Opmerkelijke restauratie van
20ste eeuwse wijk
Tuinwijk-zuid
Al eerder besteedde Heemschut met het artikel van Wim de Wagt aandacht
aan de beroemde wijk van Haarlem: Tuinwijk-zuid zie Heemschut nr.3
uit 1990). In dit artikel wordt ingegaan op de problematiek die bij de
ontstaansgeschiedenis speelde. Ook wordt de onlangs uitgevoerde restauratie
van dit Rijksmonument nader belicht.
OLGAVAN DER KLOOSTER
Tuinwijk-zuid, vanaf het binnenpark naar de openbare straat.
Tuinwijk-zuid werd in de periode
1919-1922 gebouwd in een villapark
aan de rivier het Spaarne dat toen nog
tot de gemeente Heemstede
behoorde. De woningen waren speci
aal bestemd voor de huisvesting van de
gegoede middenklasse: een groeiende
groep mensen waarvoor nog te weinig
woningen waren. Tegenwoordig is
Tuinwijk-zuid een rijksmonument (nu
in Haarlem) en het wordt beschouwd
als een topstuk in de Nederlandse
architectuurgeschiedenis van de twin
tigste eeuw. Destijds dacht men daar
héél anders over!
De nieuwe woonwijk met zijn 86
aaneengeschakelde middenstandswo
ningen hoorde niet in het villapark
thuis. Dat park was aangelegd in de
romantische Engelse landschapsstijl
en speciaal bestemd voor deftige, vrij
staande landhuizen en niet voor conti-
nuebouw.
Na driejaar'slooprijp'
Ook de voor die tijd vernieuwende
architectuurstijl, gekenmerkt door de
functionele, kubusvormige woningen
met keukens en bergruimtes aan de
straatzijde, vond men niet geweldig. Zo
kon het Heemsteedse raadslid Tromp
hoegenaamd 'de voorkant van de
woningen maar niet vinden' en raads
lid Waller stelde onomwonden vast dat
er 'buitengewoon grote sommen geld
worden gevraagd voor het maken van
zoveel lelijkheid.'
De grootste weerzin tegen Tuinwijk
zuid ontstond nadat bleek dat de
woningen direct na oplevering al in
slechte staat verkeerden. Bij de bouw,
waarbij architect j.B.van Loghem de
directie voerde, waren fouten gemaakt.
De funderingslaag bood te weinig
stevigheid op de slappe Spaarneoever
en daardoor verzakten de huizen. Er
ontbraken spouwmuren, dilatatievoe-
gen en waterwerende elementen, als
waterlijsten. Ook de onervarenheid in
het bouwen van platte daken was er
debet aan dat de huizen zo lek waren
als een mandje. Drie jaar na opleve
ring achtte men de wijk slooprijp.
Rijksmonument
Maar Tuinwijk-zuid bestaat nog.
Weliswaar bleek in 1989 nog dat
'alleen de brievenbussen geen gebreken
vertoonden', de bewoners waren er met
geen stok uit te krijgen. Begrijpelijk.
De huizen zijn groot en comfortabel,
de huren waren vóór de restauratie
laag en de locatie van de wijk is ideaal.
Daarnaast was een aantal bewoners
- architecten - overtuigd van de
cultuurhistorische waarde van hun
woonwijk. Tuinwijk-zuid bleek van
groot belang voor de Nederlandse
Eenheid in de architectuur en toch afwisseling. Kleurverschillen in metselwerk werken storend.