Restauratie van de Lodewijkstoren Wonen in een winkelstraat van Leiden Het is een wonder dat de Lodewijkstoren aan het Steenschuur er nog steeds staat. Vierhonderdjaar wist de 19,5 meter lange torenspits weer en wind te doorstaan. Zelfs na de buskruitramp in 1807 bleef de toren overeind staan. De Lodewijkskerk dateert van 1538 en was oorspronkelijk de kapel van het St. Jacobsgasthuis. Al in 1567 veranderde het gebouw van functie, eerst als graanpakhuis en later als Saaihal. Na de ramp van 1807 werd het gebouw ingericht als rooms-katholieke kerk. WIM VIERLING De Lodewijkstoren (foto Bureau Monumentenzorg, Leiden) De torenspits, een ontwerp van stads timmerman Pieter Antbonisz, was aanvankelijk bedoeld voor de nabijge legen Raemtoorn. Door de stadsuit breiding verloor deze toren zijn functie. Het stadsbestuur besloot in 1593 de Saaihal met deze sierlijke spits te bekronen. De achthoekige basis van de toren is vanonder van baksteen en vanboven met leien bekleed. Vanuit de basis rijzen twee opengewerkte en met lood beklede houten lantaarns met pinakels op. Hierin bevond zich het klokkenspel. De top heeft een open uivorm en een windvaan. In de loop der eeuwen is de construc tie van de toren op vele plaatsen verstevigd. De uiterlijke vorm bleef in al die jaren onaangetast. Toch was het einde zeer nabij. Het kerkbestuur van de Parochie van de H. Lodewijk besloot de toren te restaureren en gunde de opdracht aan het architec tenbureau Van der Stem Peetoom. Een probleem bij de restauratie was dat de spits moeilijk te bereiken is. Het was echter onmogelijk de spits in z'n geheel te verwijderen. Demonteren stond gelijk aan sloop van vele onder delen en dat was onacceptabel. Voordat de aanbesteding plaats vond, werden er steigers rond de toren geplaatst voor een kijkoperatie. De torenspits verkeerde in een zeer slechte bouwkundige staat. De muur stijlen, waarmee de houten spits zeven meter diep in de stenen toren is veran kerd, bleken aan de buitenkant door gerot. Ook de verankering van de binnenstijlen was slecht. Door vele dwarsdoorsneden te tekenen was het mogelijk inzicht te krijgen in de dichte houtconstructie. Architect Peetoom kwam tot de opmerkelijke conclusie dat de spits alleen door z'n eigen gewicht overeind bleef staan. In plaats van de oude stijlen in z'n geheel te vervangen koos Peetoom voor een aanvullende constructie. Vervolgens was het mogelijk de rotte balkkoppen te vervangen. Het was een restauratie met veel constructietimmerwerk. Ieder aspect werd tijdens de bouwvergaderingen zorgvuldig besproken. Zo dreigde het gevaar dat het oude eikehout tijdens de restauratie nat zou worden. Het hout begint hierdoor looizuur af te scheiden, met als gevolg: aantasting van de nieuwe loodbedekking. Peetoom is gecharmeerd van de vele details die vanaf de straat nauwelijks zichtbaar zijn. Zo zijn de hogels onder de ui van de spits geciseleerd. Helaas was het te kostbaar om de loodbedekking in de oorspronkelijke zandsteenkleur te schilderen en de hogels van de pinakels te vergulden. Wint Vierling is architectuurhistoricus te Leiden. Wat is er troostelozer dan een verval len monument? Misschien wel een fraai gerestaureerd, maar leegstaand monument. Een van de meest voor komende vormen van leegstand zijn de onbewoonde verdiepingen van winkelpanden in de centra van steden. Vrijwel geen enkele eigenaar woont nog boven zijn zaak, los van het feit dat je nauwelijks nog kan spreken van eigenaren: de meeste winkels in de belangrijke winkelstraten maken onderdeel uit van een grotere keten. De bovenverdiepingen staan leeg of worden gebruikt als opslagruimte. De aanblik die dit biedt, stemt niet altijd even vrolijk. Leegstand leidt al snel tot achterstallig onderhoud. Sinds enkele jaren loopt in Leiden het project 'Wonen boven winkels'. Dit project is opgestart in het kader van een groter actieplan ter bestrijding van de criminaliteit. Winkelstraten zijn na sluitingstijd doodse plekken in de stad. Er brandt 's avonds weinig licht op de boven verdiepingen en er is bijna niemand meer op straat: Veel mensen voelen zich hier niet meer veilig. Door het wonen boven de winkels te bevorderen, zullen de winkelstraten verlevendigen en zal de sociale controle toenemen. Sinds het van start gaan van het project zijn er al zo'n 15 projecten gerealiseerd. In het boekje 'Wonen boven Winkels' maakt Maartje Cosijn de balans op: 10 concrete projecten worden beschreven; stuk voor stuk monumentale panden die nu weer bewoonde bovenverdiepingen hebben. Deze beschrijvingen laten zien dat de desbetreffende architecten bijzonder creatief zijn geweest in het vinden van oplossingen voor bijvoor beeld het maken van een aparte opgang of voor het tegemoet komen aan de eisen die de brandweer of monumentenzorg stelt. In een apart hoofdstuk laat de schrijf ster de verschillende partijen aan het woord: de eigenaren, de architecten, de gemeente, de bewoners en, niet in de laatste plaats, de buurtbewoners. De financiële mogelijkheden worden tenslotte op een rij gezet. Matb Berkers Maaitje Cosijn. 'Wonen boven Winkels.' Uitgave: Dienst Bouwen en Wonen, 1994. ISBN: 90801395x 40

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 40