Restaurant en Culinair Museum achter oude kloostermuren Mariënhof in Amersfoort J.TH. BALK Terwijl de herfst met regenbuien en neerdwarrelend blad op kousevoeten naderbij sluipt zoeft het autoverkeer onverdroten over de asfaltband die de oude Amersfoortse binnenstad in zijn greep houdt: de stadsring. Uit het autoraampje een flits van de groene stadswal met de oude gebouwen van sociëteit Amicitia, dan de fameuze kei en wat verder, even voor de speelse torentjes van de Monnikendam een glimp van een groot eerbiedwaardig bouwwerk achter een hoog hek: het klooster Mariënhof - nu deel uitmakend van het op 21 mei door burgemeester A. Schreuder geopende Culinair Centrum Mariënhof Rötisserie van het Culinair Centrum Mariënhof in het voormalige kerkgebouw.' Voor de geschiedenis van de Mariënhof moeten we teruggaan tot 1543 toen de rampokkende bendes van de Gelderse oorlogsheer Maarten van Rossum Soest belaagden. De Augustijner monniken ontvluchtten hun klooster Mariënhof en zochten de beschermende muren van Amersfoort. Daar verwierven zij het kleine klooster van de celzusteren van St. Ursula die verhuisden naar wat nu bekend is als het hofje De Poth. De naam 'Mariënhof namen ze mee. Het kloos ter lag in de 'schil' rondom de oude kern, tot stand gekomen toen in 1450 begonnen was met de tweede en veel ruimere omwalling. Hier was voldoende terrein voor een klooster en kloostertuin en de Augustijners togen aan de arbeid, maar hun ambitieuze plannen waren nog bij lange na niet voltooid toen Amersfoort overging naar het kamp van de protestanten: de Alteratie van 1579. Een tolerante overgang - de monniken mochten in het klooster blijven wonen, mits zij maar geen nieuwe roepingen aanvaar den. In 1610 overleed de laatste van de Augustijners. Het kloostergebouw werd toen burgerweeshuis. Herbestemming In de jaren dertig van deze eeuw liep het getij van de burgerwezen ten einde. Het kloostergebouw werd in 1945 jeugdherberg, maar na een restauratie in de jaren 1949-1951 werd de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek er gevestigd. Die bleef er tot 1988. Een nieuwe bestemming behoefde niet te worden gezocht. Die was er al! In 1986 werd in'het Museum Flehite te Amersfoort een tentoonstelling geopend van menu's en menukaarten van J. Riemermt Driebergen. Bij de voorbereiding opperde de penning meester van Flehite, drs C. Kamerbeek, het idee een culinair museum te stich ten. De vrijkomende Mariënhof leek daarvoor een bijzonder geschikte locatie. Geleidelijk groeide de gedachte om te komen tot een culinair centrum met een toprestaurant als prestigieuze aandachtstrekker. Wel had de verwerving van de daar voor nodige gebouwen de nodige voeten in de aarde. De oude klooster kapel, gelegen aan de Zuid-Singel was in 1887 afgebroken. Er kwam een eenvoudige gereformeerde kerk voor in de plaats, die in 1914 vervangen werd door een nieuwe kerk. Deze kerk was bij de stormachtige uitbreiding van Amersfoort te klein geworden en het kerkbestuur zocht een andere plaats en wel in Nimmerdor in het Leusderkwartier. Een kerk met wonin gen Dat leverde veel protesten op. Tenslotte is het alleen gekomen tot bouw van een nieuwe kerk in Nimmerdor. In 1993 kon de stichting Culinair Centrum Mariënhof het kerkgebouw in eigendom verwerven door koop. Inmmiddels waren in het oude kloostergebouw al in 1990 de restauratiewerkzaamheden begonnen onder leiding ven irP. Waasink. Naar het concept van de directeur van Flehite, BurchardElias, togen André Postma en Jaap de Groote aan het werk voor de inrichting van het museum, een inrichting die een half miljoen vergde. Veel mogelijkheden boden de bruiklenen van niet alleen Flehite maar van tal van andere musea en de museumcollectie van Van Kempen Begeer, die in langdurige bruikleen aan het Culinair Museum is afgestaan. Het culinair centrum heeft het gebouw van de gemeente in erfpacht gekregen. Van kerk tot restaurant Voor de inrichting van de restaurants en de zalen voor het volwaardig party centrum waren de nodige bouwkun dige ingrepen nodig. Architect Bert Verwey maakte van de kerk een rötisse rie en een toprestaurant, waarbij de ramen met gekleurd glas van de kerk een merkwaardige aanvulling op de heel eigen sfeer van deze ruimten

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 12