Binnengang van het St. Rosaklooster (1927).
pel van Berlage, ontwikkelde, na zijn
bekering tót het katholicisme, een
eigen stijl van bouwen die hem in het
kerkelijk milieu tot een gezaghebbend
persoon maakte. De opdracht aan
Kropholler voor het complex in
Noord was een manifestatie van de
hoge verwachtingen die men van hem
en van Noord koesterde.
Project voor begeleid wonen
Anno 1994 is een deel van de scholen
afgebroken, het klooster verlaten, de
kerk op het punt van opheffing. Een
projectontwikkelaar is de nieuwe
eigenaar en presenteert voorspelbare
uitpondingsplannen. Maar gelukkig
hebben Monumentenzorg en deelraad
attent op het gevaar gereageerd. Het
complex heeft een plaats gekregen op
de Rijksmonumentenlijst en het zal
onder meer een bestèmming kunnen
krijgen voor begeleid wonen. In een
deel van de grote Ritakerk heeft reeds
de openbare bibliotheek een onder
dak. Indien het zorgvuldig geschiedt,
loopt Noord de kans een echt monu
ment veilig te stellen.
Herwaardering van Kropholler
Prof. Peeters spreekt van 'grote waar
dering' in de laatste decennia voor het
werk van Kropholler. Er is nu meer
begrip voor zijn fanatiek streven naar
een eigen Hollandse vormentaal.
Kropholler betekent baksteen, fraai,
stoer meubelwerk, royale houten
kappen, zware deuren, monumentali
teit van de oude stempel. In de tijd dat
het nieuwe bouwen met beton, glas en
gepleisterde muren de boventoon
voerde, gold Kropholler voor ouder
wets. Maar wit gepleisterde muren
raken uit de mode, al is het maar
wegens de aantrekkingskracht voor
graffitispuiters. Een onverdachte
jongere als architect Lafour zei
onlangs: 'Wit oogt in Nederland op
een miezerige dag als vergeeld onder
goed.' Duurzaamheid, ookvanuiter-
De huiskapel van het klooster (1927).
lijke aantrekkelijkheid, gold voor de
generatie van Berlage-vereerders als
een zaak van grote ernst. Er werd veel
gediscussieerd over het patineren van
baksteen en kleur op het houtwerk.
Wat Kropholler boogde -en in zijn
tijd befaamd maakte- is vooral te zien
in het klooster, dat na het vertrek van
de zusters Dominicanessen, voor het
eerst is te bezichtigen. In het rapport
van Monumentenzorg wordt als een
extra kwaliteit genoemd het feit dat
het interieur nog grotendeels in
oorspronkelijke staat verkeert.
Zeventig jaar 'nonnenzorgvuldigheid'
hebben voor Noord iets kostbaars
bewaard: schitterend handgevormd
baksteenwerk, deels in kleur
geglazuurd, prachtig meubelwerk
- Kropholler was een ambachtelijk
voelend meubelmaker -, alles culmi
nerend in een kapel, die bijzondere
aandacht verdient. Terwijl
Rrophollers grote kerken soms de
indruk wekken van 'uit de krachten
gegroeide dorpskerken', hebben zijn
kapellen meestal de goede maat en
sfeer. Er zijn na de oorlog veel
Kropholler-kapellen verloren gegaan
of verbouwd, reden temeer om deze te
bewaren en liefst in zijn oorspronke
lijke aankleding en voor zijn oorspron
kelijke functie. Er worden in Noord
op het ogenblik initiatieven ontwik
keld die dit willen bewerkstelligen.
Het is bijna ondenkbaar dat men zo'n
uniek monument van de stromachtige
jeugdjaren van het stadsdeel verloren
zou laten gaan.
Banale nutsbouw
Wie echter recente overheidsbouw
aan het kerkplein ziet, is er niet gerust
op: banale nutsbouw van de ergste
soort.
Ben Kroon is architectuur-journalist te
Amsterdam, en lid van de jury van de
Heemschut Persprijs
35