Enkhuizen
Putbeeldjes
De Bazel en de Bank
Maassluis
Rijksdienst Monumentenzorg
43
De Vereniging Oud-Enkhuizen orga
niseerde ter gelegenheid van het 50-
jarig bestaan in samenwerking met het
Zuiderzee Museum een tentoonstel
ling rondom twee vroeg zeventiende
eeuwse schilderijen in het bezit van de
gemeente Enkhuizen en voorstellende
de polder Het Grootslag met
Enkhuizen tijdens de vergroting van de
stad. Het onderzoek naar de schilde
rijen leidde tot de uitgave 'Enkhuizen
en het Grootslagtwee schilderijen
bekeken', waarin de achtergronden
en verklaringen van alles wat er op
de schilderijen te zien is beschreven
wordt; zoals de waterhuishouding,
de veehouderij en de zuivelproductie,
varen en vissen in de polder, de vogel
vangst en het verpozen, een vroege
vorm van recreatie.
De bijdragen zijn van medewerkers
van het Zuiderzeemuseum; P.J. de
Vries, P.P. Bakker, J.R. Jas, E.H.
Walsm.it en Th.Fruithof.
Schoort, Pirola, 1994. 12 p. ISBN
90.5512.001.1 Prijsf19,50.
De Stichting Limburg Natuurlijk stelt
zich ten doel om de Limburgse natuur,
cultuur en folklore bij een breed
publiek onder de aandacht te brengen.
De Stichting tracht dit doel te verwe
zenlijken door lezingen te houden,
tentoonstellingen te organiseren en
uitgaven te realiseren.
Vanaf 1993 geeft de stichting in
samenwerking met verschillende
instellingen, waaronder Heemschut
Limburg, routebeschrijvingen uit.
Ieder deeltje bevat één of meerdere
wandelingen in een stad of gebied, in
eerste instantie rondom Roermond.
Allereerst geeft ierder boekje een
korte inleiding over het betreffende
onderwerp, gevolgd door de beschrij
ving van de wandeling. Het aantal
kilometers wordt aangegeven.
Verschenen zijn intussen wandelingen
in het Leudal, Beegderheide, Thorn,
verschillende routes in Roermond, de
houtwal te Echt, het natuurgebied
Meinweg, het Maas- en Swalmdal,
de Groote Peel en het laatste deeltje,
deel 12, gaat over putbeelden in
Roermond. Het is geschreven door
mevrouw G. de Vries van Heemschut
Limburg.
Vroeger maakte een dertigtal huizen
gebruik van dezelfde put. De gebrui
kers vormden de zogenaamde put-
gemeenschap ook wel 'put' of 'pöt'
genoemd. Aan het hoofd stond de
putmeester, die ook voor sociale
contacten zorgden tussen burgerij
en stadsbestuur. Een put had dus ook
een sociale functie. Rond een put
ontstond een soort buurtverening,
waarvan enkele tot op heden nog
bestaan. In de inleiding van dit
deeltje worden de ontwikkeling
en de verschillende functies van de
Roermondse waterput beschreven, aan
welke regels de gebruiker zich diende te
houden, waarom bij de putten beelden
werden geplaatst, veelal in kapelletjes
of nissen, en waarom ze naar bepaalde
heiligen werden genoemd. Met het
verdwijnen van de pompen begin deze
eeuw zijn er in de loop van de eeuw
vele putbeelden uit het stadsbeeld
verdwenen. De Commissie Kleine
Monumenten zet zich samen met de
Stichting RURA in om deze monu
mentjes te behouden. Nu ziet men in
Roermond zelfs in moderne flatge
bouwen putbeeldjes. De serie met
wandelingen wordt verder voortgezet.
De prijzen van de deeltjes variëren van
f 2 tot f3,50. De verspreiding
geschiedt via de VW te Roermond.
Voor informatie over activiteiten,
nieuwe routebeschrijvingen enz. kunt
U zich schriftelijk wenden tot:
Stichting Limburg Natuurlijk,
Postbus 21, 6040 AA Roermond.
Tegelijkertijd met een tentoonstelling
verscheen er een brochure met als titel
'De Bazel en de Bank(architect K. P. C.
de Bazel en het hoofdkantoor van de
Nederlansche Handel Maatschappij),
een boekje met veel oude foto's, vooral
van het interieur, van het kolossale
bankgebouw aan de Vijzelstraat, dat in
1926 officieel werd geopend. Het is
jammer dat de expositie slechts één
dag opgesteld is voor publiek, name
lijk op de Open Monumentendag. De
hernieuwde aandacht voor de Bazel is
aanleiding voor de publikatie, die
werd samengesteld op het historisch
archief van de bank.
