Langs het industrieel erfgoed van Breda
Industrieel erfgoed in Breda: het is maar mondjesmaat aanwezig, maar wie
goed rondkijkt, vooral op oude industrieterreinen als de spoorzone en de
Belcrumpolder, vindt nog interessante getuigen van de eerste industriële
periode van Breda. Natuurlijk zijn er de 'erkende' bedrijfsmonumenten, zoals
het schitterende kantoorgebouw van de vroegere brouwerij De Drie Hoefijzers
en de watertoren aan de Wilhelminasingel. Maar ook minder bekende
complexen, zoals de Machinefabriek Breda v.h. Backer en Rueb, en de fabriek
van suikerwerken De Faam zijn boeiende getuigen van Breda 's industrieel
verleden.
WIBO BURGERS
De gebouwen van de Machinefabriek Breda staan er verlaten en somber bij.
Veel is echter verdwenen, zoals de
Etna-haardenfabriek, de chocoladefa
briek Kwatta en de kunstzijde-indus
trie Enka.
Was Breda in vroeger dagen een
belangrijke industriestad? Die vraag
moeten we ontkennend beantwoor
den, zeker wanneer een vergelijking
wordt getrokken met steden als
Tilburg en Maastricht. 'Breda had
echter van alles een beetje, met een
accent op de levensmiddelenindustrie'
zegt de Bredase bedrijfshistoricus
Henk Muntjewerff.
In de vorige eeuw was er in het stads
hart van de vestingstad Breda vrijwel
geen belangrijke industrie te vinden.
Vanaf 1870 werd de benauwende
omklemming van de vestingwerken
doorbroken. Breda was vestingstad af
en het stadscentrum werd uitgebreid
naar een plan van architect F. W. van
Gent. De aanleg van de spoorlijn
Breda-Tilburg de eerste staatslijn
die in 1864 gereed kwam) werkte
activerend op industrievestiging in
de spoorzone, waar zich tal van indus
triële bedrijven vestigden. Na 1870
kwam dan ook een redelijke indus
triële ontwikkeling op gang, vooral in
de voedings- en genotmiddelensector.
In 1872 werd de suikerfabriek (nu
CSM) gesticht, maar van de oude
gebouwen is niets bewaard gebleven.
Backer en Rueb
Een van Breda's oudste industriële
bedrijven, de Machinefabriek Breda
v.h. Backer en Rueb (1862), was
aanvankelijk op een eilandje in het
riviertje de Mark ongeveer op de
plaats waar zich nu het politiebureau
bevindt) gevestigd. Het bedrijf produ
ceerde in die dagen o.m. stoommachi
nes, stoomketels en bewerkt gietijzer.
In de jaren dertig verhuisde deze
machinefabriek naar de Belcrumpolder,
in 1918 tot industrieterrein bestemd.
Toen werden o.a.bruggen, pompin-
stallaties, roltrappen en liften gepro
duceerd.
In 1987 werd het zieltogende bedrijf
overgenomen door het Begemann-
concern. De zakenman Joep van den
Nieuwenhuyzen splitste de onderne
ming in Breda Packaging (verpak
kingsmachines) en Backer en Rueb
machinefabriek Breda.
Laatstgenoemde onderneming ging
in maart 1993 failliet: de 180 werkne
mers kregen ontslag. Sindsdien staan
de lege hallen van de machinefabriek
er nogal verwaarloosd en somber bij.
Momenteel wordt gepraat over
verkoop van de gebouwen, waarvoor
gegadigden zijn. De hier ook geves
tigde bedrijfsschool van de machine
fabriek, erg belangrijk voor de regio,
wordt verzelfstandigd.
Snoepjesfabriek De Faam
De fabriek in suikerwerken De Faam
is een echt Breda's bedrijf, dat in 1881
ontstond door de activiteiten van
banketbakker De Bont. De fabriek
verhuisde in 1912 naar de Liniestraat,
waar de produktie nog steeds plaats
vindt. Weliswaar is aan het kantoorge
bouw nogal wat verbouwd, maar over
het geheel genomen is dit een nog
authentiek fabriekscomplex uit het
begin van deze eeuw.
Oude jam
Belangrijk is voor Breda ook steeds de
jam- en conservenindustrie geweest.
Vooral in de vorige en in het begin van
deze eeuw was er hier veel huisarbeid
in de groente- en fruitverwerkende
sector. In 1900 werd door de firma
Henkes uit Rotterdam gedroogde
groenten en fruit) de jam- en conser-
venfabriek Princenhage opgericht. In
de volksmond kreeg deze fabriek de
naam 'oude jam'.
De 'nieuwe jam' was later de naam
voor de Hero-Breda, in 1914 opge
richt door de Bredase groenten- en
fruithandelaar R. Jansen, in samenwer
king met het Zwitserse Hero-concern.
Jansen begon al in 1914 met de pulp-
produktie in zijn pakhuis aan de
16