Kerk in kleur Studiedag over schilderingen in kerken De Stichting Oude Groninger Kerken viert dit jaar haar vijfde lustrum met vele activiteiten. Zo vond er op 2 en 3 september een symposium, plaats: Kerk in Kleur' over middeleeuwse m,uur- en gewelfschilderingen in (Groninger) kerken. De eerste dag was bestemd voor de theorie, in de vorm van een aantal lezingen in de Der Aa-kerk in Groningen. De tweede dag van het symposium konden de symposiumgangers de middeleeuwse kerken bezoeken van Middelstum, Loppersum, 't Zandt en Noordbroek, die alle bijzondere muur- en gewelfschilderingen bezitten. a Schildering in de kerk van Den Andel uit plm. 1300, voorstellend de strijd tussen goed en kwaad.(foto J.Hovinga) SASKIASIMON '"Bp7 i t yi* Vfe* --v-V5- -e JSwr. •vVV, Nieuwsgierig. In het welkomstwoord van H. G. de Olde, voorzitter van de Stichting Oude Groninger Kerken, kwam al meteen een aspect naar voren waar de 25- jarige Stichting bij de ontdekking van middeleeuwse kerkschilderingen mee te maken krijgt. Moeten we die schil deringen 'aufdecken' of'zudecken'? Moeten we een voorbeeld nemen aan archeologen, die alleen gaan opgraven als er strikte noodzaak bestaat?' Misschien kunnen we de schilderin gen maar beter laten zitten onder al die beschermende lagen kalk en pleis ter. Maar we zijn zo nieuwsgierig. Goud en zilver. Commissaris der Koningin in de Provincie Groningen, H.J.L. Vonhojf, verrichte de officiële opening van het symposium. Hij haalde de geschied kundige Huizinga aan die in 'Herfsttij der Middeleeuwen' de grote strakheid en eenvoud van de kerken na de Reformatie verklaarde als een reactie op de overlading van het (katholieke) geloof. Er kwamen al maar meer tekens, heilige rustdagen en gedenk dagen. Het bonte spel van goud, zilver en primaire kleuren en de symboliek van de afbeeldingen in de kerk-entou- rage speelden in het totale systeem een belangrijke rol. De kerk was een verhaal in steen en beeld. Door deze schilderingen toch maar wel te ontdekken kunnen we inzicht krijgen in de gedachten en gevoelens van het voorgeslacht. Dat kan ons eigen leven ook weer kleur geven. Dr. R. Steensma, een van de oprichters van het eerste uur van de Stichting Oude Groninger Kerken, en tevens universitair docent, nam het publiek in vogelvlucht mee door de verschillende periodes in de Groninger kerkgeschie denis. Regnerus Steensma is specialist op het gebied van de geschiedenis van kerkbouw en -inrichting, met name in Noord-Nederland. Rode muren. De verschillende periodes in de kerk geschiedenis hebben nogal wat gevol gen gehad voor de kerkschilderingen. In de romano-gotische periode van ongeveer 1225 tot 1350 wordtin bijna alle kerken de architectuur geaccentu eerd. Muren, metselwerk, gewelven, sluitringen en ribben: allemaal gede coreerd. De muren waren rood geschilderd met een motief van baksteen-voegen. Het indrukwek kende effect hiervan is het best te zien in de kerk van Zeerijp, waar de muren weer zo gereconstrueerd zijn. Verder vinden we in die romano-gotische tijd veel symbolische afbeeldingen. Bijvoorbeeld het Lam Gods, of de Strijd tussen Goed en Kwaad. Dit laatste symbool wordt dan uitgebeeld door twee vechtende mannen of ridders. De figuratie staat onder invloed van Franse tradities en is ook beïnvloed vanuit de voor-christelijke periode. Deze romano-gotiekin al zijn diversiteit beschouwt Steensma als kenmerkend voor de kerkschilderin gen in Groningen, en op deze schaal als uniek voor Nederland. Spiegel en kam. De vormentaal van de gotiek, tot ongeveer 1550, wordt overgenomen uit Italië. De thema's zijn de Zondeval, Christus' leven, lijden en sterven, en de periode na het lijden. De kerk van Noordbroek is wat dit betreft een topstuk. Van voor naar achter in deze kerk wordt het hele verhaal rondom de grote thema's verteld. Heel educa tief. Dat was ook de bedoeling. Het christelijk geloof kon zo in herkenbare beelden worden overgebracht. Voor zonden werd ook met symbolen gewaarschuwd. De zeemeermin met spiegel en kam probeert de mens te verleiden, evenals de uil. Kijkuit! Een 32

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 32