Het Pesthuis en het Gemeentearchief van
Leiden
Nieuw naast oud: twee verschillende oplossingen
In de discussie over nieuwbouw in een historische omgeving is geen gelijk te
behalen. Ook Heemschut meent niet de wijsheid hieromtrent in pacht te
hebben. Een definitieve oplossing van dit probleem is er niet en is ook niet
gewenst. Een richting wel: zorgvuldige planvorming en een duidelijke
stellingname van architect en opdrachtgever. Het doel is tweeledig: recht
doen aan de historische omgeving en interessante nieuwbouw.
MATH BERKERS
De nieuwbouw van het Natuurhistorisch Museum, in combinatie met het Pesthuis.
Op dit moment staan er in Leiden
twee projecten op stapel die allebei,
vanuit zeer verschillende invalshoeken,
een bijdrage leveren aan de discussie
over bouwen in een historische omge
ving: de verbouw van het Pesthuis tot
onderdeel van het Nationaal
Natuurhistorisch Museum en de
uitbreiding van het Gemeentearchief.
Nationaal Natuurhistorisch Museum
Tien jaar nadat het Leger- en Wapen
museum van het Leidse Pesthuis naar
Delft verhuisde, is het eindelijk zover:
de plannen voor de verbouw van het in
1989 geheel gerestaureerde Pesthuis
zijn zo goed als klaar. Het Pesthuis
wordt onderdeel van het nieuwe
Nationaal Natuurhistorisch Museum.
Vlak naast het oude Pesthuis zal een
groot nieuw museumgebouw verrij
zen. De nieuwbouw en het Pesthuis
worden onderling verbonden door een
grote loopbrug.
T ot ver inde 17de eeuw werd West-
Europa keer op keer geteisterd door
pestepidemieën. Tegen de pest was
geen kruid gewassen. Pestlijders
werden uit de maatschappij verwijderd
en opgesloten. Dit was de enige manier
waarop men verdere besmetting kon
voorkomen. In veel Nederlandse
steden treffen we dan ook pesthuizen
aan.
Het Leidse Pesthuis dateert waar
schijnlijk uit 1661. Leiden was in die
tijd de tweede stad van Nederland. Dit
laat zich nu nog aflezen aan de grootte
van het gebouw. De opzet van het
Pesthuis is heel eenvoudig: het is een
groot carré-vormig bakstenen gebouw.
De vier vleugels omsluiten een
binnenplaats. Rond de binnenplaats
loopt een lage galerij. Door deze
galerij waren de verschillende zalen
ook bij slecht weer buitenom bereik
baar. Zowel de gevels rondom de
binnenplaats als de buitengevels
hebben hooggeplaatste kruisvensters.
De daken van de vleugels zijn eenvou
dige zadeldaken, alleen de dakvlakken
die op de binnenplaats gericht zijn,
hebben dakkapellen.
Pesthuis was sober en geïsoleerd
De enige versiering aan het verder
sobere gebouw is de zandstenen
toegangspoort in de noordvleugel. In
het fries boven de deur zijn vijf wapens
aangebracht. Hierboven bevindt zich
een groot reliëf van Rombout Verhulst.
Het Pesthuis heeft overigens nooit als
zodanig gefunctioneerd. Van begin af
aan heeft het andere bestemmingen
gehad: kazerne, hospitaal, gevangenis
en, tot voor tien jaar, museum. En
deze laatste bestemming krijgt het
gebouw straks weer.
De belangrijkste functie van pesthuizen
was het isoleren van de besmettings
haard. Het zijn in zichzelf gekeerde,
gesloten gebouwen; vandaar ook de
hoog geplaatste ramen. Het Leidse
Pesthuis is zelfs nog voorzien van een
gracht. Het complex lag vroeger hele
maal alleen, buiten de vesting. Nu is
het omgekeerde het geval: het Pesthuis
ligt ingeklemd tussen het Leids
Academisch Ziekenhuis en autowegen
en wordt voor een deel aan het zicht
onttrokken door de vlak naast het
Pesthuis gebouwde gevangenis.
Het in zichzelf gekeerde en gesloten
karakter van het Pesthuis vormt een
belangrijk uitgangspunt voor de archi
tect van het Nationaal Historisch
Museum ir. Fons Verheijen, van archi
tectenbureau Verheijen, Verkoren, de
Haan te Leiden. In de toelichting bij
het ontwerp gebruikt hij woorden als
'introvert' en 'eiland' om het gebouw
te omschrijven.
Loopbrug
In het plan behoudt het Pesthuis zijn
relatieve geslotenheid en krijgt het
gebouw zijn solitaire ligging voor
een deel terug. De gevangenis naast
het Pesthuis wordt afgebroken en voor
het Pesthuis zal een grote museumtuin
worden aangelegd. Het grootste deel
van het Natuurhistorisch Museum
18