Begin dit jaar verscheen het fotoboek
'De restauratie van de Grote Kerk te
MaassluisGedurende anderhalfjaar
volgde fotograaf Theo van Pelt de
restauratie van de Grote kerk uit 1639
op de voet. De mensen -vaklui, maar
ook vrijwilligers-staan in dit fotover
slag centraal, hetgeen een bijzonder
beeld geeft.
De teksten bij de foto's zijn van Harm
van den Berg enAdri P. van Vliet.
Het boek is uitgegeven met medewerking
van het gemeentemuseum in Maassluis
Tel 0189913813
Schiedam., 1994. ISBN90.90068.28.1
In augustus verscheen het jaarverslag
1993 van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg vlak voordat de
dreigende nieuwe bezuinigingen op
cultuur breeduit in de kranten kwam.
Maar hoe verliep 1993? Naar aanlei
dingvan de positieve reacties op de
zakelijke opzet van het vorige jaarver
slag is ook dit bondig gehouden, dus
veel tabellen, grafieken en overzich
ten. De Rijksdienst kreeg begin van
dat jaar een nieuwe directeur Fons
Asselbergs. Er is sprake van groeiende
dynamiek en produktiviteit bij de
Rijksdienst, aldus Asselbergs in zijn
voorwoord. Het proces van vernieu
wing, de strijd tegen de vergrijzing en
verzadiging, begonnen onder leiding
van interimdirecteur Hylkema, werd
verder voortgezet en officieel medio
april afgerond. Eind 1992 zag het
rapport 'Monumenten beter bekeken
het licht, een onderzoek naar de
bouwtechnische toestand van monu
menten en stads- en dorpsgezichten.
Op basis van deze gegevens werd het
beleid voor de komende jaren uitgezet.
Hierop volgde in april het antwoord,
het rapport 'Monumenten goed
gefundeerd', waarin het Strategisch
plan door de minister uiteen werd
gezet. Primair is het zaak dat de
achterstanden in de restauratie van
rijksmonumenten ingelopen worden.
Pas dan zullen alle investeringen effec
tief zijn. Met de uitwerking van 'actief
beheer' en met 'cultuurhistorisch
kwaliteitsbeheer' houdt de Rijksdienst
zich dan ook intensief bezig. De taak
verdeling en de verantwoordelijkhe
den van de verschillende overheden
moeten duidelijk zijn. De taak van de
provincies wordt in het strategisch
plan duidelijk erkend en uitgebreid.
Bijvoorbeeld het bevorderen van de
decentralisatie en een duidelijke taak
bij de uitvoering van het Monumenten
Selectie Project. In het verslagjaar
werden de drie sectoren binnen de
dienstverder geprofileerd. De
Regioservice met als onderdelen het
Monumenten Inventarisatie en
Selectie Project en de ontwikkeling
van het Strategisch plan. De sector
Kennis, Informatie en Communicatie
zorgt voor de verdere ontwikkeling
van de RDMZ als centraal kennis- en
informatiecentrum voor de monu
mentenzorg, waar ieder met zijn
vragen terecht kan. Het KIM (Kennis
Informatienetwerk Monumenten)
wordt opgebouwd. Aan de hand van
een Thesaurus, een trefwoordensys
teem, moeten expertise en objectge
bonden en thematische informatie zo
nodig verbonden kunnen worden en
voor ieder tot nut zijn. Te zijner tijd
moeten uit dit systeem ook technische
en financiële evaluaties en prognoses
ten behoeve van derden rollen. Maar
zover is het nog niet. Het cursusaan
bod in samenwerking met het Nationaal
Restaurariefonds en het Nationaal
Contact Monumenten werd enorm
uitgebreid. Tot slot startte de sector
Bedrijfsvoering en Beleidszaken met de
uitwerking van een nieuwe administra
tieve organisatie. Asselbergs eindigt
met de woorden: 'De opgave voor het
komende decennium is geformuleerd,
de strategie bepaald en de maatschap
pelijke en politieke steun neemt toe'.
Helaas is niets zo wispelturig als de
politiek. Ultimo 1993 telt Nederland
43.412 Rijksmonumenten, laten we
het woord zorg in Monumentenzorg
meer waar maken.
AMtC