Anne-Marie ten Cate
BOEKEN
Theekoepels en tuinhuizen
Haarlem
Beurs van Berlage
Cri-de-coeur
Shell-gebouw
Fryske Tsjerken
Bij uitgeverij Heureka in Weesp
verscheen op initiatief van de Stichting
Commissie voor de Vecht en het
oostelijk en westelijk plassengebied de
uitgave 'Theekoepels en tuinhuizen in de
Vechtstreek; overvloed en welbehagen
door Wint Meulenkamp. De foto's zijn
van EvertBoeve. De uitgave is gebaseerd
op de historisch uitgave 'Theekoepels en
tuinhuizen in de Vechtstreek en
's-Graveland' van Bart O. van den Berg,
Evert Boeve Dedalo Carasso en Carla
Oldenburger uit 1980 dat spoedig na
verschijnen al uitverkocht was. De
vraag naar het boek bleef echter veel
vuldig, vandaar deze nieuwe uitgave,
waarin het onderwerp in een breder
kader werd geplaatst door kunsthisto
ricus Meulenkamp, bekend van uitga
ven over 'Follies'. Ook werden verge
lijkingen mogelijk door tal van
deelpublicaties met andere koepels
en theehuizen in den lande en in het
buitenland. Het accent in deze uitgave
ligt meer op de sociaalculturele beteke
nis van de bouwwerken en hun relatie
met de omgeving. In feite is het boek
dus een aanvulling op de eerste uitgave
mede als gevolg van een herinventari
satie van het theekoepel- en tuinhui-
zenbestand. Voor de volledigheid van
de verschillende types wordt ook een
aantal verdwenen doch interessante
koepels beschreven.
Het boek telt vijf hoofdstukken; aller
eerst een overzicht van de ontwikke
ling en types. Nieuw in deze uitgave is
het hoofdstuk over de koepel in de
literatuur (de literaire roman) van
bijvoorbeeld Van hennep, Potgieter en
Dickens; welke rol speelde de koepel in
de 18de en 19de eeuw in het dagelijks
leven. Ook nieuw is het onderzoek
naar inrichting, kosten, handel, herge
bruik en verplaatsing.
De catalogus bevat een beschrijving,
datering en foto's uit verschillende
perioden. Ook werden tekeningen van
de meeste koepels uit de inventarisa
ties opgenomen. Het is een mooie
uitgave geworden, met vele foto's ook
in kleur. Tenslotte bevat het boek een
notenapparaat en een bibliografie. De
prijs van de uitgave is helaas aan de
hoge kant.
Weesp, Heureka, 1996. 167p. ISBN
90.6262.362.X. Prijsf 79,-.
Onder redactie van J.J. Temminck
verscheen 'Huis ter Kleef; het enige
kasteel van Haarlemdat in 15 7 3 in
opdracht van de Hertog van Alva werd
opgeblazen, waardoor de gemeente
Haarlem nu in het bezit is van een
ruïne. Tussen 1973 en 1975 vond er
onder leiding van professor Renaud
beperkt archeologisch onderzoek
plaats, omdat de in 1910 door Springer
aangelegde rotstuin om botanische
redenen gehandhaafd moest blijven.
Dit onderzoek beantwoordde echter
lang niet alle vragen en leidde ook tot
nieuwe vragen. In 1977 verrichtte
mr Groesheek historisch onderzoek.
Tussen 1990 en 1994 vond er
hernieuwd onderzoek plaats door
de Archeologische Werkgroep
Haarlem en werden de bouwonderde
len bouwhistorisch onderzocht. Aan
de opgravingen werd deelgenomen
door de Nederlandse Jeugdbond voor
Geschiedenis en de Nederlandse
Vereniging van Monumentenzorgers.
Er werd ook historisch onderzoek
verricht naar gebruik en gebruikers
van het kasteel.
O.a. om deze publicatie mogelijk te
maken, werd de Stichting Huis ter
Kleef opgericht. Verschillende auteurs
leverden bijdragen over de geschiede
nis van het kasteel, de ligging en
bodemgesteldheid, het bouwhisto
risch verslag met de verschillende
bouwfasen (1250-1500), over het
gebruik van hout, glazen en metalen
voorwerpen, keramiek en leer. Tot
slot een bijdrage over de eetgewoon
ten van de slotbewoners. Met deze
monografie is de geschiedenis van
Huis ter Kleef veel meer gaan spreken.
Haarlem., Schuyt Co, 1996.135p.
