Vikingen aan de Zeeuwse kusten
IK#
Boek over vroeg-Middeleeuwse ringwalburgen in Zeeland
In Zeeland bevinden zich de resten van vijfof misschien zelfs zes ringwalburgentemmen
die zoduizend jaar geleden omgeven waren door een cirkelvormige wal en gracht. Zij
werden opgeworpen aan het eind van de negende eeuw ter bescherming van de locale
bevolking tegen de aanvallen van de Vikingen vanuit zee. Uit recente opgravingen en
onderzoekingen is veel bekend geworden over de bewoners van het kustgebied van Zeeland.
Het onderzoek heeft geresulteerd in het boek 'Vroeg-Middeleeuwse ringwalburgen in
Zeelandwaarvan het eerste exemplaar op vrijdag 8 september werd overhandigd aan
gedeputeerde drs. G.L.C.M. de Kok van Zeeland.
£- Sr
GERARD BAIJENS
l\--v-1,
'LM.V: £i-\ -
Oost-Souburg. Luchtfoto (1989) van het burgterrein, waarop de volkstuintjes en het gronddepot voor de
reconstructie van de wal zichtbaar zijn. (foto Zeeuws Documentatiecentrum, Middelburg.
Het fraai uitgevoerde boek geeft een
duidelijk inzicht in de tijd dat Vikingen
de veiligheid in de Zeeuwse delta
belaagden. De overhandiging vond
plaats tijdens een studiedag over dit
onderwerp die in de Middelburgse
Abdij werd georganiseerd door de
Koninklijke Nederlandse
Oudheidkundige Bond (KNOB) en de
Kastelenstichting Holland en Zeeland
(KSHZ).
Ringwalburgen werden in de negende
eeuw opgeworpen langs de kusten van
Frankrijk tot Denemarken, als een
verdedigingslinie tegen binnenval
lende rovende en plunderende
Noormannen. Ze maakten geen deel
uit van een groot masterplan, zoals de
Atlantikwall in de Tweede Wereld
oorlog, maar ontstonden op initiatief
van plaatselijke bestuurders, zoals
graven en abten. Er lagen nergens
zoveel burgen bij elkaar als in Zeeland.
De Zeeuwse burgen hadden een
diameter die schommelt tussen de 144
en 265 meter. Om het terrein heen lag
een met plaggen afgedekte aarden wal,
voorzien van palissaden en een brede
gracht. Plaatsnamen als Oostburg,
Souburg, Middelburg, Domburg en
Burgh duiden op de aanwezigheid van
ringwalburgen. De meeste verdwenen
in de loop der eeuwen onder stadsuit
breidingen. Twee hebben echter de
loop der tijden doorstaan en liggen
nog gaaf in het landschap. Het zijn
de ringwalburgen van het Schouwse
Burgh en het Walcherse Oost-
Souburg. Deze laatste is gedeeltelijk
gereconstrueerd met wal, gracht en
een toegangspoort. Ook de karakteris
tieke indeling met twee recht op elkaar
staande middellijnen over het burgter
rein is weer zichtbaar gemaakt en de
wens bestaat om enkele huizen,
waarvan gedeelten van de fundering
zijn teruggevonden, te reconstrueren.
Land - water - land
In het laatste kwart van de negende
eeuw dienden de burgen alleen als
vluchtplaats voor mensen en vee
tijdens invallen van de Noormannen.
Ze woonden er niet. Bebouwing en
bewoning kwam pas in de tiende eeuw.
Vooral het onderzoek op het burgter
rein van Oost Souburg heeft erg veel
opgeleverd over de leefwijze van de
toenmalige bewoners. De meeste
opgravingen werden verricht door
dr. R.M. van Heeringen van de
Rijksdienst voor het Oudheidkundig
Bodemonderzoek (ROB). Hij kon bij
zijn onderzoek niet terugvallen op
schriftelijke gegevens, maar moest
het doen met sporen in het landschap.
Zeeland had in de negende eeuw al
een roerige geschiedenis achter de
rug. In de Romeinse tijd was het een
enorm door strandwallen beschermd
veengebied. De strandwallen braken
echter öp een aantal plaatsen door en
de bevolking verdween uit het gebied
dat steeds vaker door de zee werd
overspoeld. Het water nam het slappe
veen mee en het gebied werd onbe
woonbaar. Alleen op de restanten van
de strandwallen bleven mensen - in
hoofdzaak schaapherders - wonen.
Later slibden de eilanden op en werd
23