Boek over havezate Het door Heemschut gesteunde boerderij-plan. Het door Heemschut afgewezen Paviljoen-plan. lopen jaren door schenkingen en aankopen flink is uitgebreid. Uitbreidngspiannen Vandaar dus de plannen om het museum uit te breiden. Na de uitbreiding heeft het museum veel meer expositieruimte. In de plannen zijn verder een nieuwe studiezaal en een ontvangstruimte opgenomen. Tevens worden de biblio theek en werkruimten gemoderniseerd. De opdrachtgevers, de provincie Overijssel en de Hannema-de Stuers Fundatie, zijn zich bewust van de cultuurhistorische waarde van Het Nijenhuis. Op hun verzoek werd het hele landgoed aangewezen als monu ment. De cultuurhistorische waarde is ook het uitgangspunt geweest bij de architectenkeuze. Na een selectiepro cedure is de voorkeur uitgegaan naar Gunnar Daan uit Oosternijkerk. Daan heeft niet alleen ervaring met het bouwen van musea maar ook met het bouwen in een sterk historische context. Hij bouwde ondermeer de nieuwbouw van het Fries Museum in Leeuwarden en Galerie Waalkens in Finsterwolde. Onder de grond Gunnar Daan heeft inmiddels twee schetsontwerpen gemaakt, het 'Boerderij-plan' en het 'Paviljoen-plan'. Zoals van Daan te verwachten valt, zijn het twee totaal uiteenlopende ontwer pen geworden. Het enige dat de beide plannen gemeenschappelijk hebben, is dat ongeveer 2/3 deel van het bouwvo lume onder de grond is gepland. Bij het boerderijplan is de nieuwbouw geprojecteerd ten westen van het rechter bouwhuis. Blikvanger in dit plan is een lange muur van glasbouwstenen. Deze muur is bedoeld als tegenhanger van de tuinmuur achter het linker bouw huis. Haaks hierop staat een muur die eindigt in een paviljoentje. De groten deels ondergrondse expositieruimte is vanuit het bouwhuis bereikbaar. Het paviljoenplan zoekt aansluiting bij de landschapstuin. Daan wil het 'grand canal' ten zuiden van het kasteel verbin den met de slotgracht en hier een ovaal vormig paviljoen in leggen. Dit pavil joen wordt met loopbruggen verbonden aan het kasteel en de beide oevers. Nieuwbouwplannen in een historisch waardevolle omgeving zoals Het Nijenhuis zijn natuurlijk bij voorbaat controversieel. Van begin af aan is er verzet geweest tegen de gekozen locatie. Een deel van de critici gaat er vanuit dat het gehele landgoed zo veel moge lijk onveranderd moet blijven, een ander deel is vooral bezorgd over de invloed die het nieuwe museum heeft op de directe omgeving, de te verwach- De Hannema-de Stuers Fundatie is zich terdege bewust van de cultuur historische waarde van Het Nijenhuis. Zij nam het initiatief tot een onderzoek naar de zes eeuwen oude geschiedenis van Het Nijenhuis. Over de resultaten van dit onderzoek heeft de Fundatie het boek Van Buitenplaats tot Museum uitgegeven. Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel wordt een beeld geschetst van de bewoners van Het Nijenhuis: de Van Ittersum's, de Bentinck 'r, de Van Knobelsdorffs, de Van Pallandt's en natuurlijk de laatste bewoner, de kunstverzame laar dr. D. Hannema, die van Het Nijenhuis een museum gemaakt heeft. Het tweede deel behandelt de bouwgeschiedenis van het kasteel. In het laatste deel komt de geschie denis van het landgoed aan bod. Uitgebreid wordt beschreven hoe de tuinen door de eeuwen heen veranderd zijn. Voor wie wil begrij pen dat de nieuwbouw van het museum plaatsvindt in een histo risch bijzonder waardevolle omge ving, is dit een onmisbaar boek. Kasteel Het Nijenhuis. Van Buitenplaats tot Museum. Hannema-de Stuers Fundatie, Heino/Wijhe 1995. M.B. ten bezoekersaantallen en de bijbeho rende verkeersproblemen in dit lande lijk gebied. De Provinciale Commissie Overijssel van Heemschut heeft de plan vorming al enkele jaren nauwlettend gevolgd. In zijn brief van 19 januari aan het college van GS geeft Heemschut als zijn standpunt 'onder voorbehoud, gezien de summiere gegevens' dat de voorkeur van een grote meerderheid van Heemschut Overijssel uitgaat naar het Boerderijplan. Toch heeft de Bond ook daartegen bezwaren. Heemschut betreurt het, dat een tweetal karakte ristieke schuren wordt gesloopt ten behoeve van de nieuwbouw van in een carré-vorm geplaatste 'muren' - dat wil zeggen gebouwen - met platte daken. Deze platte daken worden weliswaar begroeid maar liggen toch op goot- hoogte van het aansluitende bouwhuis, zodat van die begroeiing niet veel waarneembaar zal zijn. Wel waar neembaar zijn de zo op het oog met willekeur geplaatste boven de platte bouwdelen zwevende zadeldaken, die verschillen van maat en nokrichting en samen met het dak van het paviljoentje (dat overigens weer op een andere manier op het platte dak aansluit) en de daken van de te handhaven gebou wen een wat onrustig beeld opleveren. Math Berkers is geograaf te Raalte. 9

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 9