Rimburg en Millen: monumentale
grensgevallen'
Romeinse sporen in Limburgs grensgebied
A.M.P.P. JANSSEN
De twee grensplaats/es Rimburg en Millenwaarheen de excursie van de
afdeling Limburg dit jaar voerde, kenden reeds bewoning aan het begin van
onze jaartelling. Een continuïteit in de bewoning tussen de Romeinse tijd en de
middeleeuwen is echter moeilijk aantoonbaar. Drs.A.M.P.P. Janssen ging het
spoor in de tijd terug.
Bij Rimburg* kruiste de grote
Romeinse weg van Colonia Claudia
Ara Agrippinensium (Keulen) naar
Bononia (Boulogne-sur-Mèr) het
riviertje de Worm. Ten noorden
van het huidige Rimburg heeft een
Romeinse nederzetting (vicus)
gelegen met op de grote weg georiën
teerde woningen: men leefde vermoe
delijk van de handel aan de grote weg.
Op de binnenplaats en in het poortge
bouw van kasteel Rimburg kan men
grafstenen uit de Romeinse tijd
bewonderen, die in de omgeving
gevonden zijn. Ook in de fundamen
ten van het kasteel bevinden zich
resten van Romeins bouwmateriaal
(spolia).
Millen ligt niet ver van Tüddern.
De naam Tüddern is afgeleid van
Teudurum. Deze plaats wordt reeds
in de vierde eeuw genoemd in het
Itinerarium Antonini, een reisroute
uit de Romeinse tijd. De plaats lag
aan de weg van Coriovallum (Heerlen)
naar Colonia Ulpia Traiana (Xanten).
Donjon van de oude burcht te Millen.
Volgens sommigen zou de naam
Millen afgeleid zijn van het Latijnse
'mille' - duizend passen één mijl -
dat de afstand tot Teudurum aangege
ven zou hebben. De naam heeft echter
vermoedelijk een Keltische oorsprong.
Toch zijn in de omgeving wel vele
Romeinse vondsten gedaan en zijn
zelfs Romeinse bouwmaterialen (o.a.
hypocaustumtegels) verwerkt in de
muren van de zaalkerk van Millen.
De plaatsen Rimburg en Millen
hebben met elkaar gemeen dat ze
beide doorsneden worden door de
Nederlands-Duitse grens. In Rimburg
ligt het kasteel aan de Duitse zijde en
het dorp met de kerk aan de
Nederlandse, in Millen is de situatie
juist omgekeerd. In beide gevallen
worden kasteel en dorp door een
smalle brug verbonden.
Rimburg.
De geschiedenis van Rimburg,
een heerlijkheid in het Land van
Hertogenrade, gaat terug tot de
twaalfde eeuw. De plaats hoorde
aanvankelijk bij het hertogdom
Limburg, vanaf 1288 bij het hertog
dom Brabant en was sinds 1498 een
vrije rijksheerlijkheid. Bij de geslach
ten die er de scepter hebben gezwaaid,
ontmoeten wij ook voor de
Nederlandse geschiedenis niet onbe
kende namen als Van Merode en Van
Bronckhorst-Batenburg.
De kern van het huidige kasteel gaat
terug tot de twaalfde eeuw. Het is een
donjon, die met drie vleugels van de
burcht een binnenplaats omsluit. De
burcht werd rond 1288 beschadigd
maar spoedig weer hersteld (ca. 1300).
Toen werden vier flankeringstorens
gebouwd en kwam er aan de buiten
zijde van de gracht een ringmuur met
vier torens en kazematten. Deze ring
muur werd deels verwoest in 1543
toen de heer van Rimburg zijn trouw
belofte aan keizer Karei Vgebroken
had. Van de ringmuur zijn twee hoek
torens bewaard en liggen ondergronds
Poortgebouw van de burcht van Millen.
nog kazematten. Op het einde van
de 17de eeuw werd het kasteel aan de
eisen van de tijd aangepast. Een groot
deel van het huidige interieur dateert
uit deze tijd. De donjon werd omge
bouwd tot trappenhuis en verhoogd.
Tot een volgende verbouwing gaf in
1899 Johanna von Brauchitsch
opdracht. De enig overgebleven
flankeringstoren werd gerestaureerd,
verhoogd en van een uivormige bekro
ning voorzien. Verder werd er een
nieuwe voorburcht gebouwd. Het
interieur van het kasteel toont onder
andere een vroeggotische schouw en
een 16de eeuws retabel, dat in 1885
werd aangekocht en door
W. Mengelberg uit Utrecht werd
gerestaureerd. In 1726 werd door de
kasteelheer in het dorp een bakstenen
kapel gebouwd, de huidige parochie
kerk van het dorpje Rimburg.
Het hoofdgebouw van het kasteel
complex Rimburg wordt momenteel
bewoond door de familie Von
Brauchitsch, de economie-gebouwen
zijn als woningen verhuurd. De
familie heeft bij de instandhouding
van het monumentale kasteel diverse
malen de nadelen van de ligging aan
de grens ervaren. Na de oorlog kwam
het kasteel namelijk deels te liggen in
geannexeerd gebied, waarbij de grens
dwars over het landgoed liep. Na het
overlijden van Siegfried von Brauchitsch
in 1957 moesten dientengevolge