De Beemster wereldmonument JAN-DERK GERRITSEN In de Noordhollandse polder de Schermer zijn de gemoederen aardig verhit geraakt toen bekend werd, dat staatssecretaris Nuis de naburige Beemster voorgedragen had bij de Unesco als kandidaat voor de titel wereldmonument. Natuurlijk is de Schermer landschappelijk m.ooier dan de Beemster, staat er in de Beemster geen enkele molen meer terwijl er van de 50 nog 15 in de Scherm,er staan, waaronder zelfs nog een driegang. Een open polder zoals de Schermer is de Beemster allang niet meer, er lopen een Rijksweg en enkele provinciale wegen doorheen. Die hebben ze in de Schermer altijd weten te weren zoals nu het gevecht tegen de geplande Westfrisiaweg nog in alle hevigheid gevoerd wordt. Toch zijn de concessies, die in de polder van Betje Woljf gedaan zijn aan de moderne tijd niet van invloed geweest op het feit, dat de Beemster niet alleen in Noord- Holland of in Nederland maar zelfs in de hele wereld zijns gelijke nog steeds niet kent. Kijken wij naar de kavelindeling van de Schermer dan herkennen wij daarin ook andere polders in Nederland, in Noord-Holland bijvoorbeeld de Zijpe. Dus zo bijzonder is hij niet. De Beemster is dat wel. Een blik op de kaart leert ons genoeg al zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen, wie op het idee kwam de polder dit barokke aanzien te geven. Elke kavel is exact 1600 bij 1600 meter en volko men vierkant. Barokke tuinen uit die tijd zien er ook zo uit. De Romeinen kennen hun quadra's, vierkante vormen met gelijke zijden, ook bij stedebouw toegepast. Maar hoe men erbij kwam dit bij de aanleg van een polder toe te passen, daarover zijn alleen.maar vermoedens te uiten. In tegenstelling tot de Schermer, die een boerenbestuur had waren de bestuurders van de Beemster zeer invloedrijke Amsterdamse kooplieden en hoge ambtenaren en bestuurders uit de hoofdstad en Den Haag. Vooral de kooplieden en waarschijnlijk ook de grootste geldschieters als de broers Dirck en Hendrick van Os waren bewindhebbers van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de V.O.C. Beiden waren vluchtelingen uit Antwerpen. Dirck was in Amsterdam reder van vrachtschepen op Rusland en het Middellandse Zeegebied. Mogen we in deze onge twijfeld bereisde koopman een relatie vermoeden tussen de afmetingen van de polder en een zeemijl, die ook 1600 meter telt? Hun grootste belang in de polder komt ook tot uiting in het feit dat zij van de ruim 7000 ha, die de polder na de drooglegging in 1612 te zien gaf er 1000 voor zich opeisten. Ook de andere bestuurders van het eerste uur zullen wel wat van de wereld gezien hebben: Arent ten Grootenhuis, kapitein van de V.O.C. diens broer Jan ten Grootenhuis, raad en schepen van Amsterdam en beide koopman, Elias van Oldenbamevelt, raad en pensionaris te Rotterdam, broer van Johan de landsadvocaat, Nicolaas Cromhout, president van het Hof van Holland in Den Haag en zijn raadsheer aldaar Jan van Santen. Maar laten we ook niet de burgemeesters van Amsterdam, Pieter Boom en Barthout Cromhout vergeten, van wie de laatste een gigantisch vermogen heeft opgebouwd uit de handel op de West. Van hem werd gezegd, dat hij 'een schaamteloze uitbuiter was voor wie alle ding een prijs heeft.' En de puissant rijke Amsterdamse goudsmit en tevens deelhebber in de V.O.C .Jan Claesz. Croock zal in het bestuur niet alleen duiten in het zakje gedaan hebben maar er ook uitgehaald. Wonend in de Warmoesstraat naast bovengenoemde Jan ten Grootenhuis, die bij zijn dood in 1631 een vermogen van ruim honderdduizend gulden naliet zullen ze het wel eens over geld gehad hebben. In veel opzichten had de Beemster de wind mee. Zijn ontwatering verliep gladjes zelfs al calculeert men de dijk doorbraakvan 1610 als gevolg van de geringe ervaring met de ondergrondse veenlagen en de kwaliteit van het dijk- lichaam daarbij in. De Schermer was nog Schermeer dus daar kon gemak kelijk op worden uitgeslagen evenals op de aan de andere zijde gelegen Zuiderzee. Wat dat betreft had de Schermer het ook moeilijker omdat die voor zijn ontwatering de omweg naar Nauerna en de Zijpe moest kiezen, wat alles veel duurder maakte. En wat bij de Beemster aan land te voorschijn kwam was beduidend vruchtbaarder dan bij de Schermer. Ook bij de indeling van de kavels zien we een merkwaardig gelijke getallen reeks: 111 dijkkavels van 20 morgen (een morgen is iets minder dan een hectare en zo genoemd omdat het ploegen met paard van een stuk land met die afmeting ongeveer een Een van de eerste wegen- en slotenkaarten van de Beemster uit plm. 1750, waarop de structuur van de polder duidelijk te zien is. (kaart nr.5) Een uniek kavelpatroon De initiatiefnemers Een voorspoedige drooglegging 32

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 32