Het project 'De Kolk'
Contrast en Harmonie
Mm
r i i rnu-BE
J.K.
Wanneer het verhaal van Leo
van der Meule over 'De Kolk' niet in
Heemschut had gestaan, nr. 3,1994,
blz. 39, maar in een willekeurig perio
diek tussen de sport, de mode en pop
sterren dan zou je dit oppervlakkige
gebabbel met een lichte ergernis
terzijde leggen. Want hoe gaat zoiets?
Een groot bouwplan in het oudste stuk
van Amsterdam, waaronder tot ieders
verbazing de resten van het legendari
sche Kasteel van de heren van Aemstel
wordt ontdekt, dat is kopy. Dan gaat
een verslaggever naar het architecten
bureau en de directeur Stedelijk
Beheer, hij bekijkt een 'artist impres-
sion' die laat zien hoe levendig en
gezellig het gaat worden, en hij schrijft
dat men zich heeft laten inspireren
door oude kaarten, dat het grootscha
lige geheel is opgedeeld in kleinere
eenheden, en dat het plan door het
mengen van functies aansluiting zoekt
bij de rest van de binnenstad. Er
moesten nogal wat monumenten
verdwijnen, maar die worden elders
herbouwd, al moest Amsterdam wel
oppassen voor Disneyland-effecten
Hoofdzaak is dat het project past in
het gemeentelijk beleid om de vitali
teit van de binnenstad te verstevigen.
Van der Meule eindigt met de zin:
'Voor wie het allemaal toch nog in het
verkeerde keelgat schiet, is het een
schrale troost dat dit een van de laatste
grote nieuwbouw-projecten in de
binnenstad van Amsterdam is.'
Wat mij het meest in het verkeerde
keelgat schiet is dat deze reclame-
prietpraat ter camouflage van een
grove aantasting van het 'monument-
Amsterdam' in Heemschut wordt
afgedrukt. De geboden troost is wel
héél schraal, want er staat nog het een
en ander aan grootschaligheid op het
programma: Vendex-driehoek,
Jodenbreestraat, Winkelcentrum de
Munt, oostzijde Vijzelstraat, VARA-
strook, IJ-oevers en wat er verder nog
door bouwlustige projectontwikke
laars wordt voorbereid. Van die voor
bereiding is het project De Kolk een
schoolvoorbeeld: het door brand van de
bioscoop Royal aan de Nieuwendijk
ontstane gat is door vorige eigenaars
stelselmatig vergroot door van de
belendende huizen - waaronder
monumenten - bewoning onmogelijk
te maken. Uit het faillisement van de
eigenaar moest ABN-AMRO als
grootste schuldeiser het terrein aanko
pen. ABN-AMRO heeft nu maar één
belang: snel bouwen, verkopen en
wegwezen. Dat schijnt te lukken, de
ondergrondse parkeergarage gaat voor
40 miljoen naar de gemeente, en het
geprojecteerde hotel is ook al verkocht.
Wat de aandacht voor de monumen
ten, het bestuderen van de oude plat
tegronden en de aansluiting bij de
omgeving betreft, had Van der Meule,
als vaste medewerker van Heemschut,
toch tenminste kennis moeten nemen
van het gedegen advies d.d. 23 oktober
'92 van de Monumentencommissie en
het Bureau Monumentenzorg. Dat
advies concludeert: 'Het plan "De
Kolk" zoals ingediend op 22 septem
ber 1992 is vanuit een oogpunt van
monumentenzorg onacceptabel.
Naast bezwaren van stedebouwkundige
aard (het niet respecteren, resp. als
uitgangspunt nemen voor de planvor
ming van het oorspronkelijk stedelijk
weefsel) zijn er ernstige bezwaren
tegen de behandeling van de individu
ele monumenten (sloop, demontage en
herbouw, ingrijpende wijzigingen van
plattegronden en interieurwaarden)'.
