Minangkabause Huis uit 1916 voor de kleine hoefdieren. Imitatie van Sumatraans huis. (foto Han van Gooi).
Aquariumgebouw uit 1882 naar ontwerp van G.B. en A, Salm. In de "catacomben" kan het ruim 1 miljoen
liter water bevatten. Het gebouw wordt gerenoveerd.
van Hove uit 1890) (W), ter nagedach
tenis van een van de oprichters. Of de
grote 18de eeuwse boeddahs, afkom
stig uit Japan, die gelukkig niet mee
verhuisden naar het Tropeninstituut.
Naar mijn mening verdient nog een
aantal van de stallen een aparte vermel
ding, maar hierover later meer.
Als eerste wordt het gebouw ter rech
terzijde van de ingang aan de Plantage
Kerklaan genoemd. Gebouwd als leden
en bestuurslokalen (A) naar ontwerp
van G.B. Salm uit 1870, die nu gedeel
telijk verhuurd worden. De zalen op
de begane grond hebben prachtige
gedetailleerde gewelfconstructies en
openslaande deuren naar het terras. De
verdieping van het middenpaviljoen
werd in de Tweede Wereldoorlog
verwoest bij de aanslag van Gerrit van
der Veen op het bevolkingsregister, dat
op de zolders lag opgeslagen. De
verdieping werd niet herbouwd. De
historische waarde heeft zwaar mee
geteld bij de selectie van dit gebouw.
Voorts wordt de directeurswoning
uit 1897 aan de PI. Middenlaan 51
genoemd naar ontwerp van F.
Klinkhamer (1854-1928), opgetrokken
in rode baksteen met gele bakstenen
accenten. Geen echt bijzonder gebouw
in een overgangsstijl tussen de Neo
stijlen en een meer Berlagiaans zake
lijke stijl. Klinkhamer ontwierp en
verbouwde verschillende dierenver
blijven zoals het afgebroken berenhuis
en olifantenhuis.
Veel interessanter zijn mijns inziens
de dierenverblijven, waarvan slechts
het apenhuis (7) apart vermeld wordt.
Het werd in 1909 naar een ontwerp
van B.J. Ouendag in de overgangsstijl
gebouwd. Het verblijf heeft een
symmetrische plattegrond en
gevelindeling, is opgemetseld in rode
baksteen, als een kasteel getooid met
torentjes en versierd met natuursteen
en tegeltableaus. Voor het gebouw
zijn de buitenkooien en een serre.
Bijzonder is ook het interieur met
de mooie spantconstructie.
Tenslotte worden binnen het
Artiscomplex vermeld de twee brug
getjes (nabij 11) over de voormalige
Nieuwe Prinsengracht naar ontwerp
van G.B. Salm uit 1864 en gemaakt
door de Ijzergieterij J. Zimmer ér Zn
uit Amsterdam. Voor die tijd bestond
de oerververbinding uit een klein
pontje over de gracht. De gracht
werd in die tijd vergraven tot vijvers.
Tot zover de in het selectierapport
apart omschreven objecten binnen het
Artiscomplex.
Omissies MSP
Ontbreken er misschien nog onderde
len bij deze voorlopige selectie Naar
mijn idee wel, waarbij moet worden
aangetekend dat ik mij beperkt heb tot
de dierenverblijven. Ook is onlangs nog
het aantal vermelde objecten uitgebreid
en de MSP-lijst herzien. Bij deze het
verzoek aan de Amsterdamse selectie
commissie de volgende dierenverblij
ven nogmaals nauwkeurig in ogen
schouw te nemen. De moeflonstal (22)
is vermoedelijk het interessantst, hoe
klein ook. Het is een klein langgerekt
gebouwtje meteen overkragend dak op
witgeschilderde steunen. Aan de korte
zijde bevindt zich boven de eenvoudige
ingang een oeil de boeuf, een ronde
eenvoudig versierde lichtopening en
langs de dakrand houten kantwerk.
Met nieuwe dakbedekking en wat
herstel- en schilderwerk zou het enorm
opknappen. Het behelst hoogstwaar
schijnlijk een stal uit de beginperiode
van Artis. Mevrouw H. Plantenga van
de afdeling voorlichting meldt dat het
op de vroegste plattegronden van Artis
voorkomt. Er worden dieren en
onderdelen van Artis geadopteerd,
waarom dit gebouwtje niet?
Een ander indrukwekkende stal is het
zebrahuis (14) uit 1922 met daken in
verschillende niveaus. Als de uitbrei
ding van Artis zijn beslag krijgt zijn de
zebra's de eersten die verhuizen. Er is
mij verzekerd dat voor de huidige stal
een nieuwe bestemming is.
Merkwaardig is de uilenruïne (27) uit
1921, gebouwd met stenen van het
Brabantse kasteel Brederode. Oud-
Artis directeur Portielje hielp de stenen
van de ruïne eigenhandig overbrengen
en weer opbouwen.
De beide zijgevels van de giraffenstal
(29) dateren uit 1863 en zijn later
enigszins verbouwd. Het middenge
deelte is vervangen door een lelijk
bakstenen gebouw, maar zal bekleed
worden met houten stijl en regelwerk.
De kapconstructies van de zijgevels
zijn overigens het bekijken waard. Het
zou mij niet verbazen als de oorspron
kelijke giraffenstal een ontwerp van
G.B.Salm is. Tenslotte is de fazanterie
(35, rechtergebouw) vermeldenswaard.
Ter plekke zijn er twee langgerekte
vogelhokken met een open binnen
ruimte. Een van de twee, de 'oude
Kweek' dateert uit 1872. De openin
gen naar de binnenhokken zijn sierlijk
15