De geschiedenis van Breda
Breda koos nog niet echt voor behoud historisch stadsbeeld
De naam Breda komt het eerste voor in een oorkonde uit 1125. De naam
zou zijn ontstaan uit de samentrekking van brede Aa, duidend op de plek
waar Mark enAa of Weerijs samenstromen. Breda is gegroeid uit een kleine
nederzetting. Nog onlangs werden bij een opgraving in de oude binnenstad
Karrestraatsporen gevonden uit de ijzertijd. Centraal in de ontwikkeling
van de nederzetting stond het kasteel, waarvan onbekend is wanneer het is
ontstaan.
Op een kaart van Th.E. van Goor
uit 1744 staat Breda afgebeeld als een
cirkelvormig stadje met kasteel en
stadsmuur waarin aan de zuid-westzijde
van de stad een ringvormig bouwsel
staat getekend met de woorden 'Hier
hebben de Denen gewoont'. Het zou
de aanduiding zijn voor de aanwezig
heid van Noormannen, die in 841 een
burcht zouden hebben gebouwd. Het
verhaal wordt gezien als fantasie.
Wanneer het hertogdom Brabant in
de loop van de 13 de eeuw zijn gebied
naar het noorden wil uitbreiden, botst
het op de Hollanders die juist bezig
zijn htm invloed naar het zuiden uit te
breiden. Het hertogdom Brabant wint
deze strijd. Breda wordt eind 12de
eeuw een leen van Hertog Hendrik 1
van Brabant (1190-1235) en een
belangrijke plaats op de noordelijke
verdedigingsgrens van het hertogdom.
Zo ontstond de heerlijkheid Breda.
Vanwege hun strategisch belangrijke
ligging moesten kasteel en nederzet
ting worden versterkt. De plaats kreeg
in 1252 stadsrechten, waaraan allerlei
privileges waren verbonden. De stad
kreeg een stadsmuur, waarin het
kasteel was opgenomen. De stad had
al een kerkgebouw. De eerste vermel
ding daarvan is 1239, maar daarvoor
zou de stad reeds een houten kerkge
bouw hebben bezeten. In een overeen
komst tussen GodfriedIII van Breda en
de hertog van Brabant uit 13 2 3 wordt
de nederzetting met kasteel omschre
ven als 'castrum et villa de Breda, allo-
dium ducis sunt'. In die tijd was er in
Breda nog een getijstroming. Naast
het kasteel en de kleine nederzetting
zullen de drassige oevers van de Mark
hoofdzakelijk bewoond zijn geweest
door boeren, schippers en wellicht ook
Een van de privileges, die de stad
kreeg was dat ze een markt mocht
houden. Naast de activiteiten van
schippers op de Mark, zal de markt
ook koop- en handelslieden hebben
aangetrokken. De stad werd hoofd
plaats van het rechtsgebied dat de
gehele heerlijkheid omvatte. In 1246
was buiten de Gasthuispoort (oost
zijde) een gasthuis voor de opvang van
zieken gesticht, waarvan het huidige
uiterlijk dateert van 1643. Later
veranderde het Gasthuis in Oude
ERIK DOLNE
Van nederzetting tot stad.
Breda vanaf de 13de eeuw.
Foto, genomen vanaf de toren van de Grote Kerk. Op de voorgrond de Havermarkt en de Vischmarktstraat. Boven in het midden, voor de bomenrij, het
Spanjaardsgat.
7