a
Geraadpleegde literatuur
belang van het historische en monu
mentale karakter van de binnenstad
werd erkend maar toch werden er in
de jaren zestig veel woningen gesloopt
in deze buurten. Ook verkeer en city
vorming kregen ruim baan. Veel
gebouwen in de Nieuwmarktbuurt
moesten wijken voor de aanleg van
de metro.
Het gevolg van deze plannen was
dat er nieuw gebouwd moest worden
tussen de kleinschalige historische
bebouwing. In de jaren zeventig
stimuleerde de Gemeente nieuwbouw.
De nota Open Gaten werd aanvaard. In
1974 werd een inventarisatie gemaakt
van de tot dan toe opgedane ervaring
met nieuwbouw. Conclusie: bouwen
in de binnenstad bleek erg omslachtig
en duur te zijn.
Voorgesteld werd het aantal typen
woningen te beperken en grotere
projecten te bouwen om de kosten te
drukken. Aan het eind van de jaren
zeventig zag men in dat een buurtge
richte, gefaseerde aanpak was gewenst.
Geleidelijk ging men ook het belang
van behoud en herstel inzien. Er.
wordt tegenwoordig per buurt
bekeken wat wenselijk is en men
probeert het karakter van de buurt te
behouden. De vraag is echter of het
mogelijk is deze uitgangspunten volle
dig in de praktijk uit te voeren omdat
hierbij veel verschillende belangen een
rol spelen.
Bij nieuwbouw is er nog te vaak te
weinig oog voor de historische omge
ving. In de Nota Architectuurbeleid
Ruimte voor Architectuur staan de
architectuur en de gebouwde omge
ving centraal. Kennis van de architec
tuurgeschiedenis en de gebouwde
omgeving worden als belangrijke
Haarlemmerdijk 51 -53 is in opdracht van
Stadsherstel ontworpen door S. Soeters (1991
De twee panden zijn verschillend van uitvoering
maar.vormen toch een eenheid. De geribbelde
kroonlijst is een toespeling op de traditionele
geprofileerde lijstgevel.
(foto's: Sarah Bakker, november 1993)
voorwaarden gezien om de kwaliteit
van de gebouwde omgeving te verbe
teren. Door de strenge eisen van de
opdrachtgever en het budget
wordt het de architect soms moeilijk
gemaakt creatief en esdietisch te werk
te gaan. Dat gaat meestal ten koste van
het materiaalgebruik, de vormgeving
en het detail. Standaard ontwerpen
vormen te vaak de oplossing om de
kosten te drukken. Het gevolg is te
weinig variatie en een herhaling
van het ontwerp zonder rekening
te houden met de diversiteit van de
gebouwde omgeving. Ieder gat in de
historische bebouwing vraagt om een
eigen oplossing. Pas wanneer er
kennis wordt genomen van de
geschiedenis van onze gebouwde
omgeving zal de kwaliteit van ons
cultureel erfgoed gewaarborgd zijn.
De nieuwbouw van vandaag is het
erfgoed van morgen.
Drs Sarah Bakker is architectuurhistorica te
Amsterdam.
Enige problemen bij de bebouwing in een historische omgeving:
Nota Heemschut, Bureau Bond Heemschut, Amsterdam maart
1979.
Haagsma, I. H. de Haan, Stadsvcnneuwingsgidsvan
Amsterdam, vooroorlogse wijken, toen en nu. Amsterdam 1985.
Kasteel, B. van, VV. Kramer H. Struben, 'Nieuw in oude
omgeving', Monumenten 1 (1980) nr. 5, p.p. 7-44.
Kramer, W,, 'Nieuwbouw in oude omgeving', Plan 11
(1975), p.p. 5-22.
Ruimte voor Architectuur: Nota architectuurbeleid van de minis
teriesvan WVC en VROM's-Gravenhage, 1991.
Tcmminck Groll, C.L., 'Nieuwbouw in dc oude stad',
Monumenten 5 (1984), nr. 9, p.p. 4-7.
Vermeer, G. B. Rebel (samenstelling en redactie), d'Ailly's
Historische Gids van Amsterdam, 's-Gravcnhage 1992.
Zantkuyl, H.J., Bouwen in Amsterdamherdruk Amsterdam
1993.
IUW//J
Overzicht van het Rokin, met op nummer 99 het
effectenkantoor verbouwd door M. van Schijndel
(1990), waarbij gebruik is gemaakt van stroken
zandkleurig graniet en turquoise verf. De vensters
zijn van groen glas voorzien en zijn voor het gevel
vlak geplaatst. De meningen over dit gebouw
lopen sterk uiteen.
Drie van de vier hoeken van de Palmstraat/
Palmdwarsstraat werden najaren voorbereiding
voorzien van blokken nieuwbouw binnen de
woningwet. Het ontwerp is uitgevoerd als een
aaneenschakeling van afzonderlijke panden!
Uiteindelijk ontwerp Theo Bosch (1979-81
29