Bezwaren tegen nieuwbouw Enschedé-complex blijven
HEEMSCHUT ACTIEF
Uitgebreid bezwaarschrift naar Raad
JAN-DERK GERRITSEN
Computersimulaties Bestemmingsplan De Appelaar, (foto Gemeente Haarlem).
Parkeergarage
Noord-Holland
Geen kaasboerderij
Korte berichten
Resten fort ontdekt
Skelet uit Romeinse tijd
Al in september 1993 en in december 1994 heeft Heemschut aan de
gemeenteraad van Haarlem duidelijk gemaakt, dat de ontwikkelingen rond
het voormalige Enschedé-complex zowel in de provinciale commissie Noord-
Holland van Heemschut als bij het landelijk bestuur grote bezorgdheid
wekten. Behalve enkele marginale aanpassingen geeft het nu voorliggende
ontwerp- bestemmingsplan De Appelaar geen aanleiding dat bezorgde
standpunt te wijzigen en Heemschut heeft dan ook een uitvoerig
bezwaarschrift naar de raad van Haarlem gestuurd.
De voornaamste bezwaren waren en
zijn ook nu nog vooral gelegen in de
grof te noemen aantasting van het
ruimtelijk en cultuurhistorisch al
eeuwen ongeschonden gebleven beeld
van dit beschermde stadsgebied. Het
doorbreken van de gevelwanden in de
Damstraat, de grootschaligheid en de
hoogte van de te bouwen rechtbank en
het hotel, die het enige hoge maar dan
ook werkelijk 'topmonument', de
Grote of St Bavokerk, naar de kroon
zullen steken en in de 'skyline' zelfs
aan het oog onttrekken, het zijn alle
voor Heemschut onacceptabele wijzi
gingen.
Reacties van het gemeentebestuur, dat
'de ruimtelijke en functionele kwaliteit
van het beschermde stadsgebied
zoveel mogelijk behouden en versterkt
zal worden' en dat 'de aanpak zeer
zorgvuldig zal geschieden', zijn met de
mond beleden schone woorden maar
de in praktijk te brengen en nu voor
liggende plannen daartoe wijzen
nergens op een serieuze realisering
van die voornemens.
Komend van Amsterdam zal men
straks niet meer de Bavo zien torenen
maar als een slagschip enkele nieuwe
gebouwen, die zich alleen in hoogte
maar cultuurhistorisch nooit met wat
al eeuwen lang het boegbeeld van
Haarlem is kunnen meten.
Aan de voet van die Bavo staat boven
dien een in hoogte bescheiden maar
historisch gezien onvervangbare rij
historische panden aan en in de omge
ving van de Damstraat. En uitgerekend
in die straat leidend naar de Grote
Markt vanaf de Spaarneoever is de
in-en uitgang van een parkeergarage
gepland, zodat men straks vanaf het
Spaarne niet meer de zichtlijn naar de
Grote Kerk ontwaart maar een gapend
gat inkijkt van een ondergrondse
garage, compleet met afscheidende
muren, hellingbanen, leuningen,
borden en verkeersgeleidingen. Naar
de mening van Heemschut dienen de
in- en uitrit van de parkeergarage
binnen het kader van de nieuwbouw
te worden geprojecteerd.
Geen of onvoldoende verbeteringen
van het voorliggende plan zullen bij
Heemschut leiden tot verdere
stappen.
Jan Derk Gerritsen, Heemschut Noórd-
Holland
Marken - Een kaasboerderij op de
toegangsweg naar het voormalige
eiland Marken kan bij de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg, de provin
cie Noord-Holland en Heemschut
niet op een fiat rekenen. Marken, dat
toeristisch toch al zo onder druk staat
wordt dan ook nog opgezadeld met
niet alleen de kaasboerderij maar ook
drie showrooms, een winkel, parkeer
plaatsen voor vele auto's en twaalf
autobussen. Het belangrijkste bezwaar
van genoemde instanties is vooral de
verkeers- en bezoekersaantrekkende
werking, die het unieke beschermde
dorpsgezicht in niet geringe mate
schaadt.
Oude Schild - Amateurarcheologen op
Texel hebben de resten ontdekt van
het fort Oude Schans in de omgeving
van Oude Schild. Het fort dateert nog
uit de tachtigjarige oorlog en werd in
de zeventiende eeuw en ten tijde van
Napoleon uitgebreid. Tot nu toe zijn
de resten blootgelegd van een poort
gebouw, een waterput, een waterkel
der en een overwelfde watertoevoer.
Castricum - Het skelet van een jonge
vrouw uit de Romeinse tijd, dat in
oktober in de omgeving van Castricum
gevonden werd bij de resten van een
bóerenhuis uit diezelfde tijd, is voor
onderzoek overgebracht naar de
Rijksdienst voor Oudheidkundig Onder
zoek R.O.B.). Uit de resten van het sterk
ontwikkelde spierweefsel kon al worden
opgemaakt, dat de vrouw zwaar licha
melijke arbeid, heeft verricht. De R.O.B.
wil het gebied, gelegen aan een stroom-
wal in het mondingsgebied van het Oer-
IJ, verder afgraven. De sporen duiden
op bewoning in verschillende tijdsge
wrichten: het begin van de jaartelling, de
derde en de achtste eeuw na Christus.
6