Landinrichting en landschap Vanaf 1 januari 1994 is de voorbereiding van landinrichtings projecten drastisch veranderd. De nieuwe procedure biedt particulieren en organisaties mogelijkheden om, via inspraak en hetformideren van inrichtingswensen, een bijdrage te leveren aan de planvorming. De schrijvers zien hierin goede mogelijkheden voor behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden in het landelijk gebied. GUUS J. BORGER ADRIAAN HAARTSEN Dorpsterp van Aalsum, die grotendeels is vergraven, waardoor de archeologische waarde sterk is aangetast. In het kader van de landinrichting moeten er maatregelen komen om deze waardevolle terreinen te beschermen (foto's Adriaan Haartsen). Van ruilverkaveling naar landinrichting Vanaf de jaren '20 vinden er verande ringen plaats in het argrarische gebied onder impulsen van de rijksoverheid. Vroeger sprak nien van ruilverkavelin gen, tegenwoordig van landinrich tingsprojecten. Niet alleen de naam is veranderd, ook de doelstelling is anders geworden. De eerste ruilverkavelingen haddden als doel de landbouwkundige situatie te verbeteren. Het ging hierbij niet alleen om het inkomen van de boeren, maar ook om betere leef- en werkom standigheden voor boeren en landar beiders te realiseren. Vergroting van de voedselproductie speelde eveneens een rol. Door de oorlogsomstandighe den in 1914-1918 was duidelijk geworden dat ons land niet of nauwe lijks in zijn eigen behoefte aan land- bouwprodukten kon voorzien. Aanvankelijk werd de oplossing vooral gezien in het ruilen van percelen om tot grotere, aaneengesloten kavels te komen. In het interbellum zijn veel van de essen op de zandgronden op die manier van een doelmatiger indeling voorzien. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de behoefte aan het herverkavelen van gronden een grote impuls door de voortschrijdende mechanisatie. Er werden grote projecten aangepakt, zoals de herverkaveling van het in de oorlog geïnundeerde Walcheren. Bij de nieuwe aanpak lag het accent niet meer alleen op de verkaveling. Ook zaken als waterbeheersing en de bereikbaarheid van de percelen werden in de ruilverkavelingsplannen meege nomen. In het kader van ruilverkave ling werden natuurterreinen gespaard en kwam er gaandeweg meer aandacht voor landschappelijke waarden. Nog steeds lag de nadruk echter op vergro ting van de voedselproduktie, een beleidslijn die toen ook werd gevolgd door de Europese Economische Gemeenschap. Natuur, Landschap en cultuurhistorie Zoals gezegd was er aanvankelijk weinig aandacht voor natuur en land schap. Vooral in de jaren '70 ontstond er echter in toenemende mate kritiek op de gang van zaken vanuit de natuur beschermingsorganisaties. Ook de in 1968 ingestelde Natuurbeschermings- raad (en voor die tijd de Natuur wetenschappelijke Commissie) heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Voor elk landinrichtingsgebied schreef de raad een advies 'natuur, landschap en cultuurhistorie', één van de vier 'deeladviezen'. De andere deeladviezen waren het Landbouwstructuuradvies, het Advies Openluchtrecreatie en het Advies Landschapsbouw. De bemoei enis van de raad heeft er mede toe bijgedragen dat er na 1975 niet alleen aan natuur, maar ook aan de cultuur historische aspecten van ruilverkave- lingsgebieden aandacht werd besteed. Uiteindelijk heeft deze ontwikkeling ertoe geleid dat tegenwoordig in de meeste landinrichtinsprojekten archeologisch en historisch-geogra- fisch onderzoek wordt verricht. Landinrichting wordt multifunctioneel Toenemende aandacht voor natuur en landschap, gevoegd bij de negatieve aspecten van de agrarische ontwikke ling (overproductie, milieuproblemen), leidden tot een accentverschuiving in het landinrichtingsbeleid. Niet langer stond de vergroting van de voedsel produktie voorop, maar het streven in de jaren'80 was vooral gericht op verbetering van de agrarische produc tie-omstandigheden. Ook de andere functies van het landelijke gebied, zoals natuur,landschap, cultuurhistorie en recreatie, zijn als te behartigen belangen in de Landinrichtingswet van 1985 opgenomen. Er werden in deze nieuwe wet verschillende vormen van Land inrichting geïntroduceerd: ruilverka veling met administratief karakter, ruilverkaveling en herinrichting. De huidige kwaliteiten en de toekomstige functie van een gebied bepalen welke vorm van landinrichting wordt gekozen. Het besef dat het landschap - in landinrichtingsgebieden en daar buiten - een eigenstandig belang is wordt bevestigd in de Nota Landschap (1992) en het Structuurschema Groene Ruimte (1993). Niet voor niets draagt deze laatste nota de ondertitel: 'Het landelijk gebied, de moeite waard.' Decentralisatie: andere verantwoordelijkheden De sturing van het proces van landin richting en de zorg voor een goede belangenbehartiging van de niet- argrarische aspecten was tot dusverre een zaak van de rijksoverheid. Hierin komt binnenkort verandering. In de nota 'Landinrichting in de jaren '90' is de nieuwe procedure van landinrich ting geschetst. Er zal veel minder 24

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 24