Nieuwe perspectieven in het restauratieambacht De restauratieschilder ANNE-MARIE TEN CATE Het Advies Cultureel Erfgoed (ACE) organiseerde in samenwerking met het Opleidingscentrum SVS Stichting Vakopleiding Schilders en Stukadoorsbedrijj) tijdens de restauratiebeurs een symposium, over de rol van de restauratieschilder. Aanleiding was de nieuwe uitgave van het Opleidingscentrum SVS 'Vergulden'samengesteld onder leiding vanJ.H.P. Heesters. Het blijkt steeds meer - het ene rapport na het andere onderzoek toont dit aan - dat restauratie positieve effecten heeft op de werkgelegenheid en de economie. Onderzoek heeft uitgewezen dat van iedere gesubsi dieerde gulden, die aan restauratie wordt uitgeven zo'n 74 cent terug vloeit naar de Rijksschatkist. Het kan niet vaak genoeg zwart op wit staan: Restaureren loont. En een vervolgon derzoek naar de macro-economische effecten van investeren in restaureren toonde zelfs aan dat van elke gulden 108 cent terugvloeit. In de Tweede Kamer hoort men dan ook steeds meer stemmen voor het meedingen van monumentenzorg in de beleidsintensivering van Cluster IV, werkgelegenheid, uit het regeerac- coord. Het antwoord op het Strategisch Plan wordt met groeiende spanning afgewacht. Bundeling vakmanschap Het zou dus eindelijk de goede kant op kunnen gaan. Het is daarom zaak dat het restauratieambacht meer aandacht krijgt, dat er meer gespecialiseerde en uitgebreidere opleidingsmogelijkhe den zijn in de verschillende branches. Wij kunnen nu nog gebruik maken van kennis en kundigheid van vaklie den, van het traditionele vakman schap. Deze kennis moet gebundeld en vastgelegd worden, zodat die over draagbaar is. De uitgave van het 'Restauratievademecumdoor de Rijksdienst is zo'n eerste stap geweest. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg heeft in samenwer king met vertegenwoordigers van verschillende bedrijfsschappen de Werkgroep Restauratieambacht in het leven geroepen, die zich heeft gebogen over nieuwe opleidingsstruc turen. Dit onderzoek heeft geleid tot een tweetal uitgaven: 'Het Restauratie- ambacht; nieuwe contouren voor een heldere onderwijsstructuur'' en de 'Opleidings- en Cursuscatalogus 1994- 1995' (Zeist, februari 1994), waarin ca 24 cursusmogelijkheden en voorwaar den worden gegeven. De conclusie van de werkgroep, die verschillende onderzoeken liet uitvoe ren, is dat bedrijfstakken gestimuleerd moeten worden de instroom te bevor deren en de bestaande opleidings structuren meer in te richten en uit te bouwen voor het restauratieambacht. Nederland zal na voltooiing van de Monumenten Selectie en Registratie Procedure een groot aantal monu menten extra tellen, waarvoor zorg gedragen moet worden. Het onderzoek van de Werkgroep is in eerste instantie beperkt tot de beroepen timmeren, metselen, schil deren, stukadoren en natuursteenbe- werken. Per jaar zullen er minstens 210 vaklieden moeten instromen, omdat het huidige aantal vaklieden in aantal momenteel snel afneemt. Opleidingen bestaan via het leerling wezen en het MBO; specifieke oplei dingen voor de restauratiesector bestaan echter in beperkte mate. De opleiding tot schilder biedt tot nu toe de meeste mogelijkheden. Dat men binnen het Opleidingscentrum SVS druk doende is met het herstruc tureren van de opleidingsmogelijkhe den bleek op het symposium overdui delijk. Door de heer G. Bosch van de onderwijskundige stafdienst kregen wij de ene na de andere sheet gepre senteerd, voor niet-ingewijden niet altijd begrijpelijk. De herinrichting heeft jammer genoeg tot resultaat dat de oude gildetermen zoals gezel en meester worden afgeschaft. Door het behalen van verschillende modules, komt de leerling in het bezit van Certificaat Eenheden, minimaal 5 van deze eenheden Decoratieve technie- Restauratie van de lier van Apollo bovenop het Amsterdamse Concertgebouw (foto J.H.P. Heesters). ken, Imitatietechnieken I en II, Glas en Lood en Klassieke Schilderstechnieken) leveren tenslotte het diploma van specialist (vroeger meesterschilder). Zo'n opleiding duurt ca 4 jaar (6400 uren). Onder imitatietechnieken verstaat men hout en marmer- en metaalimitatie, blad metalen, enz. Men hoopt met deze nieuwe module structuur op 1 januari 1996 van start te gaan, waarbij men uitgaat bij het dagonderwijs van 20-60% praktijk en in het leerlingwezen van 60% of meer praktijk. Nederland loopt internationaal gezien achter, is ook de laatste die de termen gezel en meester verlaat. In Engeland bijvoorbeeld bestaat een module opleidingsstructuur al jaren. Bronnen De volgende spreker was ir C. O. Bouwstrarestauratiearchitect bij het

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 32