Restauratie Duitse Huis voorbeeldproject Opgravingen bij Kloosterkazerne HEEMSCHUT ACTIEF Bereden Wapens en de Juliana van Stolbergkazerne te Amersfoort, de Ripperdakazerne te Haarlem, de Hojelkazerne te Utrecht en de Chassékazerne te Breda zijn hiervan de vijf mooiste voorbeelden. Allemaal in neo-renaissance-stijl gebouwd. En alle hebben een rijk gedetailleerde voorgevel, en een sobere achterkant. Hetzelfde zie je bij de ziekenhuizen, in die tijd gebouwd. Ik zou het heel erg vinden als de achtervleugels van de Chassékazerne zouden verdwijnen, want het rijke voorgedeelte en het sobere achtergedeelte horen bij elkaar.' Vlak bij de Chassékazerne ligt de Kloosterkazerne, die nog op een nieuwe gebruiker wacht. Sinds 1993 wordt op het terrein daarvan archeo logisch onderzoek gedaan. Op de plaats van de huidige kazerne werd in 1308 namelijk het nonnenklooster Sint Catharinadal voltooid. Tijdens het onderzoek kon het klooster bijna volledig gereconstrueerd worden. De resultaten van het onderzoek worden beschreven in een brochure van het bureau Cultuur van de gemeente Breda. De rest van het terrein wordt nog archeologisch onderzocht. Wat de herbestemming van de Kloosterkazerne betreft: er wordt gepraat over studentenhuis vesting. Beleidsmedewerker Erik Dolne is voorstander van een open bare of publieke functie. Dolne: 'Voor studentenhuisvesting moetje het hele interieur verbouwen, wat blijft er dan nog van over?' (zie ook p.14) LEO VANDERMEULE Tussen het nemen van de beslissing tot behoud en het opleveren van het gerestaureerde gebouw ligt vaak een lange weg. Restaureren is een proces, waarin financiële (on)mogelijkheden, de toekomstige bestemming van het object en aspecten van techniek en vormgeving veel overleg en geduld eisen van de betrokken partijen. De zojuist gestarte restauratie van het Duitse Huis in Utrecht lijkt qua aanpak een modelrestauratie voor de toekomst te worden. De Napoleontische vleugel langs het Geertebolwerk wordt de centraalbouw van het hotel Voorgeschiedenis. Het is met name aan de provinciale commissie Utrecht van Heemschut en de kort geleden overleden inr. J.Ph. G. Kaajan te danken, dat de impasse rond het Duitse Huis in de stad Utrecht doorbroken werd. Het gaat hier om een groep middel eeuwse gebouwen, ooit in eigendom van de Ridderlijke Duitse Orde, met enkele uitbreidingen uit de zestiende en zeventiende eeuw, waar na de Napoleontische tijd een grote vleugel haaks tegenaan werd gebouwd. Het geheel bevindt zich tussen het Geertebolwerk en de Springweg, maar is door het hoge geboomte en de ommuring bijna niet te zien. Na de Franse tijd verkocht de Orde het geheel aan de staat, met het recht van eerste wederkoop. Defensie ging de gebouwen als militair hospitaal gebruiken, reden waarom ook de grote vleugel werd bijgebouwd. Lang voordat het complex leeg kwam te staan stopte Defensie al met het plegen van onderhoud. Zoiets blijft natuurlijk niet zonder nadelige gevol gen. Toen dan ook de PC Utrecht door brieven aan de ministers van WVC èn Defensie in 1989 aan de bel had getrokken nam laatstgenoemde een ferm besluit: hij deed de gebou wen, met een flinke post 'achterstallig onderhoud' over aan de Dienst der Domeinen. Opgeruimd staat netjes. Het strekt de Dienst der Domeinen tot eer dat ze vrijwel meteen begonnen is met het plegen van noodherstel om verdere achteruitgang te voorkomen. Dat gaf in ieder geval de gemeente Utrecht, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Heemschut en eventueel andere (commercieel) gegadigden wat tijd voor herbezinning en overleg. Dat was hard nodig ook want het gaat om grote gebouwen, een flink stuk grond en waar ga je dat allemaal voor gebruiken? De Ridderlijke Duitse Orde maakte 19

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 19