Tegen de in strijd met dit advies door
B en W gegeven monumentenvergun
ning, tegen het aangepaste bestem
mingsplan en tegen de bouwvergun
ning is ook namens het Amsterdam-
overleg van de samenwerkende
verenigingen - waaronder de Bond
Heemschut - tot voor de Raad van
State verweer gevoerd. Het mocht niet
baten, het was een intern beklonken
zaak. Nu ligt tussen de Nieuwezijds
Kolk, de Nieuwendijk en de Dirk van
Hasseltssteeg een groot bouwterrein
vol kranen en steigers. Als straks uit
die steigers het nieuwe gebouw te
voorschijn komt, kunnen we beoor
delen in hoeverre de optimistische
'artist impression' afwijkt van de reali
teit. Wie de maquette nauwkeurig
heeft kunnen bekijken vreest dat het
een agressieve klont van beton en glas
wordt die het omringende middel-
weeuwse hart van Amsterdam dood
drukt, niet levendig en gezellig maar
grof en brutaal.
Slotvraag: aan welke kant staat
Heemschut eigenlijk?
Geurt Brinkgreve, Amsterdam
Naschrift redactie
Heemschut heeft er zich krachtig voor
ingezet om alle 12 rijksmonumenten
op het terrein van Plan De Kolk te
behouden.
Uiteindelijk is het plan zo gewijzigd,
dat er 9 monumenten in het Plan
terugkomen. Helaas zullen er twee
moeten worden verplaatst naar elders
in de stad maar ook die blijven behou-
BB BB B
BBBBB
RRR RRR
UQHü
LLLIffll lil cfitSfilmD
'De Kolk', zoals het project er aan de Nieuwendijk uit komt te zien. Het gaat om het brede gebouw in het midden.
den. Eén monument ligt al jaren in
onderdelen opgeslagen in Purmerend
en wordt ook herplaatst. Toen de
gemeente uiteindelijk de monumen
tenvergunningen verleende en ook de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg
accoord ging, ging de Vereniging
Vrienden van de Amsterdamse
Binnenstad in hoger beroep bij de
Raad van State. Heemschut, dat in alle
eerdere fasen eendrachtig met de
'Vrienden' had samengewerkt, wilde
die stap niet zetten. Als de Vrienden
het beroep zouden hebben gewonnen
zou het 'gat van Royal' er nog tien jaar
zo hebben bij gelegen en was de kans
groot, dat de monumenten dat niet
zouden hebben overleefd. Bovendien
wist Heemschut, dat de argumentatie
van de Vrienden niet sterk was omdat
al in 1986 het bestemmingsplan voor
De Kolk e.o. was goedgekeurd. De
Vrienden verloren het beroep. De
auteur van het artikel, dat overigens
het Kasteel van de Heren van Aemstel
tot onderwerp heeft, is zelf verant
woordelijk voor de inhoud van het
geschrevene (zie colofon).
De redactie vindt overigens, dat Geurt
Brinkgreve het artikel selectief heeft
gelezen- het bevat wel degelijk kritiek-
betreurt zijn eenzijdige negatieve
kwalificaties en heeft begrip voor de
zienswijze van de auteur.
De redactie heeft de lezers uitgeno
digd te reageren op het artikel van ir.
Oosterholt over 'contrast en harmonie
in stadsbeelden', dat is verschenen in
Heemschut nr. 3,1994. Daarin stelt
hij de vraag of het mogelijk is een
gefundeerde benadering van de
problematiek te schetsen.
Helaas is het artikel van Oosterholt
zowel moeilijk te lezen als onduidelijk.
Enerzijds worden de begrippen
contrast en harmonie geanalyseerd als
tegenstellingen en anderzijds als een
noodzakelijke eenheid omdat er geen
harmonie bestaat zonder contrast. De
vraag rijst of deze stellingneming juist
is, want elk nieuw pand in een al dan
niet monumentaal stadsbeeld zal
uiteraard contrasteren tenzij de
betreffende architect zich gewonnen
geeft aan een historiserende zelfge
noegzaamheid door aan de belen
dende panden uiterlijke vormen te
ontlenen. Oosterholt stelt in zijn
artikel de vraag of het contrast dan
wel de harmonie zal overheersen.
In wezen gaat het probleem over de
harmonie van het contrast 'waarbij
het de kunst is conflicten te verzachten
door wat tegenstrijdig lijkt opnieuw
samen te binden en een hoger
gemeenschappelijk verband te geven'.
In een tijd waarin getallen worden
vastgelegd met behulp van computers
44