In Emmerik's Martinikerk hield de krypte de eeuwen door stand Herkenbaar Aandacht groeit J.TH. BALK Uit puin en as herrezen.Hóé gaat dat op voor de Martinikerk van Emmerik, een bedehuis met oude papieren. Het oudste deel dateert uit de helft van de elfde eeuw: de romaanse krypte. Bemold, de gedreven kerkenbouwer, was toen (1021-1054) aartsbisschop van Utrecht. In de stad Utrecht stichtte hij het kerkenhuis waarvan St. Pieter, St. Jan en de Paulusabdij nog bij zijn leven tot stand kwamen. In Deventer liet hij de Lebüinuskerk bouwen, in Emmerik - dat tot de jaren twintig van de vorige eeuw onder het diocees Utrecht zou vallen - stichtte hij de Martinikerk. Nieuwbouw kerk omstreden beeld dat de Millingerwaard een paar kilometer verschoven is en dat de Winssense waard relatief jong is' zegt Overmars. Als mede uit dit onderzoek blijkt dat een gebied al in de Middeleeuwen bestond, worden ook de archeologische kaarten geraad pleegd. Het onderzoek is natuurlijk mooi, maar welk effect heeft dat op de plannen? Overmars benadrukt dat er echt iets met de historische gegevens gebeurt. 'Meinerswijk bijvoorbeeld heeft zelfs een Romeins fort en een Middeleeuws kasteelterrein. Die worden in de nieuwe plannen duidelijk herkenbaar aangeduid.' De plannen grijpen terug op de situatie zoals die bestond voor de grootscheepse aanleg van zomerkaden in de achttiende eeuw (en de verdere kanalisatie vanaf het einde van de negentiende eeuw). Dit gaat dan wel ten koste van twee eeuwen historische ontwikkeling in de uiterwaarden. De opslibbing van dikke lagen klei op de uiterwaarden wordt ongedaan gemaakt. Doorgestoken zomerkaden en uitgegraven nevengeulen brengen het leven in de rivier terug. Met het graven van de nevengeulen moet het beloop van verschillende historische geulen gereconstrueerd worden. Overigens vindt Helmer de term 'natuurbouw' niet juist. 'We maken geen natuur, maar we brengen de condities terug waaronder de natuur zich zelf kan ontwikkelen.' De aanpak met de historische studies wordt gewaardeerd. Bervaes is niet ontevreden over de behandeling van de cultuurhistorie. De voorstellen van de Historische Kring Bommelerwaard om ontgrondingen te beperken en om geld te reserveren voor archeologisch onderzoek, zijn positief overgenomen door de klankbordgroep St. Andries. 'De aandacht voor cultuur is groei ende. Het gevoel groeit dat je niet alles op de schop moet gooien.' Hij voegt daar aan toe: 'Dat is voor een groot deel te danken aan de discussies over de rivierdijkverzwaring'. IngAbele Reitsma is technisch adviseur van de PC Heemschut Gelderland en vaste medewerker van het tijdschrift. Lezers van Heemschut kunnen historische studies in het kader van de natuurontwikkelingsprojecten bestel len bij Bureau Stroming BV/Stichting Ark, Jan de Jagerlaan 2, 6998 AN Laag Keppel, telefoon 08348-2190. Die kerk moet grote gelijkenis hebben vertoond met de Utrechtse St. Pieterskerk. Maar de krypte toont een weelderiger beeld. De twee pijlers bij het altaar zijn elk samengesteld uit vier gebundelde pijlers, het volgende stel pijlers is samengesteld uit acht, het laatste paar uit zestien gebundelde pijlers. Kort na de slag bij Arnhem in septem ber 1944 werd Emmerik bij een geal lieerde luchtaanval voor 97 pet. verwoest. Van de Martinikerk bleef weinig over, naderhand werd de toren nog weer getroffen door granaatvuur. Zo goed en zo kwaad als het ging werden de diensten voortgezet in de gespaard gebleven krypte. Maar in de kwade winter van '44-'45 steeg het Rijnwater zo hoog dat tenslotte de krypte onderliep. De kerk ligt op een wat uitstekende bult van de Rijnover en al spoedig heeft het bouwwerk destijds zijn tol moeten betalen aan het geweld van het water. Zo is het westelijke deel van de kerk verdwenen en bouwde men een noordzuid lopend schip met aan het noordeinde een zware toren. Op de zuidwesthoek verrees in de 14de eeuw tegen het geweld van kruiend rivierijs een lage ronde toren, de ijsbreker. Wie nu de Martinikerk betreedt moet wel even wennen aan de bijzondere indeling. Links van het altaar ziet hij de ongewoon grote romaanse bouw met het hoogkoor boven de krypte, met de schatkamer boven de kleurige en bepaald niet onbekoorlijke mozaiek- kapel uit 1898. Tegen de achtergrond van het schip van de kerk is het door het vuur gespaarde gedeelte van de koorstoelen geplaatst, rechts in de nis van de westbouw staat het orgel. De wederopbouw kwam na aanvanke lijk tegenstand van het vicariaat van het bisdom Munster in 1950 langzaam op gang, onder leiding van architect Paul Maria van Aken. Eerst in 1966 was de toren voltooid. Een omstreden onderdeel bleek de nieuwbouw van de westgevel te zijn, een schepping van de beeldhouwer Waldemar Kuhn. De gevel, zichtbaar van verre over de Rijn, rijst op als een onverzettelijk waarmerk van geloofskracht. Er tekent zich een machtig kruis op in de grijze natuursteen met de dwarsbalk van donker getinte steen. De verticale lijn wordt onderstreept door het inmetselen van blauwe glazen bollen die oplichten in het westerlicht. In het hart in basreliëf het beeld van de gekruisigde. 6

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 6