Een autoweg door een 17de
polder
eeuwse
JAN DERK GERRITSEN
Natuurlijk lopen burgers of groepen burgers te hoop, als hun uitzicht door
bouwplannen belemmerd gaat worden of de autoweg, die men door hun
achtertuin gedacht had werkelijkheid wordt. Als bestuurder hoefje niet mee te
huilen met de wolven in het bos en zelfs eenmaal in het verleden aangenomen
plannen blijven niet heilig tot in eeuwigheid. Anders wordt het als zon bestuur
in 1993 met plannen komt, die twee jaar geleden in andere door dit bestuur
zelf aangenomen voorstellen uit den boze werden geacht.
Bescherm de Schermer
Een puur agrarische polder
Van dergelijke tegenstrijdigheden is het
college van GS van Noord-Holland te
verdenken, dat een autoweg op het oog
heeft in het ter visie liggende streekplan
Noord-Holland Noord. De enige nog
gave droogmakerij in de provincie, de
Schermer, ingepolderd in 1634 middels
een in 1633 gegraven binnenboezem,
de Noordervaart, zal dan vrijwel zeker
onder het asfalt van de aan te leggen
autoweg verdwijnen. Die Noordervaart
is in Noord-Holland uniek omdat het
alleen nog de Schermer is die een
eigen binnenboezem heeft, die nog net
als in 1633 gebiedseigen water aanvoert.
Demping ervan betekent, dat er een
totaal nieuw inlaatsysteem moet worden
aangelegd, dat veel gebiedsvreemd
water moet gaan verwerken. En dat
terwijl het juist hetzelfde college van
GS is, dat in meerdere recente beleids
beslissingen en aangenomen nota's
ervoor pleit terwille van het natuurbe
houd gebiedsvreemd water buiten de
sluisdeuren te houden. Nu staat er nog
naast die Noordervaart als uniek
getuigenis van 3 eeuwen geleden de
erbij behorende molendriegang van
Schermerhorn, waar straks alleen nog
maar 20ste eeuwse blik langs raast.
Maar behalve dat de visie van GS
conflicteert met het door het college
zelf voorgestelde en door de Staten
aanvaarde Waterhuishoudingsplan, de
Nota Landelijk Gebied, en het Streek
plan voor Noord-Kennemerland, gaat
het ook nog lijnrecht in tegen het land
schapsbeleidsplan van de Gemeente
Schermer zelf, dat nog geen twee jaar
oud is. Daarin lezen we onder andere
de volgende passages:
- 'Voorkomen dient te worden dat
deze ontwikkelingen (recreatie,
woningbouw, wegenaanleg red.)
leiden tot een toename van de
verkeersdruk in de Schermer.
- Het handhaven en verder optimali
seren van de doorgaande verbinding
van dijk en ringvaart is voor de land
schapsontwikkeling en natuurbeleving
uiterst belangrijk. Dat veronderstelt
een blijvend doorgaand beloop van
water en landgebonden routes zonder
onoverkomelijke belemmeringen.
- Intensieve bebouwing en wegen
met druk verkeer (Noordervaart)
zijn barrières in landgebonden routes.
- De eenheid van de droogmakerij
komt vooral tot uiting in de nog steeds
herkenbare samenhang van waterlo
pen, wegen, bebouwing en beplanting.
Die samenhang is in zijn oorspronke
lijke opzet nog aanwezig en geeft het
cultuurlandschap ook een cultuurhis
torische dimensie. Er functioneert nog
een uniek stelsel van sloten en (hoofd)
tochten, dat nog in zijn oorspronke
lijke opzet aanwezig is en ook nu nog
voldoet.
De autoweg, waarom het hier gaat,
is het laatste deel van de Oost-West
verbinding in Noord-Holland, die
van Enkhuizen tot Hoorn al gereed
is en nu nog doorgetrokken dient te
worden tot Alkmaar. Deze zogenaamde
Westfrisiaweg leverde tot Hoorn echter
minder problemen op met natuur en
landschap dan in het nog aan te leggen
gedeelte door deze veel oudere polder,
die als geen ander in Noord-Holland
nog puur agrarisch in gebruik is en
vergezichten biedt, die je nergens
anders in dit gewest terugvindt. Bij de
hoorzitting met de gedeputeerde vorige
maand in Stompetoren waren de belan
genorganisaties en de burgerij niet te
hoop gelopen om te klagen over te
verwachten overlast in hun huis- of
slaapkamer, maar ging het alleen maar
over vrees voor aantasting van een
historisch gebied, dat al ruim drie
eeuwen er bij ligt zoals het werd droog
gemalen. En uitgerekend het hart van
die droogmakerij - en dat is haar
binnenboezem, de Noordervaart - zal
vrijwel zeker gedempt moeten worden.
Het was curieus te vernemen op
deze hoorzitting, dat de gedeputeerde
op de vraag hoe breed de weg moest
worden het antwoord doorspeelde aan
de hem begeleidende ambtenaar, alsof
een verantwoordelijk bestuurder, die
de weg intekent op de streekplankaart
daarop het antwoord niet dient te
weten, alvorens hij die potloodlijn
aanbrengt. Het antwoord van de
ambtenaar was, dat het geen vier-
baansweg wordt maar een weg met
vier rijstroken, die bij deskundigen
'de allure van een autoweg' heeft.
Zo'n weg vertelde hij verder, wordt
16 meter breed exclusief de bermen en
vluchthavens die daarbij vereist zijn en
exclusief de ventweg, die nodig is voor
het locale verkeer. Op de vraag, hoe
breed de weg nu is, moest hij het
antwoord schuldig blijven. Gelukkig
was de burgemeester in de zaal, die
kon meedelen, dat deze thans 6 meter
breed is. De opwaardering van het
asfalt alleen al wordt dus 10 meter
exclusief bovengenoemde bermen etc.
De afstand van de huidige weg tot de
Noordervaart is een kleine twee
meter. Niet zo moeilijk om vervolgens
vast te stellen, dat de Noordervaart
gedempt moet worden. Immers niet
valt aan te nemen, dat de provincie
bereid zal zijn enkele provinciale en
rijksmonumenten, die aan de andere
zijde van de weg liggen, waaronder
enkele unieke stolpboerderijen, onder
de slopershamer te laten vallen. De
gedeputeerde, kennelijk wat verrast
door de snelle rekensom, die ook hij
maakte, stelde de aanwezigen gerust
met de mededeling, dat over de
breedte van die weg nog overleg zou
moeten plaatsvinden. Daarbij rekende
hij waarschijnlijk buiten de waard,
want het zijn met name normen van
veiligheid, die vaste afmetingen van
dit soort wegen noodzakelijk maken.
Het valt te hopen, dat hetzij het
college van GS hetzij Provinciale
Staten, als het dan toch moet, een
ander tracé voor het laatste deel van
de Westfrisiaweg zullen aanwijzen.
Jan Derk Ge-tritsen is PR-medewerker
van Heemschut Noord-Holland.
45