Trouwen in koopmanshuis Van koopmanshüis via raadhuis tot multifunctioneel centrum PETER ROGGEVEEN De rijke koopman De Lange die in 1752 in Zaandijk een voornaam pand liet neerzetten zal niet hebben kunnen voorziendat ruim twee eeuwen later bruidsparen zich staan te verdringen om in zijn chique salon in de echt te worden verbonden. Zijn huis ademt de sfeer van grootsheidvakmanschap en dure smaak. De laatste jaren begon het imposante gebouw te verpieteren, maar een kostbare opknapbeurt heeft onlangs de knagende sporen van de tand des tijds uitgewist. Voorgevel van het koopmanshuis 'Best end' Zeldzaam behang Van koopmanshuis via gemeentehuis tot multifunctioneel centrum met trouwzaal, kantoren en vergaderzalen. Het pand gloort weer als vanouds. In april zijn na een ingrijpende restaura tie de steigers weggehaald. Er heeft zich in die bijna 2 5 0 jaar heel wat achter die muren afgespeeld. Na De Lange woonden er enkele voorname Zaandijkse families, vergaderde de gemeenteraad over gewichtige en minder gewichtige dorpse zaken en gaven duizenden trouwlustigen er hun jawoord. Lagedijk 104 in het Zaanse Zaandijk, een gebouw met een leven dige historie. Een verhaal over een huis, het interi eur, zijn bestemmingen en de bewo ners. Wie het breed heeft, laat het breed hangen. Dat geldt hu, maar vroeger niet minder. De achttiende-eeuwer Cornelis F. de Lange was koopman en zoals het een heer van stand betaamde, liet hij de buitenwacht met graagte weten dat hij niet armlastig was. Op 23 december 1751 kocht hij een stuk grond aan de Zaankant van de Lagedijk te Zaandijk. Het was de tijd van de regenten, de Baljuw en de Schout, de padreglementen en de molens. In 1752 liet de koopman in goede doen aan de Lagedijk, nummer 104, een koopmanshuis neerzetten dat er niet om loog. Het huis werd letter lijk groots. Bijna 16 meter lang en ruim 10 meter diep. Maar De Lange had meer noten op zijn zang. Zijn woonwensen gingen verder dan de alom gebruikelijke houtbouw in de streek en hij liet als toonbeeld van pronkzucht zowel de voor- als de achtergevel optrekken uit baksteen, anderhalf steens dik. Het vergde extra heiwerk, alle palen gingen met het handje de grond in, wellicht op de lang in ere gehouden wijs van Marie Toet uit Wormerveer, scheurde haar hemd en naaide het weer'. De bovenverdieping werd uitgerust met zes dakkapellen. De Lange had zijn zaakjes goed voor elkaar. De visite kreeg iets moois te zien. De zondagse entree werd gevormd door een indrukwekkende houten deur, groot en zwaar, en een lange gang met een vloer van marmer tegels en een sierlijke draaitrap, de zogenoemde 'statietrap'. Het mooiste vertrek in het huis was de salon, een echt vertrek voor de pronk, ook wel 'best end' genoemd, volgepropt met kostbare meubelen, porselein, linnen en damast, schilderijen, glazenkasten en portretten van voorouders. De muren waren zoals dat betaamde bespannen met behangsel van linnen en beschilderd met landschappen. In die kamer stak de visite de brand in een Goudse pijp, eentje met van die lange breekbare stelen, die na gebruik werden gemerkt en opgeborgen in de pijpenla, voor een volgende gelegen heid. Op de bovenverdieping begaf de familie De Lange zich te ruste. Een bijzonderheid vormde de gastenkamer - ook wel kapiteinskamer of kolonels kamer genoemd - waar De Lange zijn handelspartners ontving. De gast werd in stijl ontvangen. Het gastenvertrek was uitgerust met een stookplaats, een met vakken versierd plafond en een linnen behangetje. Na het zakendoen strekte de logé het vermoeide lijf uit in de bedstee. Dat behangsel is een verhaal apart. Vakmanschap kan de ambachtslieden van vroeger niet worden ontzegd. Tot voor kort, 240 jaar na de bouw, sierde nog de van motieven voorziene wandbekleding de muren. Een tikkeltje flets weliswaar met hier en daar een scheurtje en een rafeltje. Een dankbare en lastige klus voor een restaurateur. Rapporten van de rijksdienst onderstreepten de histo rische waarde van het zeldzame behang op linnen. De noodzakelijk geachte restauratie liep aardig in de papieren. Het behangsel moest worden losgepeuterd, vervoerd en buitenshuis verdoekt, feitelijk dezelfde tijdrovende behandeling als de restau ratie van een schilderij. Het hebben van een logé hield enige ongemakken in voor de leden van het gezin. Zij konden dan geen gebruik maken van de chique statietrap om hun slaapkamers te bereiken omdat dan de logeerkamer zou moeten worden doorkruist. Zij waren aangewezen op de minder comfortabele steile tweede trap. De ruime bovenverdieping telde verder twee slaapvertrekken, één voor pa en ma en één voor het kroost. De dienstbode kreeg ook een plaatsje, geen afzonderlijk kamertje, maar een bedstee op de overloop. Dertien jaar heeft de welvarende Cornelis de Lange mogen pronken met zijn statig onderkomen. Toen was het voorbij. Hij overleed. In 1765.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 26