Ridderstraat 20, uniek winkelhuis met atelier, door J.B. van Loghem in 1924 ontworpen voor de meubelmakerij van Th.J. van Zutphen, die veel meubelontwerpen van Van Loghem uitvoerde. Diversiteit van stijlen Maar de ontwikkelingen waren niet meer te stoppen en geleidelijk aan ontstond, zoals in vele steden, het winkelgebied in het centrum van de oude stad. Direct gevolg was het dras tisch veranderende stadsbeeld op pui niveau, waarbij opvalt hoezeer de architectuur van de winkelpuien en die van de reeds bestaande, bovenliggende gevels verschilt. Tijdens die aanloopperiode eind 19de eeuw, passen de ontwerpers van winkel puien de dan heersende opvattingen op het gebied van architectuur toe. Neo-classicisme, neo-gotiek, neo- romaans en neo-renaissance voeren de boventoon. Als er 'van alles wat' gebruikt wordt, spreekt men van Eclecticisme. Rond de eeuwwisseling vervalt de winkelarchitectuur tot een ondefi nieerbaar stijlgebeuren. Als materiaal worden voornamelijk natuursteen toegepast en geschilderd of gelakt hout en ijzer, dat wordt weggewerkt. De eerste decennia van deze eeuw kenmerken zich door een winkelarchi tectuur die de ontwikkelingen weer op de voet volgt. Stijlelementen van de Jugendstil, Amsterdamse School en de Art Deco worden in het algemeen door de architecten van die tijd snel overgenomen. De nadruk bij het verwerkte materiaal ligt op natuur steen, blank gelakt hardhout en ijzer, dat nu in het zicht wordt gehouden. Naast zand- en hardsteen wordt veel vuldig zwart graniet (Labrador graniet) toegepast in de puiomlijsting. Ook is de 'Hollandse stijl' in trek. Een aantal historische panden wordt in die tijd gerestaureerd of zelfs gereconstru eerd en van een winkelpui a la 17de eeuw voorzien, zoals bijvoorbeeld Kruisstraat 26. Doof de economische malaise en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stonden in de jaren dertig en veertig de winkel(ver)bouwactiviteiten vrijwel stil. Haarlem heeft slechts enkele voorbeelden uit deze periode. De architectuur van winkels is dan voor namelijk onder te brengen bij de Art Deco, Het Nieuwe Bouwen of afgelei den daarvan en het Traditionalisme, waarbij de Hollandse Renaissance weer om de hoek komt kijken, zoals bijvoorbeeld bij de winkelpui van Gedempte Oude Gracht 36. Diepe portieken Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de aanvragen voor het bouwen en verbouwen van winkels weer op gang. In de jaren vijftig kenmerken de puiwijzigingen zich door diepe portie ken met etalagekasten, waardoor een geleidelijke overgang ontstond van de buitenruimte van de straat naar het binnengebied van de winkel. Helaas zijn de meeste portieken weer uit het stadsbeeld verdwenen ten gevolge van Grote Houtstraat 62, voorbeeld van 'het zwarte gat' en 'luifelbak'. sociaal-onveilige situaties, vervuiling en oneigenlijk gebruik. Kunststofpuien Een absoluut dieptepunt werd in de jaren zestig en zeventig bereikt toen leveranciers van aluminium- en kunst stofpuien hun produkten over de markt uitstrooiden. Tal van fraaie historische winkelpuien verdwenen om plaats te maken voor ijle constructies met veel glas, waarbij vormgevingsaspecten nauwelijks meer aan bod kwamen. Een nieuwe trend werd ingezet met het verlagen van de verdiepingshoogte door het aanbrengen van een verlaagd plafond en het aanbrengen van een luifelbak voor de toegang tot de winkel. Deze luifelbakken waren in het alge meen lomp, grof en voorzien van de meest opvallende reclameaanduidin gen. Het aanzien van eens voorname winkelstraten ging, mede hierdoor, zienderogen achteruit. Ook de parcelering van individuele panden werd gaandeweg geweld aangedaan. Winkels onder twee, drie panden, met één doorlopende winkel pui en schreeuwerige reclameaandui dingen werden eerder regel dan uitzondering. Het fenomeen familiebedrijf verdween geleidelijk uit het stadsbeeld. Daarentegen kwam het verschijnsel winkelketen opzetten, zodat men in veel steden in Nederland dezelfde winkels aantreft. Dat brengt een eenduidige reclamevoering en archi tectuuruiting met zich mee. Individualiteit, kleinschaligheid, eigenzinnigheid en originaliteit verschoven naar de achtergrond. Bovendien ontstond in de jaren tachtig een nieuwe trend: de volledig open winkelpuien, waarbij de koopwaar op rekken zo de winkelstraat wordt opge reden. Om het binnenlopen in winkels te bevorderen werd de gehele pui opengebroken. Op de plaats van de ontstane opening, 'het zwarte gat', werden glazen vouwdeuren geplaatst, gevat in aluminium of kunststof. Hierdoor kwamen de bovenliggende verdiepingen als het ware te 'zweven'. Barteljorisstraat 9, winkelpui met diepe portiek tussen etalagekasten, naar ontwerp van C. Meijer, 1954.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 26