Particuliere monumentenzorg in Leiden
In twintigjaar tijd werd in Leiden een groot aantal woonhuizen van de
ondergang gered en gerestaureerd. Jarenlang was het klimaat gunstig voor
het restaureren van monumenten. Hoe staan de particuliere
monumentenzorgers er op dit m,oment voorEen overzicht van hun
activiteiten en perspectieven.
WIM VIERLING
In de zeventiende eeuw was Leiden de
tweede stad van Holland. De structuur
en de bebouwing van de binnenstad is
sindsdien vrij gaaf gebleven. In de loop
van vier eeuwen veranderde de
binnenstad geleidelijk, waardoor een
zeer levendig stadsbeeld is ontstaan.
Pas in de twintigste eeuw vonden de
grootste veranderingen plaats.
Doorbraken en dempingen gaven ruim
baan aan het autoverkeer. Evenzeer
werd door grootschalige nieuwbouw
het fijnmazige weefsel van de stad
aangetast. Desondanks is de bebou
wingsgeschiedenis en het oude
straten- en waterpatroon met z'n
karakteristieke stegen en grachten,
goed aan de stad af te lezen. De stad
Leiden heeft dit voor een belangrijk
deel te danken aan de particuliere
organisaties die zich bezighouden met
het verwerven, restaureren en beheren
van monumentale en beeldbepalende
panden. In het begin van de jaren
zeventig lag de binnenstad van Leiden
er verwaarloosd bij. De stadsvernieu
wing moest nog op gang komen en
van restauratie was nauwelijks sprake.
De gemeente nam als eerste het initia
tief tot de restauratie van grote monu
menten als de Burcht en de Waag. De
Stichting Leidse Studentenhuisvesting
(SLS) volgde door een vijftal hofjes
aan te kopen en te restaureren. De
SLS legde destijds de basis voor een
omvangrijk monumentenbezit door
een groot aantal panden te verwerven
en te restaureren. In deze jaren
werden de eerste restaurerende instel
lingen opgericht: De Maatschappij ter
Bevordering van het Leidse Stadsherstel,
Stichting Diogenes en Stichting Het
Kleine Leidse Woonhuis. Ook de
verschillende hofjesbesturen, verenigd
in de Stichting Leidse Hojjes, gingen
over tot restauratie van hun bezit. In
korte tijd werd door de inzet van parti
culiere initiatieven een groot aantal
woningen van sloop gevrijwaard.
Stichting Diogenes
De Stichting Diogenes heeft de afge
lopen twintig jaar met grote regelmaat
rijksmonumenten verworven, geres
taureerd en vervolgens verhuurd. In
één enkel geval werd tot verkoop over
gegaan omdat de exploitatie niet slui
tend was. Het eerste project betrof een
drietal woningen aan de
Lokhorststraat in de Pieterswijk.
De panden waren op het moment van
aankoop sterk vervallen en als pakhuis
in gebruik genomen. Diogenes wist de
achttiende-eeuwse panden te behou
den en gaf ze de oorspronkelijke
woonbestemming terug, aangepast
aan de eisen van deze tijd. Later volgde
in hetzelfde rijtje de restauratie van de
Latijnse School uit 1600. Na deze
succesvolle start volgde een groot
aantal restauraties van woonhuismo
numenten.
De gemeente heeft de initiatieven
van Diogenes altijd ondersteund. De
aanvankelijke doelstelling om ieder
jaar een pand te restaureren werd bijna
behaald. Mevrouw C. Han. van
Diogenes benadrukt dat ondanks het
enthousiasme en de slagvaardigheid,
waarmee het bestuur de afgelopen
jaren op vrijwillige basis heeft gewerkt,
de voorbereiding en begeleiding van
een restauratieproject iedere keer
weer een zware en tijdrovende inspan
ning is. Of Diogenes met een zelfde
regelmaat kan blijven restaureren
valt te betwijfelen. Het verwerven en
exploiteren van monumenten is op dit
moment voor een kleine restaurerende
instelling niet zonder financiële risico's.
De milieu-eisen voor bodemsanering
zijn streng en vertragen het restauratie
proces. Ook het Bouwbesluit waarin
het plaatsen van brandtrappen voor
panden boven de zes meter verplicht
is gesteld, drukt op de begroting en
tast de schoonheid van het monument
Nieuwstraat 49-51In 1988 werden deze twee
woonhuizen met fraaie pilastergevels door
Diogenes gerestaureerdffoto's Wim Vierling).
Hogewoerd 144. Een voormalig notarishuisje
wordt door de Stichting Leidse Studenten
huisvesting verbouwd tot 13 wooneenheden.
Wevershuisjes aan de Gortestraat. Pioniersproject
van het Kleine Leidse Woonhuis leidde in de jaren
tachtig tot het herstel van de Haver- en Gortebuurt.