De Merkx-tuin met op de achtergrond de seniorenwoningen aan de Catharinastraat. de financiering ervan. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat het enkel opknappen van gemeentelijké monu menten geenszins voldoende is, maar dat juist ook het 'her'gebruik van deze monumenten voorop dient te staan. Hergebruik verschaft immers niet alleen een meerwaarde aan het gebouw, maar verzekert ook voor de toekomst instandhouding en voor komt een spoedig verval. Voorbeelden van herbestemming Recent voorbeeld zijn onder meer de oude monumentale gemeentelijke kantoren aan de Catherinastraat, die aan een projectontwikkelaar zijn verkocht onder zeer stringente voor waarden, waarbij ook overeengeko men is dat deze projectontwikkelaar de restauratie en het onderhoud van deze gebouwen voor zijn rekening neemt, met het doel deze aan te passen als seniorenwoningen. Ander voor beeld voor de nabije toekomst is het hoofdgebouw van de schouwburg Concordia, een gemeentelijk monu ment, waarvan het eveneens in de bedoeling ligt dat het verkocht gaat worden onder voorwaarde van restau ratie en onderhoud en met een nieuwe bestemming. Het tweede en het derde spoor vormen noviteiten voor Breda, waarbij het tweede spoor zelfs een landelijke primeur zal betekenen. Het betreft hier de overeenkomst met het Nationaal Restauratiefonds (NRF), die de gemeente binnenkort hoopt te ondertekenen. Het ligt in de bedoe ling dat na ondertekening een uitge breid communicatieplan wordt gepresenteerd rond de Open Monumentendag, ten behoeve van niet alleen eigenaars van monumen ten, maar van iedere eigenaar van een woning. De eigenaar zal een overeen komst aangaan met het NRF, waarbij de subsidie op termijn aan hem ver strekt wordt. Nadat de eigenaar jaar lijks een bepaalde periode de rente heeft voldaan, zal na afloop van deze periode het bedrag van de lening ineens worden voldaan. NV Stadsherstel Ook het derde spoor is voor Breda nieuw: de oprichting van een NV Stadsherstel. De contouren van deze NV zijn inmiddels bekend, en het ligt ook in de bedoeling deze NV naar buiten te presenteren op de Open Monumentendag. Het wordt een professionele NV, met een eigen exploitatie opzet en een eigen beleid, die zelf kan beslissen op welke wijze zij met monumentale panden omgaat, bijvoorbeeld door aankoop, restaura tie, verkoop en beheer. Op dit moment wordt er bekeken welke panden in de gemeente eventueel overgedragen zouden kunnen worden aan die NV, zodat zij kan beginnen met haar activiteiten. Een NV Stadsherstel kan in ieder geval veel effectiever werken en kan-bij wijze van spreken-binnen een week een pand aangekocht hebben, zonder dat er lange interne gemeentelijke proce dures aan te pas hoeven te komen. Uiteraard dient de organisatie ervan professioneel te zijn, teneinde adequaat te kunnen optreden. En dat laatste was natuurlijk het probleem van een stichting. Indertijd was de oprichting van een stichting voor hetzelfde doel een goed initiatief, maar er was sprake van een vrijwilli gersorganisatie die zwaar moest leunen op een gemeente-apparaat, met alle nadelen vandien. Inmiddels zijn de eerste gesprekken al gevoerd met potentiële commissarissen - Weijnand Freling, restauratiearchitect, van Bureau Bolle, en Jan van Winkel bankdirecteur-, die een directeur kunnen benoemen. Daarnaast moeten de subsidie-mogelijkheden nog bekeken gaan worden. Vervolgens, zo vertelt de wethouder, zijn er een hele boel andere panden in de stad waar over we nu discussie voeren, wat ermee te doen. Hier ligt een stuk uitwerking voor de nabije toekomst door de gemeente. Naast het financiële drie sporen-beleid is het van belang dat de gemeente ook instrumenten heeft om het beleid te kunnen uitvoeren, zodat de eigena ren/gebruikers ook op hun verant woordelijkheden kunnen worden gewezen en zonodig ook kunnen worden aangeschreven. Wat het aanschrijfbeleid betreft, ligt het in de bedoeling dat nog voor de zomerva kantie in het college beslissingen daar omtrent genomen worden om dit nadrukkelijk in gang te zetten. Voorts is het plan om monumentale en archeologische waarden meer in bestemmingsplannen vast te leggen, waarbij het kosten-aspect en het in de hand houden ervan belangrijke elementen voor de gemeente zijn en blijven. Voorts zal in nieuwe bouw plannen elders in de binnenstad ook meer in de bouwplankosten rekening gehouden moeten worden met het archeologische aspect. Stedebouwkundige aanpak Wat betreft de stedebouwkundige aspecten betreft wil wethouder De Bruijn graag nog wat kwijt want dat is een terrein, waar op het ogenblik veel gebeurt. De gemeente is nadrukkelijk bezig om voor de verschillende gebie den van de binnenstad deelkwaliteits- plannen te maken, waarbij de stede bouwkundige uitgangspunten ook in beeld gebracht worden en gekeken wordt hoe die versterkt kunnen worden, voorzover ze historisch inte ressant zijn. Het doel van de studie van de oost- en westflank van de binnen stad is met name het versterken en zo mogelijk weer terugbrengen van de oude historische structuren, waarbij bijvoorbeeld gedacht wordt aan de Markendaalseweg. Of dat allemaal haalbaar is en betaalbaar wordt nu onderzocht. Uitbreiding van de beschermde stads gezichten en de inrichting van een beschermd dorpsgezicht Princenhage kunnen dan ook volgens de wethouder pas plaatsvinden, als het drie sporen beleid daadwerkelijk werkt en de instrumenten aanwezig zijn om de instandhouding te bevorderen. 'Daarnaast zijn er natuurlijk nog de incidenten, zoals dat met de Grote Kerk', vervolgt de wethouder. 'Dat is echter een traject dat even buiten het genoemde drie sporen-beleid staat, omdat dat een zo uniek gebeuren is, dat zoveel meer geld kost, dat we dat buiten het huidige beleid houden'. 13

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 13