Het kasteel van Breda
De geschiedenis van het kasteel van Breda begint met een legende. Het
verhaal gaat, dat rond 841 de Denen hij de nederzetting Breda een burcht
zouden hebben gesticht. Deze zou hebben bestaan tot 1124, het jaar waarin
hij door Hendrik II van Breda zou zijn veroverd en vervolgens verwoest. Van
deze burcht zijn tot op heden geen sporen teruggevonden.
ERIK DOLNE
De voorburcht van het Kasteel, gezien vanaf het Kasteelplein. Links is achter de boom nog juist de
Rekenkamer met de Nassautoren zichtbaar. Het gebouw rechts is het zogeheten Blokhuis en doet thans
dienst als gouverneurswoning.
De burcht van Polanen.
Zeker is, dat Jan I van Polanen (gest.
1342) begon met de bouw van een
burcht die in 13 62 onder zijn zoon
Jan II(gest. 3.11.1378) is voltooid.
Jan II zorgde er tevens voor dat bij
de burcht een kapel kwam. Jan II was
door aankoop Heer van Lek en van
Breda en door erfenis Heer van
Geertruidenberg geworden. Volgens
de geschiedschrijver Th.E. van Goor
liet Jan I van Polanen het kasteel 'zeer
sterk met vier hoektorens optimme
ren'. Tussen de torens lagen de
kasteelgebouwen. Prenten van Josua de
Grave geven een beeld van de burcht,
die gebouwd was in de Vlaamse tradi
tie met een op een boogfries uitkra-
gende verdieping, voorzien van kruis-
vensters, een arkeltorentje op de
oosthoek, dakkapellen met stenen
trapgeveltjes en een houten brug naar
de toegangspoort. In de oosthoek
stond op de binnenplaats een toren,
terwijl de zuidvleugel aansloot bij een
tweede toren aan de westzijde. Over
de andere twee torens is niets bekend.
Vermoedelijk was de burcht omgeven
door een gracht.
Door het huwelijk van Johanna van
Polanen (10.1.1392-4.8.1445) in 1404
met Engelbrecht I, graaf van Nassau-
Dillenburg (13 80-3.51442), kwamen
de bezittingen van de Van Polanens
aan de Nederlandse tak van het
geslacht Nassau. Johanna was de
erfdochter van de op 11 augustus
1394 gestorven Jan III van Polanen.
Jan IV(1410-7 5) was de vierde Heer
van Breda. Hij was de eerste zoon van
Engelbrecht I van Nassau. Jan IV liet
om het kasteelterrein een muur met
torens bouwen. Bij die gelegenheid is,
vermeldt de overlevering, de ingang
van hef kasteel verlegd naar de zijde
van het Valkenberg. De onderbouw
van de huidige voorburcht zou nog
voor een deel een overblijfsel zijn van
dat kasteel. Uit die periode herinnert
ook de in 1462 aan het voorgebouw
toegevoegde Rekenkamer met
Nassautoren.
De volgende kasteelheer, die Breda
mocht begroeten was Engelbrecht II
(17.5.1451-31.5.1504). Deze zoon van
Jan IV bleef ongehuwd. Zijn opvolger
(1504) was HendrikIII(1483-1538),
een zoon van de broer van
Engelbrecht II, te weten Jan V.
Renaissancekasteel.
Hendrik III was achtereenvolgens
getrouwd met Francoise van Savoye
(overleden 1511), Claudia van Chalons
(huwelijk 1515, overleden in 1521) en
Mencia deMendoza (huwelijk 1524).
Evenals zijn voorgangers bleek hij
graag te bouwen. Zo gaf hij in 1509
opdracht de oude burcht van Polanen
drastisch te verbouwen. Uit die tijd
dateren een watermolen, delen van
de voorburcht te weten blokhuis en
galerij, alsmede de Duiven- en
Granaattoren ter verdediging van de
haven van de stad. Beide laatste verde
digingswerken werden in latere tijd
door een muur verbonden en zijn
vandaag de dag beter bekend als het
Spanjaardsgat. Tot 1828 was de galerij
op de voorburcht open. Ze was belegd
met veelgeoogde tegels, gevat in
stroken met repeterende motieven
uitgevoerd in geel en blauw, de kleuren
van de Nassau's. Ook werd aan die
zijde een renaissance toegangspoort
gebouwd met het wapen van Karei V'm
het fronton. In 1692 werd het kasteel
onder Willem. IIIafgebouwd.
Vanaf 1515 vervulde Hendrik III in
dienst van Keizer Karei V een belang
rijke functie, die hem langs vele hoven
in Frankrijk, Italië en Spanje voerde.
Uit die tijd dateert zijn bijzondere
liefde voor paleizen in renaissancestijl,
die hij met name in Italië had gezien.
Hij nodigde Thomas Vincidorde
Bologna, leerling van Raphaël en
rond 1530 werkzaam te Gent, uit een
ontwerp voor een renaissancekasteel
te maken. Thomas Vincidor ontwierp
het kasteel als een rechthoek met
binnenplaats. Voor de realisatie
daarvan moesten in 1536 de west-,
noord-, en een deel van de oostvleugel
van de burcht van Polanen verdwij
nen. Het exterieur kreeg monumen
tale renaissancegevels op de kopse
zijde van de ontvangsthal, kruisven-
sters in de gevels, zevenzijdige hoek
torens en een monumentale toegangs
poort aan de oostzijde, heden
Henricuspoort geheten. Op het dak
boven de poort stonden twee eenho
rens, evenals rijkversierde dakkapel
len. De binnenplaats werd voorzien
van een galerij metToscaans-Dorische
zuilen versierd met portretmedaillons
in de zwikken op de begane grond, de
eerste verdieping bestond uit een
galerij met Ionische muraalzuilen
waartussen met frontons afgedekte
kruisvensters. Op de tweede etage
kwamen ook muraalzuilen nu van de
Korintische orde met vensters ertussen,
10