afgewogen hoofdartikel (Heemschut, december 1995) schrijft redacteur
J. Kamerling over het onderwerp 'herbouw of nieuwbouw'': 'Soms is nieuw
bouw de beste oplossing omdat elke tijd zijn eigen typische architectuur moet
kunnen voortbrengen.
heimwee-accent zó duidelijk hoorbaar
als in de tegenwoordig, levendige
belangstelling voor fabrieken, bruggen
en andere technische zaken uit de
vroeg-industriële tijd, technisch
verouderd, zelden van grote architec
tonische schoonheid, maar wel een
essentieel onderdeel van het gebouwde
erfgoed. Het zijn de nog zo nabije
dingen uit de tijd van onze grootouders
die dat nostalgische sentiment wakker
Dat is juist, maar voor die eigen archi
tectuur is overal elders toch plaats? In
een kwetsbare omgeving kan die beter
niet toegepast worden, al was het maar
omdat onze opvattingen sinds het
einde van de vorige eeuw zo snel
veranderen. Meestal blijkt al na
tien, vijftien jaar, dat het 'eigentijdse
idioom' al weer verouderd is. Zelfs
gebouwen die we nu waarderen, maar
die in hun tijd voor uiterst modern
golden (bijv. het gebouw van de verze
keringsmaatschappij, hoek Leliegracht/
Keizersgracht in Amsterdam) blijven
door hun verkeerde schaal storende
elementen.
Hoeveel te meer geldt dit voor
de verpletterende architectuur van
De Bazels's Nederlandsche
Handelmaatschappij in de nabijheid
van het sobere Hospice Wallon, dat zo
goed aangeeft, hoe grootschaligheid in
de zeventiende eeuw werd opgevat. Zo
zijn er in een stad als Amsterdam nogal
wat voorbeelden van wat er wordt
verstoord als men 'nieuwbouw' toelaat.
En elders is het niet anders, getuige de
gruwelijke Noorwand van de Grote
Markt in Groningen waaraan de toen-
roepen. Is dat verkeerd? Welnee, het
hoort erbij. Hoe kan de wethouder
voor Wonen, Monumentenzorg,
Buurt- en opbouwwerk en Cultuur
dan nostalgie veroordelen als zij tege
lijkertijd warm loopt voor de 'laat
19de eeuwse Raambuurt met zijn
unieke combinatie van architectuur
voor wonen en werken'?
Een keuze tussen nostalgie en monu
mentenzorg is zoiets als een keuze
malige Welstandscommissie toch
goedkeuring verleendeBinnenkort
zullen we hetzelfde in Haarlem zien.
Ook het voorstel van Sj. Soeters voor
het Oudekerksplein dient echter te
worden afgewezen. Dat lijkt onzorg
vuldige kritiek op het zeer genuan
ceerde ontwerp dat nu is gepresen
teerd. Maar eigenlijk is dit voorstel,
niet anders dan een moderne manier
van historiserend bouwen. Het
ontwerp heeft teveel breedtewerking,
de architect is zich dat zelf bewust.
Om dat te ondervangen, wil hij trucs
gebruiken als verticale kleurstroken
en een andere vensterindeling. Zulke
pogingen om met maatvoering en
vensterindeling binnen historische
kaders te blijven, kunnen gemakkelijk
leiden tot gebouwen als de bunker
achtige stadsvilla's aan de
Weteringschans schuin tegenover
het Rijksmuseum.
Herbouw van de originele gevels
- kennelijk mogelijk omdat er voldoende
gegevens zijn - wijst Soeters af als
vervalsing. Dat is op zich juist maar
een kroon (mooi woord voor een stift-
tussen fruit en appels. Nee, het artikel
van Rita Bos levert géén verhelderende
nieuwe inzichten over het reconstruc
tie-probleem. Dat is dan ook geen
vereiste bij de wethouderkeuze.
Geurt Brinkgreve is voorzitter van de
Vereniging Vrienden van de Amsterdamse
Binnenstad en oud-bestuurder van
Heemschut
tand) kan het aanzien van een overi
gens gaaf gebit redden, waar anders
een gat valt. Hoe mooi zo'n resultaat
kan zijn, zien we in het zelfde nummer
van Heemschut waar de herbouw in de
Sint Annenstraat wordt besproken.
Veel moeilijker te beantwoorden is
de vraag of de Bergpoort in Deventer
terug moet komen. Het zal vrijwel niet
mogelijk zijn de authentieke situatie te
herscheppen. Dan gaat de - door
Soeters gelaakte - geschiedvervalsing
wel erg ver. Overigens is er weinig kans
op terugkeer van de poort, gezien de
arrogante opstelling van het Rijks
museum. Daar is ineens de museum-
tuin heilig alsof die een historische
situatie bewaart.
Tegenstanders van herbouw en
historiserend bouwen maken graag
vergelijkingen met andere kunstvor
men. We componeren niet meer 'a la
Buxtehude' zegt Heemschutter
P. Reijenga. Waarom uitgerekend een
componist van het tweede garnituur
wordt genoemd, is niet duidelijk, maar
Reijenga heeft gelijk als hij wil aangeven
dat de bouwkunst zich sindsdien steeds
verder heeft ontwikkeld, evenals de
muziek. Dat er nog steeds veel meer
belangstelling en waardering is voor
de grote 'klassieke' componisten dan
voor de hedendaagse zou hem overigens
te denken moeten geven. Het gaat
echter helemaal niet om de ontwikke
ling van een bepaalde kunstvorm, het
gaat om aanpassing in een kwetsbare
historische omgeving.
Mijn conclusie is dat we geen nieuwe
risico's moeten nemen. Herbouw of
historiserend bouwen moge op zich
vervalsend zijn - een argument dat
niet lichtvaardig mag worden verwor
pen - het heeft een groot voordeel
boven iedere vorm van nieuwbouw: er
is eigenlijk geen kans dat de gevelwand
door te grote tegenstelling wordt
geschonden. Natuurlijk moet worden
vermeden dat Anton Pieck-effecten
optreden. Over het algemeen echter
is de kwaliteit hoog (zie de zg. Water
leidingpanden, ook in Heemschut
genoemd). En zelfs al zou herbouw
eens leiden tot een wat slap en oninte
ressant geveltje dan zal dit eerder de
overige, authentieke panden naar
voren halen.
E.H. Glasius is lid van de Bond
Heemschut
De gerestaureerde Wiebenga-hal in Maastricht, die nu één geheel vormt met het nieuwe
Bonnefantenmuseum, waarvan hier de achterzijde te zien is. (foto Jaap Kamerling).
39