I m Éi Oude Schans 3, Amsterdam. Architect: Herman Zeinstra. Architectuur het gemunt op het gebouwde culturele erfgoed, wordt bij wijze van spreken een kanon in stel ling gebracht tegen onze beschermde stads- en dorpsgezichten en monu menten? Niets is minder waar. Een dergelijke intentie zou, zeker in deze voor de monumentenzorg zo zorg wekkende tijden, van een onaange naam cynisme getuigen. Als gevolg van structurele bezuinigingen die sinds de jaren tachtig zijn toegepast op de rijksbudgetten voor monumenten zorg is de situatie dermate alarmerend geworden, dat de 36 grootste monu mentengemeenten zich eind augustus tot minister d'Ancona hebben gewend met een noodkreet. 'Monumenten zijn', schrijven zij, 'de laatste tien jaar een willig slachtoffer van bezuinigin gen geweest'; voor de komende tien jaar schatten zij de benodigde investe ring op 4 miljard. Waar dat bedrag vandaan moet komen is vooralsnog niet duidelijk; de druk op historische ensembles en objecten is groter dan ooit. Juist daarom is bij ingrepen in een historische context, of het nu gaat om een waardevol stadsdeel of een belang wekkend oud gebouw, een zorgvul dige aanpak noodzakelijk, die oog en respect voor de bestaande kwaliteit combineert met toekomstgerichte culturele ambitie, en cultuurhistorisch besef met economisch inzicht. Monumentenzorg moet worden verlost van het dubieuze imago dat deze sector, zeker in de ogen van stedebouwkundigen en architecten, veelal bezit. Fons Asselbergs, directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, stelde onlangs, in een toespraak in het Nederlands Architectuurinstituut, dat monumen ten niet als handicap maar als katalysa tor dienen te fungeren voor verant woorde ingrepen in de gebouwde omgeving. 'Interventies in historische context', vermeldt het Beleidsplan van het Stimuleringsfonds, 'vormen een even moeilijke als interessante, in Nederland bovendien voortdurend actuele opgave. Het feit dat juist dit onderwerp zowel de vakwereld als het publiek in twee kampen pleegt te verdelen, maakt het tot een buitenge woon bruikbaar medium voor gene rale discussie: het verwoorden en verklaren van affiniteiten en (nostalgi sche) emoties contra, dan wel in harmonie met een cultuuroptimistisch streven naar geïntegreerde, vitale kwaliteit.' I Hot item Haarlem, met zijn schitterende historische centrum, één van de Aangepaste nieuwbouw in het beschermde stadsgezicht Delfshaven, Rotterdam. 26 grootste beschermde stadsgezichten in Nederland, is een veelzeggend voorbeeld. Nog maar nauwelijks bekomen van het gekrakeel rond een nieuwbouwplan, gesitueerd in een storend 'gat' naast de spectaculaire tweeling-trapgevel 'De Oliphant' aan het Korte Spaarne, werd de stad opnieuw uit haar Camera Obscura- kalmte opgeschrikt door de 'kwestie Enschedé-terrein'. Na het vertrek van de drukkerij uit het complex pal naast de Sint Bavo en de sloop - met de zegen van de Monumentencommissie - van een aantal opstallen, werd een plan van de Catalaanse stedebouwkun- di gtjoan Busquets gepresenteerd voor herinrichting van het gebied, met onder andere een gerechtsgebouw, een schouwburg en een hotel, gerang schikt om een plein. Mede in verband met de kostbare sanering van de zwaar vervuilde grond, was de economische druk zeer groot. Om aan het beno digde aantal rendabele vierkante meters te komen, diende de maximale hoogte van de nieuwbouw bijna tot aan de goot van de Bavo te reiken. De kerk zou, voor het eerst sinds de dagen van Jacob van Ruysdaelhaar absolute dominantie over de stad verliezen en dat pikten vele Haarlemmers niet. Een in- en uitrit voor een parkeergarage op het pittoreske pleintje voor de oude Waag, aan het Spaarne, vond men evenmin een succes. Als één ding blijkt uit deze affaire dan is het wel het vermogen van 'interventies in historische context' om de tongen en de pennen in bewe ging te krijgen. Pagina's ingezonden brieven werden in het Haarlems Dagblad afgedrukt. Het gemeentebe stuur heeft nog geen definitieve beslis sing genomen. Spanningsvelden Ook een weerbare, kapitaalkrachtige monumentenzorg kan niet verhoeden dat historische ensembles en objecten onderhevig zijn aan maatschappelijke ontwikkelingen. Bedrijven trekken weg uit de stad, grote monumenten, zoals kerken, scholen, kazernes en fabrieken raken hun bestemming kwijt, vitaliteit vloeit weg. De route naar een oplossing is doorgaans gepla veid met dilemma's en concessies. Een gemeentebestuur kan, uit gemakzucht dan wel égards voor de gemeentekas, een locatie klakkeloos weggeven aan de hoogst biedende projectontwikke laar. Er zijn tal van andere mogelijkhe den. Ook de projectontwikkelaar heeft een dubieus imago, dat lang niet altijd verdiend is. In gunstige omstandighe den - 'corporate culture', een helder samenwerkingsverband - kan wel degelijk iets moois ontstaan. Als middel om aan de benodigde input te komen, worden voorts diverse verken ningen aangewend, variërend van een beeldkwaliteitsplan tot een prijsvraag of een referendum. Welke methode ook wordt gekozen, essentieel zijn

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 28