iel industrieel erfgoed verdwenen Wat gebeurt er met de oude Droste-fabriek in Haarlem? Veel Haarlems industrieel erfgoed, met nam,e uit de tweede helft van de vorige eeuw, is verdwenen. Daarentegen wordt het erfgoed van ambachtelijke bedrijven uit de periode van voorde industrialisatie, zoals pakhuizen en bierbrouwerijen, in deze mooie Hollandse stad zo te zien gekoesterd. Tot het verdwenen industrieel erfgoed behoort in de eerste plaats natuurlijk het overgrote deel van het grote bedrijfscomplex van de drukkerij Enschedé. Zonder veel omhaal liet het gemeentebestuur de slopers eind 1993 hun werk doen, ook de fraaie drukkershal uit 1905 van architect J.A.G. van der Steur ging verloren. Acties tot behoud van o.a. Heemschut werden genegeerd. '■£f WIBO BURGERS De oude Droste-fabriek aan het Spaarne. Wat gaat ermee gebeuren? (foto Rijksdienst voor de Monumentenzorg). De gemeente Haarlem heeft steeds betrekkelijk veel drukkerijen binnen haar grenzen gehad. De firma Enschedé was een hele belangrijke, vooral ook bekend door het drukken van bankbiljetten en postzegels. In de zeventiende en achttiende eeuw was in Haarlem vooral de textielnij verheid sterk ontwikkeld. In een latere periode verdween deze tak van nijver heid, nu herinneren daaraan nog slechts de namen van sommige straten. Ook telde Haarlem tot aan het begin van deze eeuw betrekkelijk veel kleine bierbrouwerijen, die zich vooral in de omgeving van het Spaarne bevonden. Daar concentreerde zich trouwens veel, vaak nogal kleinscha lige bedrijvigheid. Nog niet zo lang geleden had de stad bovendien een fabriek voor spoorrij tuigen, de firma Beynes, die tegenover het station stond. Ook hiervan is niets overgeble ven. Datzelfde geldt voor de wasse rijen, voortgekomen uit de vroegere blekerijen. Langs het Spaarne Ook al is er dan veel verdwenen van het industrieel erfgoed, toch is vooral langs het Spaarne, van oudsher een verzamelplaats van bedrijvigheid, nog wel het een en ander te vinden dat aan de tweede helft van de vorige eeuw herinnert. In smalle straatjes als de Scheepsmakersdijk proefje nog de sfeer van vroeger. Van de scheepswerven, die hier eens gevestigd waren, heeft er één het over leefd tot op de dag van heden: de werf van de gebrs. Zuidam. Deze dateert uit het begin van de vorige eeuw, is in handen van de gemeente gekomen en wordt nu gebruikt als bedrijf, waar jongeren met een technische oplei ding werkervaring kunnen opdoen. Ook historische schepen kunnen hier een plaats vinden. In deze omgeving bevinden zich ook enkele fraaie gietijzeren draaibruggen uit het begin van deze eeuw: De Catharijnebrug (uit 1902) en de Melkbrug (van 1886, gemaakt door De voormalige Haarlemse brood- en meelfabriek aan de Bakenessergracht, nu een appartemen tengebouw. Een voorbeeld van geslaagd herge bruik van een oud fabriekspand. de ijzergieterij De Prins van Oranje in Den Haag). Beide zijn nog in gebruik. Aan de overkant van het Spaarne, aan de Houtmarkt 7, vinden we de oude vroegere bierbrouwerij Het Scheepje terug, waarin nu woningen zijn geves tigd. Van hieruit bereiken we via de Spaarnewouderstraat de St. Antoniestraat (vroeger Achterstraat). Daar vinden we een oud pand met het uithangbord van de firma De Koning ér Tilly, die de befaamde Haarlemmer olie - een huismiddel tegen alles-en- nog-wat, produceert. Het wonder middel werd in 1698 voor het eerst gemaakt door Claas Tilly en Haarlem werd er beroemd door. Via de Spaarnewouderstraat en de Wildemansbrug komen we aan de andere kant van het water en via het Donkere Spaarne bereiken we de Bakenessergracht. Hier staat een reeks oude pakhuizen en verder op nummer 71de voormalige Haarlemsche Brood- en Meelfabriek, gebouwd in 1876. Het is nu een appartementengebouw. Tot direct na de Tweede Wereldoorlog bleef de fabriek in bedrijf, daarna waren er verschillende bestemmingen. In 1990 werd er een appartementen gebouw van gemaakt. Aan het Spaarne, op het Koudenhorn nr. 66-68, naast hetTeylershofje, bevindt zich voorts de curieuze oud- Hollandse kopergieterij Brink Van Keulen, die tijdens de eerste openstel- 31

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 31