ISBN. 9.6097.407.7 Prijs f45,-
De Amerikaanse architect Daniël
Castor werd, zoals zovelen, bij zijn
bezoek aan Amsterdam verliefd op de
beurs van Berlage. Deze liefde resul
teerde in een serie nauwkeurige
potloodtekeningen welke in 'Drawing
Berlage 's Exchangewerden uitgegeven
en in het Architectuurinstituut werden
tentoongesteld. In het midden van het
boek bevindt zich een indrukwek
kende twee meter brede tekening van
de opstand 'rondom' het gebouw. Ook
maakte hij tekeningen met verschil
lende perspectieven en probeert op die
manier de achterliggende gedachten
en Berlage's bedoelingen met dit
totaalkunstwerk te achterhalen. De
manier waarop de tekeningen tot
stand zijn gekomen, evenals de
verschillende tekeningen worden
uitvoerig door Castor belicht.
Rotterdam, NAi Uitgevers, 1996. 80p.
ISBN 90.5662.011.8. f59,50,-.
Musicus Gustav Leonhardt, groot
liefhebber van historisch Amsterdam,
neemt de lezer in 'Amsterdams onvol
tooid verleden' op stap door de binnen
stad van Amsterdam en wijst hem en
haar op voorbeelden van restauraties
en nieuwbouw, die in zijn ogen missers
zijn. Ook spreekt hij menig keer zijn
verontwaardiging uit over het feit dat
Amsterdam nog steeds geen beschermd
stadsgezicht is. Hij toont gelukkig ook
enkele voorbeelden van wat volgens
hem perfecte restauraties zijn.
Hij heeft kritiek op de samenstelling
van de Welstandscommissie, op het
ambtelijke apparaat en op de commis
sie Oude Stad. Een estheet pur sang is
aan het woord en daarbij wordt geen
blad voor de mond genomen. Elij wil
met deze 'wandeling' beogen met meer
aandacht de gevels te beschouwen.
Volgens Leonhardt 'doet' slechts 1
van de gevels het goed, 50% wacht op
een goede opknapbeurt en 49% stelt
ergens heimelijk teleur. De wandeling
nu voert langs deze 'heimelijke' teleur
stellingen en Leonhardt probeert tekst
en uidég te geven bij het waarom, zich
bewust van het feit dat schoonheid
subjectief is en keuzes moeilijk zijn.
Amsterdam, Architectura irNatura,
1996. 69p. ISBN90.71570.66.5
Prijs f24,50.
In december verscheen de monografie
'Het Shell-gebouw van J.J.P. Oud;
ontwerp en receptie' door Ed Taverne en
Dolf Broekhuizen. Het Shell-gebouw
aan de Wassenaarseweg wordt als een
omslag in het oeuvre van Oud (1890-
1963) beschouwd. Bij tijdgenoten
zowel in binnen- als buitenland bracht
het ontwerp (een prijsvraagontwerp)
een schok teweeg en vormde voortdu
rend aanleiding tot debat. Het zou te
zeer teruggrijpen op de klassieke
beginselen van architectonische
composities en strijdig zijn met de
conventies van de Moderne Beweging,
mede ingezet door Oud. Pas recent
krijgt het latere werk van Oud
aandacht binnen de Nederlandse
architectuurgeschiedenis aldus de
schrijvers. Ze proberen met deze
studie aan te tonen dat er in feite geen
sprake is van een breuk in het werk
van Oud, noch in de Nederlandse
architectuurontwikkeling. Schrijvers
proberen in het eerste deel van het
boek het ontwerpproces te reconstru
eren, mogelijk gemaakt door de grote
hoeveelheid tekeningen, studies en
geschreven bronnen. Het tweede deel
is gewijd aan correspondenties en
kritieken (door en over Oud) door de
jaren heen uit binnen en buitenland.
Rotterdam, NAi uitgevers, 1995. 168p.
ISBN90.72469.73.9 Prijs f59,50.
Nederlands- en Engelstalig.
Ter gelegenheid van het 25-jarig
bestaan van de Stichting Alde Fryske
Tsjerken heeft deze een Jubileumboek
uitgegeven: 'Het Friese kerkinterieur;
geloof, dood en adel in monumentale
beeldtaal', door Regn. Steensma,
directeur van het Instituut voor
Liturgiewetenschap aan de R.U.
Groningen. Aan de hand van verschil
lende Friese voorbeelden wordt de
35