Goudse stadhuis in de steigers
LEO VAN DER MEULE
Het stadhuis van Gouda.
Eerdere restauraties
Steun uit burgerij
Het monumentale stadhuis van Gouda staat in de steigers. Nadat enkele jaren
geleden, door vallende stukken natuursteen, was gebleken dat met name de
gevelbekleding in slechtere staat verkeerde dan men vermoedde, heeft de
gemeente nu opdracht gegeven tot het herstellen van de schade.
Of je nu vanuit een van de vele zijstra
ten de Markt op komt, van een drankje
zit te genieten op een terras of tussen
de marktkramen schuifelt op een
drukke doordeweekse dag, het Goudse
stadhuis beheerst de ruimte. Helemaal
indrukwekkend is het beeld voor wie
uit de Hoogstraat de Markt betreedt:
stadhuis en St. Jan in één blik. Het
stadhuis hoort bij Gouda net als de
kaas, de stroopwafels en inderdaad
de 'glazen' van de Sintjan. Groot was
dan ook de verontrusting toen enkele
jaren geleden bleek dat stukken van de
voorgevel losraakten en naar beneden
vielen.
Het Goudse stadhuis is opgetrokken
in baksteen, maar de ongetwijfeld
trotse burgerij vond dat in 1448 toch
een veel te gewoon materiaal om in
het zicht te laten. Besloten werd de
gevels te bekleden met natuursteen.
Van de voorgevel werd extra werk
gemaakt. In het midden een klokke-
toren met spits, waarin de noodklok
kwam te hangen, op de hoeken uitkra-
gende torentjes. Beeldhouwwerk,
pinakels en een fraai omlijst ingang
(het mooie bordes met baldakijn
kwam ruim honderdvijftig jaar later).
Een zelfbewust gebaar van een stad in
opkomst tegenover adel en kerk die
het tot dan voor het zeggen hadden
in de samenleving. Het gebouw werd
van meet af aan voor verschillende
doeleinden gebruikt. Natuurlijk
vergaderden de vroede vaderen er,
maar er werd ook een Vleeshal in
ondergebracht, er werden stedelijke
belastingen geïnd en er werd recht
gesproken.
Net als de meeste andere gebouwen
van een dergelijke leeftijd heeft ook
het Goudse stadhuis in de loop der
eeuwen een hele reeks aanpassingen
en verbouwingen ondergaan. De
eerste restauratie, alleen van de voor
gevel, vond plaats in 1880. Eerst na de
Tweede Wereldoorlog werd het
stadhuis voor het eerst in zijn geheel
gerestaureerd. Onder leiding van
ing. W. van den Berg werd ook veel
aandacht besteed aan het verhelpen
van allerlei constructieve gebreken.
Voor wie het niet weet: de Markt was
voor de bouw van het stadhuis een
moeras. Van den Berg besteedde dan
ook veel aandacht aan het ondersteu
nen van de fundering en het tegengaan
van verzakkingen. En wat het uiterlijk
betreft werden enkele minder geslaagde
ingrepen uit het verleden gecorrigeerd.
Het meest opvallende was het terug
keren van de achtergevel als trapgevel.
Vergeleken bij het karwei uit de jaren
vijftig is wat er nu moet gebeuren
hooguit te betitelen als groot onder
houd. Eloofdaannemer Hulshof
heeft met restauraties van o.a. de
Walburgkerk in Zutphen zijn sporen
al verdiend. De dakkapellen worden
hersteld en het oostelijk dakvlak krijgt
nieuwe leien. Om in de toekomst
inspectie en herstel door de monu-
mentenwacht te vereenvoudigen
worden ladder- en klimhaken aange
bracht. Ook wordt gewerkt aan de
natuurstenen bekleding van het stad
huis. In ons klimaat met zure regen en
luchtverontreiniging gaat natuursteen
toch minder lang mee dan voorheen
(Zou in de toekomst niet een vast
percentage uit wegen- en milieubelas
ting gereserveerd kunnen worden voor
monumentenzorg?). Het is een kwestie
van ambachtelijk werken. Uitgesproken
vakmanschap gecombineerd met
betrekkelijk dure materialen levert
al gauw een flinke kostenpost op.
Wie wil zien waartoe de voor dit werk
aangetrokken steenhouwerij Maarssen
en atelier Tolboom in staat zijn kan dat
alvast bewonderen aan het koor van de
Utrechtse Dom. De restauratie kost
3,2 miljoen gulden. Niet echt een alar
merend groot bedrag, maar als je zo'n
onvoorziene uitgave in je begroting
moet zien onder te brengen slik je
toch even. Omdat het werk echt niet
langer uitgesteld kon worden is men in
afwachting van de definitieve subsidie
toekenning door het Rijk alvast maar
begonnen.
Het gemeentebestuur voelde zich bij
het zetten van deze stap in ieder geval
gesteund door de Goudse burgerij.
Zowel particulieren als het Goudse
bedrijfsleven ondersteunen de restau
ratie met grotere en kleinere giften.
Het plaatselijk filiaal van de landelijke
grootgrutter die steeds op de kleintjes
let verkocht ruim zevenduizend flessen
speciale 'stadhuiswijn' voor het goede
doel. In verband met de populariteit
van het Goudse stadhuis bij trouwlus
tigen en omdat er aan het interieur
weinig tot niets hoeft te gebeuren
heeft men besloten gevel voor gevel in
de steigers te zetten. Het trouwen kan
dus gewoon doorgaan en ook de foto
reportage van het feestelijk gebeuren
hoeft er niet erg onder te leiden. Er
zijn altijd minstens twee gevels vrij van
steigers. Van gemeentewege deelde
men mee dat de in september 1995
begonnen restauratie keurig volgens
schema verloopt. Komend najaar valt
dan, ontdaan van steigers, het Goudse
stadhuis weer in volle glorie te bewon
deren.
Vanaf donderdag 9 mei is in het stad
huis de tentoonstelling 'Stadhuis in de
steigers' te bezichtigen. Openingstijden:
maandag t/m vrijdag 9.00-17.00 uur.
Zaterdag: 10.00-15.00 uur .Toegang:
fl-
31